de boer Tobias. Had ik een stadsmeisje genomen, dan zou de roman draaien om een kippetje met een zware, trage boer. Nu heb ik op een oneigenlijke manier de indruk gewekt dat die twee bij elkaar horen.
Tobias is een hommage aan die noeste, trage mannen die zoveel minder praten dan ik. Ik bewonder hen. Mensen die het vol kunnen houden om iedere dag hetzelfde werk te doen, die niet zo onrustig zijn als ik. In Luxemburg, waar ik een groot gedeelte van het jaar woon, kan ik ook niet uitgekeken raken op zo'n kerel in de verte die het veld maait. Daar projecteer ik alles op. Ik ken hem niet, maar ik zie hem altijd bezig, in de verte. Een trage beweger, volkomen consistent, wars van alle trends. Als schrijfster ben ik Judith, een bewonderaar van Tobias. Die man in Luxemburg zal ook wel een aantal kinderen hebben. Stel dat ik contact zoek, dan kom ik midden in zijn leven, net zoals Judith bij Tobias. Ik denk dat dat de fantasie is geweest voor de roman.
Het boek was in eerste versie zo introvert dat ze er zelfs bij De Arbeiderspers niets van snapten. De verhoudingen waren ‘dun’ aangegeven, dat hoorde bij de poëzie van het boek. Maar zelfs goede lezers begrepen het niet. Daarom heb ik het in het felle kleuren nog een keer overgeschilderd, zodat het voor iedereen duidelijk is.
Tot op heden is het mijn lievelingsboek. Het slechtst verkopende ook trouwens. De mensen zullen wel denken: een moderne streekroman, dat hoef ik niet. Ik heb de indruk dat niemand tegenwoorig graag over vroeger leest. Ze hebben meer plezier in de trends van nu.
De liefde tussen Judith en Tobias blijkt niet te kunnen. Judith wordt uiteindelijk door de kinderen van Tobias gebrandmerkt als een heks.
Dat is ook een van de presentjes uit dat dorp daar. Wat achteraf gewoon de dorpshoer was bijvoorbeeld, werd een heks genoemd en door veel vrouwen ook zo beschouwd. Er werd in dat dorp gehoerd en gesnoerd, maar wist ik als kind veel? In de ogen van kinderen was zo'n dorpshoer iets mysterieus. Judith is een bedreiging voor het gezin. Daarom willen de kinderen verraden dat zij een jodin in huis hebben. Judith wordt beschouwd als een heks. Als zij dat inderdaad is, kan zij zonder problemen over het mijnenveld lopen. Als ze het niet is, explodeert zij natuurlijk. Dat is het einde van de roman. Judith heeft bewezen dat ze geen heks is.
Je hebt een jaar gedaan over Had maar een kat gekocht. Maar ik heb dan ook een hele domme strategie gevolgd: ik had er geen notie van waar het heen ging. Iedere pagina was voor mij een raadsel waar die op uit zou lopen. Ik ben ook in de war gebracht. Ik wilde iets raars, iets abstracts. Dus ik begon met de tweeling, Emily en Victor. Het zijn geen gewone kinderen. Om ze nog uitzonderlijker te maken, praten ze als volwassenen, ook al zijn ze veertien. Zo wilde ik de hele roman hebben. Ik liet fragmenten aan mensen lezen en die zeiden: zou je niet met je benen op de grond blijven staan. Hoe komen die wonderkinderen zo raar? Want ze zijn eigenaardig. Dat vond ik een goed argument, en vervolgens heb ik het eerste gedeelte van de roman geschreven, waardoor plausibel werd gemaakt dat die kinderen zo zijn. Achteraf denk ik: had ik niet door moeten gaan en er helemaal een absurdistisch boek van moeten maken?
Alle personen hebben Engelse namen.
Ik wilde een roman schrijven met de lichtheid van een Engels boek. Ik dacht: ik geef ze eerst Engelse namen, misschien komt de rest dan vanzelf wel.
Er is een regulier echtpaar, Lilian en Joey en hun huisvriend Winnifred. Het enige vervelende is dat Lilian bijzonder frequent bedrogen wordt door haar man. Nu is Lilian niet het type dat daarover lang blijft zeuren en janken, nee, ze heeft een hele smerige streek bedacht. Kinderen van Joey wil ze niet en Winnifred is bij de hand. Uit wraak laat Lillian Joey in de waan dat hij de vader van de tweeling is. In werkelijkheid is het Winnifred. Iedere keer als Joey haar bedondert, denkt zij diep in haar hart: jij hebt dat nodig, maar ik het andere. In de roman gaat het niet zozeer om deze voorgeschiedenis, maar méér wat er met de kinderen gebeurt.
De tweeling weet niet wat ‘houden van’ betekent. Daarom proberen ze het uit. Er is een charitasmotief: ‘houden van’ doe je als je alles voor iedereen over hebt. Het erotische motief: ‘houden van’ betekent dat je zo geil als boter bent. Het kameraadschapsmotief: als je maar lang genoeg bij elkaar bent, is dàt ‘houden van’. Tegen alles is wat in te brengen. Dat is het verhaal, tot de dood er op volgt voor de één, waarmee de ander gehalveerd is. Het komt er uiteindelijk op neer dat het sterven van de één het bewijs van liefde is voor de ander. Als het meisje toestaat dat hij zelfmoord pleegt, is daarmee het bewijs geleverd dat ze van hem houdt. Zij kan alleen maar functioneren zonder dat Siamese-tweeling-achtige idee, dus hij bevrijdt haar.
Het lijkt een heel bedacht boek.
Dat is het niet. Door die dialoog kwam het ene na het andere. Ik heb de mooiste stukjes weg moeten gooien, omdat ik er niet verder mee kwam. Toen ik het boek geschreven had, liet ik het uittikken en ik dacht dat ik iets leuks had gemaakt. Maar toen ik de getypte versie las, dacht ik: ik heb een slaapmiddel geschreven. Wat was het saai, alles zanikte en zeurde. Dat was een grote teleurstelling. Kijk, ik was gewend zes pagina's per dag te schrijven en ik wilde de zomer vrij-af hebben. Ik heb eigenlijk alleen maar pagina's gevuld, want de afspraak met mezelf was dat ik na zes pagina's mocht gaan harken of zwemmen of zoiets. Dat is de dood in de pot. Ik heb honderden pagina's weggegooid en uit ieder blaadje drie of vier zinnen overgehouden. Vervolgens heb ik de verbindende tekst geschreven. Ik heb de familie in de eerste versie nog een keer naar Amsterdam laten verhuizen. Dat was vervelend. Ik heb het drietal zichzelf naar de andere wereld laten helpen, dat beviel me niet, dat waren teveel dooien. Ik heb veel mogelijkheden geprobeerd. En als je een ander slot bedenkt, moet je de hele aanloop veranderen. Uiteindelijk is alleen Winnifred verloederd.
Kun je zeggen dat deze roman door een vrouwelijke auteur is geschreven? Of klinkt de vrouwelijke stem niet echt door?