Bzzlletin. Jaargang 15-16
(1986)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |
Arno Bohlmeijer
| |
[pagina 31]
| |
De diepere psyche drukt zich uit d.m.v. de imaginatieve werking van het onbewuste; Jungs research was volledig gericht op de symboliek die daarbij aan de oppervlakte komt. Er wordt wel eens gezegd dat literatuur niet vanuit een psychologisch standpunt besproken kan worden, maar mijn standpunt is dat The turn of the screw een meesterstuk van die imaginatieve werking van het onbewuste is. Alle openbaringen van de psyche, inclusief symbolen en geestverschijningen, zijn spontane gebeurtenissen; zelfs als men van mening is dat een geestverschijning ‘alleen maar een hallucinatie’ is, kan men er niet onderuit dat het om een verschijnsel gaat dat naar eigen wetten handelt. De produkten van de onbewuste verbeeldingskracht zijn zelfportretten van wat er in het onbewuste omgaat. Die fantasieën kunnen van persoonlijke of mythische aard zijn; bij een bespreking van The turn of the screw moeten beide in ogenschouw genomen worden. Als het bewustzijn op een eenzijdige manier de makkelijkste wegen in het leven dreigt te bewandelen (wat het bij voorkeur of per definitie doet), krijgt het onbewuste een complementaire functie, gedraagt zich als een verwaarloosd fysiek orgaan en veroorzaakt verwarring of ziekte. Degene die het minst van zijn onbewuste afweet wordt er het meest door beïnvloed.
Henry James
Onbewuste processen manifesteren zich d.m.v. archetypen. Hoewel zij als beelden, symbolen of personificaties verschijnen (in mythen en sprookjes, en vaak in dromen, treffen we ze in hun meest geconcretiseerde vormen aan), kunnen we ze het beste als invloedrijke instincten of gedragingen beschouwen. Het zijn de krachten die neurosen veroorzaken zodra het onbewuste wordt genegeerd of ontkend. Drie van de meest invloedrijke archetypen zijn van essentieel belang voor een bespreking van The turn of the screw: het kind, dat compensatie biedt zodra iemands bewustzijn eenzijdig, tegen zijn instincten in, beheerst wordt door zijn wil, ambities e.d., de schaduw, een belichaming van wat we minderwaardig, slecht, asociaal, ongunstig beschouwen, en de anima, het geheel van de vrouwelijke aspecten dat de psyche van iedere man bevat. Zoals elk individu zowel uit mannelijke als vrouwelijke. genen voortkomt, en het geslacht steeds door het groter aantal mannelijke respectievelijk vrouwelijke genen wordt bepaald, zo heeft ook in de psyche alleen het bewustzijn (in het geval van de man) een mannelijk voorteken; het onbewuste daarentegen heeft een vrouwelijke kwaliteit.Ga naar eindnoot7.. De eigenschappen waar we het minst prijs op stellen worden vaak geprojecteerd, d.w.z. zodanig op een ander overgebracht dat het lijkt alsof ze bij die persoon horen - de jungiaanse psychologie heeft altijd veel aandacht besteed aan de projecties van onbewuste inhouden in de kunst. Aniela Jaffé: ‘De kunstenaar kan dikwijls, onbewust en zonder vijandigheid op te wekken, veel dingen tot uitdrukking brengen, die wrevel opwekken wanneer zij door een psycholoog geuit worden’Ga naar eindnoot8. - volgens haar geldt haar conclusie met name voor de literatuur, en getuige de reacties van Henry James zelf, geldt dat zeker voor The turn of the screw. | |
[pagina 32]
| |
Henry James en de indringerToch bleef er altijd het gevoel op de achtergrond dat er nog iets anders dan ikzelf aanwezig was - zo ongeveer alsof een ademtocht uit de wijde wereld der sterren en de oneindige ruimten mij beroerd had; of: alsof een geest onzichtbaar de kamer was binnengetreden, iemand die al lang niet meer bestond, en die er toch altijd zou zijn...Ga naar eindnoot9. Gedurende een groot deel van zijn leven zocht Henry James senior naar een heilzame en vriendelijke god - het was een obsessie die zijn stempel zou drukken op zijn kinderen. Vader James werd zelf beschouwd als een ‘buitengewoon aardige man’ die altijd het positieve in de mens benadrukte. Volgens Leon Edel, de biograaf van Henry junior, waren er echter regelmatig ‘verborgen vijandigheden