Peter Swart
Misdaadliteratuur
‘De werkelijkheid is vaak geloofwaardiger’
Nauwelijks is Jef Geeraerts' zesde misdaadroman De Zaak Alzheimer bekroond met ‘De Gouden Strop’ - een prijs die werd ingesteld door het vorig jaar opgerichte Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs - of hij heeft alweer een nieuwe titel klaar: Het Sigmaplan. Sinds 1979, toen Geeraerts' thrillerdebuut Kodiak .58 - een titel die vaak wordt aangehaald als ‘Zodiak .58’, maar hiermee wordt waarschijnlijk hetzelfde boek bedoeld - verscheen, heeft hij bijna ieder jaar een nieuwe thriller geschreven. Hoewel het zonder uitzondering misdaadromans zijn kan er nog een nader onderscheid worden gemaakt: in De Coltmoorden (1980) en in Drugs (1983) is er sprake van een België-in-de-toekomst, respectievelijk in 1990 en in 1989, waarin rechtse coalities zich met no-nonsense politiek welhaast absolute macht verwerven en de privacy van de burger tot een minimum is teruggebracht. Diamant (1982) heeft net als Kodiak .58 een Zaïrese connectie, terwijl de overblijvende titels De Trap (1984) en De Zaak Alzheimer (1985) politieromans zijn met commissaris Vincke en inspecteur Verstuyft in de hoofdrol.
Geeraerts is slecht te spreken over het functioneren van de Belgische demokratie, daar heeft hij de afgelopen jaren geen geheim van gemaakt. In interviews stelt hij met name machtsmisbruik van politici aan de kaak, geïllustreerd met de voorbeelden van dat moment. Ook verwijt hij zijn medeburgers een gebrek aan oplettendheid; men heeft te zelden in de gaten hoe men gemanipuleerd wordt, laat zich bedotten, lijdt aan een ‘geätrofieerd bewustzijn’. Geeraerts vindt het de plicht van iedere schrijver om de bestaande orde aan te vallen, een orde die naar zijn inzicht gebaseerd is op macht, op schijnheiligheid en op leugens. Dat aanvallen van de bestaande orde doet hij in zijn nieuwe boek Het Sigmaplan inderdaad met grote overgave, en als de ingeslapen bevolkingsgroep hierdoor niet is wakkergeschud, welnu, dan heeft het in ieder geval niet aan Geeraerts gelegen, maar dan komt dat waarschijnlijk doordat bedoelde categorie zijn boeken niet leest.
Hoewel Geeraerts natuurlijk ook in zijn aan Het Sigmaplan voorafgaande thrillers in zekere mate feit en fictie vermengt, diende het opvoeren van herkenbare, soms controleerbare aspecten van de dagelijkse werkelijkheid daarin toch meer als ondersteuning van het zelfbedachte verhaal. Een thriller wint nu eenmaal aan geloofswaardigheid - het criterium bij uitstek voor de beoordeling van de geslaagdheid ervan - door het verhaal neer te zetten in een samenleving die de lezer vertrouwd is. Daar horen steden bij, straten waar je gelopen hebt of zou kunnen lopen, gebouwen die je gebruikt om je te oriënteren. En politici natuurlijk, die zo onderling uitwisselbaar zijn dat het er niks meer toe doet of ze de juiste naam meekregen of niet, het is immers hun gekuip en gedraai dat in het licht der schijnwerpers gevangen moet worden? Het is in Het Sigmaplan voor het eerst, dat Geeraerts feitelijke actualiteit tot uitgangspunt heeft gekozen. De terreuracties van de CCC (Cellules Communistes Combattantes / Strijdende Communistische Cellen) en die van de Bende van Nijvel, (genoemd naar de plaats waar in 1983 bij de overval op een supermarkt acht mensen in koelen bloede werden vermoord) worden door hem samengevoegd in een complot-theorie.
Hoewel het er in de schijn van had, dat de CCC een politiek doel nastreefden, terwijl de Bende van Nijvel zich vooral van geweld bediende op jacht naar geld, werden beide groeperingen in Geeraerts' interpretatie van de feiten georganiseerd en gesteund door de Belgische Staatsveiligheid (te vergelijken met de Nederlandse BVD) en de Amerikaanse Inlichtingendienst CIA. Het wil er bij hem niet in, dat de CCC-acties werden opgezet en uitgevoerd door enkelingen; voor dermate perfekt uitgevoerde aanslagen zou niet alleen een organisatie van ten minste veertig mensen nodig zijn, maar vooral ook heel erg veel geld. Hoe het ook zij, toen de CCC-terreur niet vermocht de Belgische publieke opinie in beweging te brengen - er weerklonk geen roep om meer politie en grotere bevoegdheden van de gerechtelijke macht - werd er, nog steeds vrij naar Geeraerts, gegrepen naar grover geschut: De bende van Nijvel. Waar de acties van beide groeperingen ophouden, de kopstukken der CCC werden gearresteerd, en van de Bende van Nijvel de laatste tijd niets meer vernomen werd, begint het plot van Geeraerts' ‘Sigmaplan’. De Belgische Staatsveiligheid en de CIA steken de koppen bij elkaar om na alle geknoei nu eens iets doelmatigs te bedenken; een hit-team zal drie Belgische ministers uit de weg ruimen. Met dit plan worden twee doelen beoogd: aan de ene kant zal de verrechtsing van het staatsapparaat bij het welslagen van de onderneming een krachtige zet in de goede richting krijgen, zodat een prettig klimaat kan ontstaan voor bijvoorbeeld het installeren van om het even hoeveel raketten - of er nu in Genève ontwapeningsbesprekeningen gaande zijn of niet. Aan de andere kant zullen de aanslagen zodanig worden uitgevoerd dat alle sporen naar Moskou en KGB leiden, waardoor de vredesinitiatieven van de Russen in een kwaad daglicht komen te staan.
Om dit verhaal gestalte te geven heeft Geeraerts een grote hoeveelheid personages ten tonele gevoerd. Zo talrijk is hun aantal, dat voorin het boek een lijst van de voornaamste betrokkenen moest worden opgenomen, een steeds vaker voorkomend fenomeen in dit type thriller