Naar mijn mening heb ik géén zinnen uit hun verband gerukt en ze geciteerd zoals ze zijn bedoeld. Dat er meerdere recensenten (de redactie dus) zijn ingeschakeld is volstrekt niet ter zake, maakt het alleen maar erger. Waar ik, en dus ook bibliotheekmedewerkers, uitgevers, auteurs en andere lezers mee te maken hebben is de afgedrukte en verspreide, met één naam ondertekende recensie. Daar heb ik geen kennis van (de achtergronden van) deze medewerkers voor nodig. En dat ze zo gewaardeerd zijn door de Lectuurinformatiedienst interesseert me al helemaal niks. Wat krijgen we nu toch? Moet ik de recensenten kennen en hun achtergrond bestuderen om te kunnen oordelen over wat ze hebben geschreven? Dit gaat op een faliekante wijze voorbij aan waar het eigenlijk om gaat: dat de recensie(s) èn de boven aangehaalde tekst de toets der kritiek niet kunnen doorstaan.
Daarbij voegt zich nu ook deze reactie van de hoofdredacteur die op een, vind ik, nogal pijnlijke wijze laat zien dat geen enkel inhoudelijk argument wordt aangevoerd tegen mijn bezwaren. Zo blijft mijn kritiek op de mengeling van reële en fantasiebelevenissen die het, in de ogen van recensent en redactie, erg moeilijk zou maken zich een beeld te vormen van het (school)leven op Aruba, en andere vooral uit de pedagogische koker afkomstige (voor)oordelen, nadrukkelijk onweersproken.
Overigens heb ik nogal wat, zowel telefonische als schriftelijke, reacties gehad op mijn artikel, van bibliotheekmedewerkers, uitgeverijen en auteurs. Bovendien heb ik begrepen dat er ook binnen het NBLC behoorlijk wat kritiek bestaat op het huidige systeem van de a.i.'s. Hoog tijd dus dat men bij de lectuurinformatiedienst ophoudt elkaar de hand boven het hoofd te houden en een op inhoudelijke gronden gebaseerde discussie aangaat.
En om misverstanden te vermijden tot slot nog het volgende. Met hantering van dezelfde argumenten zou ik een stuk hebben kunnen schrijven over a.i.'s die positief oordelen over verschenen boeken. Wat ik heb willen beweren, dat de a.i.'s, zeker waar het jeugdliteratuur betreft, nogal eens op oneigenlijke, want pedagogische, en vaak absoluut oncontroleerbare wijze uitspraken doen waardoor verkoopcijfers èn beschikbaarheid in bibliotheken van de betreffende boeken zeer fors kunnen worden beïnvloed, zou ongeschonden overeind blijven. Met die macht van de a.i. moet door de lectuurinformatiedienst zorgvuldiger worden omgesprongen.