die aan zijn tong of pen ontglipten’Ga naar eindnoot10.. Intussen probeerde Henry net zo goed te zijn als de god waar zijn vader zo gedreven naar op zoek was. Hij verdrong zijn eigen vijandigheden, werd de lieveling van zijn moeder, vloekte niet en speelde niet met wilde jongens, werd de engel van de familie en werd ziek zonder voor iemand een last te zijn - de jongen die ‘altijd gaf en nooit ontving’Ga naar eindnoot11., ‘wiens liefde en toewijding met geen pen te beschrijven waren’Ga naar eindnoot12.. In haar artikel over het ziekelijke zusje, Alice James, schrijft Ruth Bernard Yeazell dat de ‘goedheid’ van de vader een duidelijke hulpeloosheid bij de kinderen teweeg brachtGa naar eindnoot13.; uiteindelijk zou Henry heel goed maar heel tragisch getypeerd worden als ‘een sociaal levende kluizenaar’Ga naar eindnoot14.. Vlak voor zijn dood schreef de vader, die zich bereid had verklaard om zichzelf en al zijn bezittingen op te offeren voor het geluk van zijn kinderenGa naar eindnoot15., aan zijn zoon Henry: ‘Ik moet zeggen dat jij degene bent die ons de minste zorgen heeft gebaard en het meeste plezier heeft geschonken’Ga naar eindnoot16.. Het kwam erop neer dat Henry zich zo verantwoordelijk voelde dat hij in zijn Notes of a son and brother het aantal reizen van het ene continent naar het andere vervalste, omdat die reizen symptomatisch voor zijn vaders abnormale rusteloosheid waren. Volgens Minny Temple, een nicht van Henry, ‘ging de goedheid van die jongen alle verstand te boven’Ga naar eindnoot17.; tegelijkertijd had zij het gevoel dat hij al jaren niet meer van het leven genoot. Dat was het kind en de jonge volwassene Henry James, die ooit een jongen van tien zou laten roepen: ‘think me - for a change - bad!’ (The turn of the screw; Penguin p. 67) en wiens over-concentratie op het ‘goede’ schaduwfiguren als Peter Quint zou voortbrengen. Henry was erg op Minny gesteld maar zijn biograaf benadrukt dat hij haar ‘slechts van een discrete en veilige afstand aanbad’: ‘Hij was te gesloten en in zichzelf gekeerd om iemand zelfs maar het hof te maken - te intellectueel voor een romance’Ga naar eindnoot18.. Over het algemeen had Henry bijna geen vriendinnen en kenden de vriendschappen die er waren geen intimiteit. Het is opvallend hoe vaak er sprake is van angst en gevaar wanneer het over zijn gevoelens voor vrouwen gaat - Minny was niet de enige die hij op een afstand hield. Dat was de man die een van zijn belangrijkste ‘heldinnen’ zou laten beweren: ‘I'm rather easily carried away’ The turn of the screw p. 17). Volgens Leon Edel was Henry James van nature te intellectueel om zich over te kunnen geven aan een liefdesaffaire. De mogelijkheid dat zijn intellect als wijkplaats dienst deed, omdat hij niet had leren omgaan met zijn hypergevoeligheid, zijn juist zeer rijke gevoelsleven, komt helaas in de beroemde vijfdelige biografie niet ter sprake. J.B. Priestley is een van de zeer weinigen die het over iets als ‘seksuele dubbelzinnigheid’ in James durven te hebbenGa naar eindnoot19.; dat juist ook J.B. Priestley zo geïnteresseerd was in de psychologie van Jung is een boeiende bijkomstigheid. Wanneer Peter Coveney, die een veelgelezen boek heeft gepubliceerd over ‘het kind’ in de literatuur, de zogenaamd verborgen erotiek tussen twee jongens in The garden God van Forrest Reid bespreekt, maakt hij daar de volgende aantekening bij: Het is interessant dat Forrest Reid de roman aan Henry James opdroeg en dat daarmee een einde kwam aan hun literaire vriendschap. James nam geen nota van het boek en ook van geen enkel exemplaar dat de auteur hem daarna zond. In Private road weet Reid zelf James' houding aan ‘een vreemde morele verlegenheid, die de verantwoordelijkheid voor wat bewust gesuggereerd is niet wil dragen’.Ga naar eindnoot20. Wat Henry James ook heeft willen verbergen of welke verantwoordelijkheid hij ook van zich afschoof, het blijkt keer op keer dat hij bang was dat het publiek op de een of andere manier zijn innerlijk leven zou delen. Zijn schrijven vormde een psychische ventilatie.
