Peter Swart
Misdaadliteratuur
Rolstoel van de rem
Het is in de wereld van de misdaadroman eerder regel dan uitzondering dat de auteur één of meer personages ten tonele voert met wie de lezer zich (op bewust of onbewust niveau) kan identificeren. De meest voor de hand liggende types kunnen worden samengebracht onder de noemer ‘super-ego’: helden die geen fouten maken omdat ze nu eenmaal altijd sneller, slimmer en sterker zijn dan hun opponenten. Maar ook de schlemiel, de anti-held is zo'n uiterste: er gaat tenslotte een zekere bekoring uit van een figuur die elke opdracht op onnavolgbare wijze verprutst - dat zou de lezer hem nog verbeteren! Tussen deze twee uitersten wordt door de meeste auteurs een compromis gevonden bij het zoeken naar een passend ‘image’ voor de personages van hun boeken. Meestal treft de lezer dan ook iemand aan die sterke momenten afwisselt met modale missers; de man van de beslissende inval die toch eerst in het kolenhok die klap op zijn achterhoofd kreeg die je al lezende reeds bladzijden lang voelt aankomen.
René Appel schotelt de lezers van zijn thrillerdebuut Handicap nu eens geen voor de hand liggende identificatiemogelijkheden voor, en je zou kunnen zeggen dat hij daarmee een traditie doorbreekt. Stefanie is invalide, maar in schril contrast met haar lichamelijke toestand gaat ze met een klaterende lach door het leven. Niet dat alles nou even leuk is, maar het is haar enige manier om haar handicap naar de achtergrond te dringen - of is het effect juist averechts? Herman van Zelm is leraar, heeft Stefanie als leerling leren kennen en is met haar getrouwd, dwars door zijn vrijgezellenvoornemens heen. Samen brengen zij een herfstvakantie door in Tunesië; luxe aan de kant van het strand, en armoede niet ver daar achter.
René Appel bouwt de toenemende gevoelsweerstanden van Herman tegen de pseudo-onbekommerdheid van diens Stefanie met zorg op. De manier waarop het duo zijn vakantie doorbrengt - vergezeld van de schrik van iedere rechtgeaarde reiziger: de Reisleider- levert veel stof voor gekwetste overpeinzingen op. De vakantie die ontspannen bedoeld was neemt relatie-bedreigende vormen aan. Geleidelijk-aan ziet Herman zijn huwelijk steeds minder zitten, hetgeen de lezer duidelijk wordt door goed gedoseerde voorbeelden van stil denkwerk en klimmende ergernissen, culminerend in een soort doodswens voor zijn echtgenote, die hij overigens niet hardop heeft uitgesproken. Dat is maar goed ook, want als Stefanie op een avond met rolstoel en al in het zwembad verdwijnt en verdrinkt staat Herman toch al niet boven verdenking. Het geldbedrag dat de verzekeringsmaatschappij hem moet uitkeren is groot genoeg om enig onderzoek naar de gang van zaken te rechtvaardigen. Verzekeringsman Van der Schood gelooft niet op voorhand in zijn onschuld, terwijl Stefanies zuster Daniëlle Herman blijft bestoken met onbedekte beschuldigingen. Wat er precies is gebeurd onttrekt zich aan ieders waarneming; zelfs Herman heeft zijn twijfels, omdat hij die avond vriendschap had gesloten met een wijnfles en er dientegevolge een alcoholische sluier over het geheel heen ligt.
René Appel heeft deze voor het boek vitale passages met veel gevoel voor detail neergezet en maakt van de dronken ogen van zijn hoofdpersoon een soort defecte op hol geslagen camera, die het ene moment haarzuiver registreert om vervolgens alles in de steek te laten, en dus in zijn totaliteit geen betrouwbare beelden oplevert. De suspense rond de ware toedracht - nog steeds manifest als er nog maar één interpretatie overblijft - wordt goed volgehouden door de niet aflatende aandacht die de verzekering heeft voor de begunstigde, en de lastige zuster die rolstoel, sieraden en aandacht opeist. Dat één en ander Herman niet onberoerd laat, zien we aan de toenemende wanorde in zijn huis. Op de school waar hij les geeft merken de leerlingen dat hij niet in gewone doen is door de keuze van zijn onderwerpen. Hier houdt Herman op te lijken op een leraar die Jan Siebelink ooit tot leven wekte, want die was gewoon doorgegaan met lesgeven. In een poging orde op zaken te stellen reist Herman in de kerstvakantie opnieuw naar Tunesië, want was er niet een getuige? Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op en zo hoort het ook. Handicap zit geraffineerder in elkaar dan de thriller waarbij het erom gaat te raden wie het gedaan heeft - daarin zit dan ook niet de kracht. Het is een sterk debuut omdat het op zich simpele verhaal op logische wijze wordt ondersteund door enkele aan de actie ondergeschikte ontwikkelingen, zodat een complex geheel ontstaat.
Herman van Zelm (what's in that name?) mag dan geen ideaal identificatie-object geworden zijn, als personage komt hij met zijn wisselende emoties wel degelijk uit de verf. De woordkeus van René Appel is zowel persoonlijk als eigentijds. Voeg daarbij een sterk gevoel voor humor, en het gemak waarmee het boek zich laat lezen is verklaard. Een aanrader dus, en weer een debutant waarvan je hoopt meer te horen!
Op de kaft van Ina Boumans Gratis Monster- haar tweede thriller, de eerste titel Dames aan de Maas-staat wederom direct onder de titel te lezen dat het hier gaat om een Feministische thriller. De rest van de omslag wordt gevuld door een afbeelding van een wetenschapper in lange witte jas met ceintuur. In de ene hand koestert hij een reageerbuis met onheilspellende inhoud, terwijl hij met de