György Petri
gedicht
Over Imre Nagy
Je was onpersoonlijk, net als de andere bebrilde
leiders in colbert, je stem was niet
welluidend, omdat je ook niet wist wat je zo gauw
moest zeggen tegen de samengestroomde menigte. Juist het onverwachte
was je niet gewend. Ontgoocheld
luisterde ik naar je, oude man met je lorgnet,
van de betonnen binnenplaats, waar de procureur
het vonnis vast heeft afgeraffeld,
noch van de ruwe schram van het touw, de allerlaatste schande.
Wie zal vertellen, wat toen van dat balkon
gezegd had kunnen worden. Kansen, die met mitrailleurs zijn weggeknald,
keren niet terug. Gevangenis en dood
maken niet meer heel, wat eenmaal
gebarsten is. Maar we kunnen
deze weifelende, gekrenkte en onzekere man wel gedenken,
de woede, verbeelding en blinde hoop van een heel land
toen de stad ontwaakte: we worden
(vert. Wim Swaan & László Császár)
Noot van de vertalers: Imre Nagy (geboren 1896) behoorde tot de leiding van de Hongaarse communistische partij die voor de Tweede Wereldoorlog in gedwongen ballingschap in Moskou verbleef, en na 1945 de macht in Hongarije in handen kreeg. In de partijstrijd na de dood van Stalin in 1953 was Nagy de leider van de hervormingsgezinde fractie. Nadat hij een tijd van al zijn functies ontheven was, keerde hij eind oktober 1956 terug als minister-president, en werd vervolgens de leider van de Hongaarse opstand. In 1958 is hij terechtgesteld. Zijn begraafplaats is tot op heden onbekend.