Toen Henry zes maanden oud was verhuisde het gezin naar Engeland, een van de eerste plaatsen waar zijn vader zijn hemel op aarde hoopte te vinden. Na twee jaar rondgezworven te hebben in Europa, voeren ze terug naar New York, en tien jaar later had hij op een groot aantal scholen gezeten en privéles van een groot aantal dames gehad. Soms bestaat er weinig verschil tussen pedagogische vrijheid en verwaarlozing of eenzaamheid - in een openhartige bui zou Henry zijn broer en zichzelf met Romus en Remulus vergelijken. Uiteindelijk werd hij op school even verlegen als thuis. Als het vader James lukte om zes jaar op één plek te wonen (14th Street New York) zorgde hij er wél voor dat zijn plannen om te verhuizen die zes jaar lang besproken werden. Toen Henry twaalf was voer het gezin met inmiddels vijf kinderen naar Londen en Parijs. Van daaruit reisden ze per trein en koets naar Genève, terwijl Henry met koorts op een bank lag. Aangezien de vader in Genève geen geschikte school voor zijn zonen kon vinden, reisden ze twee maanden later terug naar Londen, waar ze drie keer binnen een of twee maanden verhuisden. De kinderen wisselden net zo vaak van onderwijzer als van woning. Na zes maanden verhuisden ze weer naar Parijs en wisselden opnieuw drie maal van huis. Het jaar daarop woonden ze in Boulogne, waar Henry tyfus kreeg. Via nogmaals Parijs en nogmaals Boulogne, waar de kinderen ten slotte wat vrienden hadden, vestigde het gezin zich | |
[pagina 33]
| |
weer in de Verenigde Staten. Het was 1858; Henry was vijftien. Nauwelijks een jaar later schreef de vader: Ik heb zo weinig fiducie in het onderwijs hier (...) dat ik heb besloten om naar Europa terug te keren. (...) Mijn vrouw is het helemaal met mij eens en hoewel we de stap in veel opzichten als een persoonlijk offer ervaren, is het duidelijk zo gunstig voor de kinderen dat we naar eer en geweten niet langer mogen aarzelen.Ga naar eindnoot21. Ze gingen naar Zwitserland en Duitsland - de reis die zo gunstig voor de kinderen zou zijn maar die Henry verzuimde te melden in zijn Notes. Het verdringen van bepaalde gegevens en de manier waarop hij zich vastklampte aan de ‘goede’ kanten van het leven werden symptomatisch en zochten compensatie in verhalen als The turn of the screw, ‘die geheimen uit de verbeeldingswereld’Ga naar eindnoot22.. Het is verbazingwekkend hoe vaak Henry's ‘ontworteling’ in de vele boeken die over hem verschenen zijn genoemd wordt, zonder dat de mogelijke psychologische gevolgen daarvan ter sprake komen. Op zijn zeventiende kwam James terecht op een soort technische hogeschool in Genève. Hoewel het een tijd van ‘enkel duister, verspilling en angst’Ga naar eindnoot23. was protesteerde hij niet, wat hem in latere jaren wel verbaasde. Die periode eindigde als een grondig verzwegen mislukking - naar een van zijn beste vrienden schreef hij dat hij het uitstekend maakteGa naar eindnoot24. - als kind en puber had hij maar al te goed geleerd om de schijn der dingen te redden. Volgens zijn ouders werden de problemen op school veroorzaakt door het feit dat hij te veel romans las. Henry had zich echter eerder te veel dan te weinig aan zijn omgeving (inclusief de wensen van zijn ouders) aangepast - een veel subtieler en meer ondermijnend probleem. Toen Henry als adolescent alleen in Londen verbleef schreef hij naar huis dat hij het volledig naar zijn zin had; in werkelijkheid vond hij de stad ‘afschuwelijk, verdorven, wreed’ en zijn onderkomen ‘een onpersoonlijk zwart gat