Renate Dorrestein
Zo raakte ik laatst verzeild in een restaurant waar de tafeltjes van schoolbord waren en er naast het peper- en zoutstel een bakje krijtjes gereed stond. Of je maar fijn naast je soepbord wilde gaan zitten doedelen. In het menu stond geestdriftig vermeld dat dit Het Enige Eethuis van Amerika was waar je niet op miezerige servetjes was aangewezen om je plotselinge invallen te noteren.
Wat een onderschatting van het papieren servetje, dat immers als grootste kwaliteit heeft dat het draagbaar is en thuis boven het bureau kan worden opgehangen! Ook het formaat, weid ik nu even uit, van het papieren servetje is geniaal: het dwingt ons tot beknoptheid, kernbegrippen en hoofdpunten, zodat elk plan waarvan het papieren servetje de vroedvrouw is, in aanleg niet anders dan briljant kan zijn. Het feit dat het materiaal geen gummen of wissen toestaat, vergroot dit effect nog: het verplicht ons tot rake lijnen, en zo kan ik nog uren doorgaan. Hoe dom om de alledaagse werkelijkheid van het servetje niet toereikend te vinden! In de behoefte tot stilering was men het doel voorbijgeschoten: ik zat aan zo'n tafeltje en kreeg gedurende de hele maaltijd niet één enkele inval. Ten slotte ging ik maar een tijdje neerslachtig naar de restroom, een ruimte die net zo weinig tot rusten uitnodigde als mijn tafeltje tot doedelen. Wat woon ik toch in een mal land, dacht ik, wat bestaat er hier toch een verwarrende behoefte om de dingen boven hun eigen betekenis uit te tillen en ze vervolgens van vreemde nieuwe bedoelingen en benamingen te voorzien. Er was niet eens w.c. papier aanwezig om dit plotselinge inzicht op te noteren, er waren alleen bathroom-tissues, zakdoekjes om mee in bad te zitten, en ik wilde niet in bad, ik wilde opschrijven dat die eigenaardige tafeltjes een mooie metafoor waren voor het hier gebruikelijke opkloppen en verfraaien van de werkelijkheid zodat niemand weet waar hij/zij aan toe is. Voorbeelden te over. Omdat ik in buitenlandse supermarkten altijd overal aan zit, stond ik laatst ineens met een blik hondevoer in mijn handen. Het etiket vermeldde dat het hier fortified food for senior dogs betrof. Krachtvoer voor wat? Voor seniorenhonden. In een cultuur waar het woord oud niet bestaat, tenzij misschien in ‘oude schoen’, zijn zowel huisdieren als hun eigenaars die
op jaren geraken seniors. Er is geen taal waarin zoveel eufemismen bestaan als het Amerikaans. Begeeft de regering van de Verenigde Staten zich op het pad van illegale wapenhandel, dan wordt dat in de krant verslagen onder het kopje Strategic Actions. Uit de Vietnam-tijd herinner ik me ook nog een goede: de term Pacification, wanneer er weer een dorp vol vrouwen en kinderen was uitgeroeid.
Nou is het militaire bedrijf waar ook ter wereld vermoedelijk genegen tot versluierend taalgebruik (als de tegenstanders van Reagans Strategic Defence Initiative niet de naam Star Wars hadden bedacht, zouden we nu nog niet weten waar het bij SDI om draait), net zoals regeringen altijd en overal doen alsof armoede niet bestaat en verhullend spreken van low-income-families of echte minima. Gekker wordt het wanneer een compleet volk zo'n natuurlijke inclinatie tot mooipraterij bezit. Om ons het oplepelen van lange lijsten voorbeelden te besparen, zal ik me beperken tot het meest veelzeggende eufemisme dat ik in de States ben tegengekomen en dus terugkeren naar de restroom en het aanverwante begrippenapparaat.
De restroom, voor de duidelijkheid, is de plek waar zelfs de keizer te voet gaat. Vraag nooit de weg naar toilet of w.c.! Amerikanen gaan niet plassen, they repair to the restroom. Erewoord. Wij hebben ook wel brave uitdrukkingen zoals ‘Even m'n handen wassen’ maar dat is tenminste nog de helft van de waarheid. De restroom daarentegen is pure volksverlakkerij. Het woord dient om te ontkennen dat wij zekere lichamelijke fucties bezitten, maar de paradox van de restroom is juist dat je, het woord eenmaal achter je dichtgetrokken, belandt in de meest niets-verhullende ambiance die je je maar kunt voorstellen. In openbare gebouwen, in restaurants, in cafés, in winkelcentra en op de universiteit, waar je ook komt: nergens tref je fijne, solide muren aan. De potten zijn van elkaar gescheiden door schotten die plafond noch vloer raken, zodat de zintuigen met veel impact te maken krijgen. Het is dat ik een dame ben en dus niet in details kan treden, maar laat ik zeggen dat ik me onlangs in een restroom bevond waar de compartimentjes niet eens die halve deurtjes bezaten, maar slechts door een VITRAGE niet aan het oog onttrokken konden worden.
Een paar weken geleden vonden mijn studenten dat ik in naam van de wetenschap met hen moest gaan dansen in Detroit, dus wij naar Detroit, naar de disco waar Aretha Franklin regelmatig wordt gezien. Het was een club die zijn weerga niet kende, met valets die je auto voor je parkeerden en drankjes à $10. In het kader van mijn vergelijkende onderzoek glipte ik meteen (à $2) naar de