in de grote algemene duisternis’Ga naar eindnoot25.. Leon Edel had op dat moment al opgemerkt dat het onbewogen masker waarmee Henry zijn omgeving tegemoet probeerde te treden niet altijd afdoende was, maar meer nog dan zijn omgeving was het zijn eigen onbewuste dat geen maskers tolereerde. In zijn autobiografische boek A small boy and others beschrijft James een ‘immense hallucinatie’Ga naar eindnoot26. die zijn biograaf in ± 1910 plaatst. Hij droomt dat hij ligt te slapen terwijl er iemand met geweld zijn kamer probeert binnen te dringen. Hij schrikt wakker en klemt zich doodsbang tegen de binnenkant van de deur. Dan is het plotseling Henry die agressief wordt en de deur opengooit. De indringer maakt zich uit de voeten. De jungiaanse psychologie onderscheidt twee soorten droom-interpretatie: ‘het objectieve niveau’, dat de personen en beelden uit de droom in de uiterlijke werkelijkheid van het dagelijks leven plaatst, en ‘het subjectieve niveau’, dat alle elementen uit de droom met het innerlijk leven van de dromer verbindt. Beide zijn waardevol en kunnen naast elkaar gebruikt worden in de psychoanalyse of -therapie, maar in een gegeven situatie kan de ene beter van toepassing zijn of meer betekenis hebben dan de andere. Leon Edel interpreteert Henry's nachtmerrie op het objectieve niveau, waarbij de indringer zijn oudere broer William zou kunnen zijn, eventueel als vertegenwoordiger van het hele gezin. Hij noemt zelf echter al een groot bezwaar tegen zijn uitleg: ‘In de wensdroom werd de overwinning behaald door een directe tegenaanval. In werkelijkheid was het James die vluchtte’Ga naar eindnoot27.. Bovendien kan er in droom noch werkelijkheid sprake zijn van een echte ‘overwinning’: Henry joeg de indringer op de vlucht; zijn levensverhaal duidt op een systematische onderdrukking van emoties. Het feit dat de droom zich in zijn slaapkamer afspeelt en dat hij slaapt (symbolisch voor een slapend bewustzijn) wijst erop dat we met iets zeer intiems te maken hebben, waar hij zelf, in het dagelijks leven, niets van wilde weten. Als de schaduw langere tijd onderworpen is geweest zal hij terugkomen als een bedreigend figuur en het ‘ik’ met geweld overvallen om het te redden - het enige waar hij oorspronkelijk om gevraagd had was erkenning. Maar de indringer verkrijgt geen toegang tot de ogenschijnlijke veiligheid van Henry's kamer: hij verdwijnt ‘in het verschiet, in een reusachtig, prachtig portaal’Ga naar eindnoot28. - d.w.z. in het onbewuste. Het is typerend dat Leon Edel ‘volharding’ in één adem met ‘indirectheid, verborgenheid’ noemt, wanneer hij Henry's ‘overwinning’ bespreektGa naar eindnoot29.. Later vond James troost in de gedachte dat ‘hij zelf blijkbaar nog schrikwekkender was dan de vreselijke bode’Ga naar eindnoot30., een gedachte die dieptragische ironie bevat. De verhalen die James schreef bevestigen het idee dat zijn strijd met de schaduw een centrale plaats in zijn leven innam, en zijn aantekeningen en commentaar laten nog scherper zien wat er in de diepte van psyche gebeurde: in ‘The Jolly Corner’ achtervolgt de hoofdpersoon de geest van wat hij zelf had kunnen zijn, maar valt flauw zodra hij hem inhaalt; als James in zijn aantekenboek op het verhaal terugkomt herinnert hij het zich verkeerd, vertelt opnieuw zijn eigen droom en behaalt weer ‘een soort overwinning’ op de geestverschijningGa naar eindnoot31.. Het is interessant dat James zich alleen in zijn fictie, ‘zijn maîtresse’Ga naar eindnoot32., aan de aanvallen op zijn bewustzijn onderwerpt. | |
The turn of the screwHet creatieve werk groeit uit onbewuste diepte op. (...) Overweegt het creatieve, dan overweegt het onbewuste als levens- en lotvormende kracht tegenover de bewuste wil, en wordt het bewustzijn door een onderaardse stroom meegesleurd als een vaak hulpeloze toeschouwer van wat er gebeurt.Ga naar eindnoot33. Tegen de tijd dat Miles en Quint op het toneel van The turn of the screw verschijnen, in hoofdstuk drie, is het duidelijk dat de algemene sfeer op het landgoed Bly boven het leven van alledag uitstijgt; het vertoont dezelfde hyperbolische effecten die we aantreffen in dromen - dagdroom of nachtmerrie; de omgeving: ‘all the mystery of nature...a charm of stillness - that hush in which something gathers or crouches’ (p. 24/5); het huis: ‘a castle of romance inhabited by a rosy sprite’ (p. 18): de gou- | |
[pagina 34]
| |
vernante: ‘I was under a charm... I saw with greater sharpness’ (p. 24, 27); Flora: ‘the deep sweet serenity indeed of Raphael's holy infants’ (p. 16); Miles: ‘positive fragrance of purity... something divine that I have never found to the same degree in any child... knowing nothing in the world but love’ (p. 23). Als Quint zich voor het eerst vertoont ervaart de gouvernante een Shakespeareaanse kosmische solidariteit (die Jung ‘synchroniciteit’ noemde): ‘it was as if all the rest of the scene had been stricken with death... the rooks stopped cawing in the golden sky’ (pag. 27). Miles wordt zonder enige vorm van uitleg van school gestuurd en die verwijdering steekt luguber af tegen zijn aristocratische achtergrond en engelachtige voorkomen. Als de gouvernante Mrs Grose over de kwestie inlicht wordt de huishoudster terecht in verlegenheid gebracht: de vorige dag had zij met (verdacht) veel nadruk het gedrag van de jongen geprezen. De brief van de voogd toont het gebrek aan verantwoordelijkheid dat we van voogden of pleegouders uit sprookjes kennen. Dat hij de gouvernante vraagt om met het vervelende hoofd der school af te rekenen is misschien gerechtvaardigd (hoewel hij rekening had kunnen houden met het feit dat zij nog maar net in Bly geïnstalleerd is), het nadrukkelijke ‘don't report. Not a word’ (pag. 19) lijkt merkwaardig, overdreven en misplaatst. Het is even vreemd dat Quint de leiding had gekregen over het kasteel en de kinderen: iedereen wist dat hij onbetrouwbaar, geslepen en ‘veel te vrij’ (p. 40) was, iedereen behalve de voogd die hem aanstelde - hij wilde immers niet op de hoogte gehouden worden; ‘if people were all right to him’... (p. 40). Dit egoïsme wordt onderstreept door de latere informatie dat hij de brieven van de kinderen nooit beantwoordde. Mrs Grose durfde hem niets over Quint te vertellen en als de gouvernante haar confronteert met de gevolgen van haar nalatigheid barst ze in tranen uit en geeft toe dat ze dat nooit heeft kunnen verdragen (p. 43). Even later vervolgt zij dat ze nog nooit zo iemand als Quint had ontmoet: ‘He did what he wished... with them all’ (p. 49). Ten slotte: ‘I imagined - and I still imagine. And what I imagine is dreadful’ (p. 49). Op de dag dat Miles in Bly aankomt raakt de gouvernante aan de praat met Mrs Grose, en een van de twee raakt in moeilijkheden: ‘He seems to like us young and pretty!’ Terwijl de dood van Miss Jessel en de oorzaak een mysterieus en pijnlijk onderwerp van gesprek blijven, bevindt de gouvernante zich in dezelfde situatie (met het verschil dat Quint dood is) zonder dat zij ooit enige informatie over de omstandigheden heeft ontvangen. En het is niet de huishoudster die we erop aan kunnen kijken. Dus terwijl de critici zich concentreren op het vraagstuk of het Miles (en Flora) of de gouvernante is die de geestverschijningen ziet, of aan hallucinaties lijdt, verliezen ze uit het oog dat er sprookjesomstandigheden zijn waar alle bewoners van Bly mee te maken hebben en die nièt in één ontspoorde geest gebrouwen worden: de vroegtijdige dood van Quint, de school-kwestie, de vaagheid van het schoolhoofd, het afschuifsysteem van de voogd, de verdwijning en dood van Miss Jessel, de nervositeit van Mrs Grose. ‘Het grote kunstwerk is als een droom’Ga naar eindnoot34. - The turn of the screw vormt een beeld uit de levenslange angstdroom van Henry James; als we dat beeld op het subjectieve niveau interpreteren, verkrijgen we een heldere dwarsdoorsnee van zijn psyche in de moeilijkste fase van zijn leven. | |
Het kindJung hechtte groot belang aan ‘het eeuwige kind in de mens’Ga naar eindnoot35.. Hij ontdekte dat de mens in een ernstig conflict kan komen door ter wille van ambities in de buitenwereld (zoals James' carrière als toneelschrijver!) van zijn wezenlijke karakter te scheiden - Men is daarmee onkinderlijk en kunstmatig geworden, en heeft zo zijn wortels verloren. Dat is een gunstige gelegenheid voor een even heftige confrontatie met de oorspronkelijke waarheid.Ga naar eindnoot36.. Zowel de hulpeloosheid als de buitengewone krachten van het mythische kind zijn expliciet in The turn of the screw aanwezig. Dat Miles uiteindelijk het onderspit delft wijkt af van het gebruikelijke patroon en zegt des te meer over James' persoonlijke mythe: hij was op tragische wijze ‘onkinderlijk’ geworden zonder gebruik te kunnen maken van de ‘confrontatie met de oorspronkelijke waarheid’. Tijdens Jungs eigen confrontatie met het onbewuste - de jarenlange crisis die bepalend voor de rest van zijn leven zou zijn en de fundering voor zijn psychologie legde - overleefde hij een totale ineenstoring door zich over te geven aan de jeugdherinneringen en kinderspelletjes die aan de oppervlakte kwamen. Hij pakte zijn favoriete bezigheid weer op en had al gauw een heel dorp gebouwd uit stenen die hij langs het meer verzamelde. Hij had geen idee waar hij mee bezig was; hij wist alleen dat het hem hielp genezen. Het beeld van het kind sprak James zowel in het dagelijks leven als in zijn fictie sterk aan - in zijn brieven legde de volwassen Henry nog regelmatig het hoofd in moeders schoot - en na zijn crisis in het theater creëerde hij Maisie, Miles en Flora, Nanda | |
[pagina 35]
| |
en andere bedreigde kinderen of adolescenten. Maar in tegenstelling tot Jung, kon James zich slechts gedeeltelijk of kortstondig overgeven aan ‘het kind’; hij durfde zijn rationaliteit nooit geheel uit te schakelen en meestal wist hij veel te goed waar hij mee bezig was.
‘De Oude Pelgrim komt thuis’ (karikatuur Beerbohm, 1913)
| |
De schaduwDe jonge Henry vloekte niet en vond jongens ‘moeilijk om mee te spelen’Ga naar eindnoot38.. Verschillende critici hebben al opgemerkt dat het duistere en ruige in zijn leven en werk ontbreekt en dat hij huiverde van alles wat naar het vulgaire neigde. J.B. Priestley vond dat hij geen deel had aan de strijd die de meeste mensen uitvechten: Hij was de aardige, beleefde Amerikaan die kwam eten, zonder te weten dat Vader bijna failliet was door die Australische affaire, waarom Moeder zo vaak hoofdpijn had, waarom dochter chagrijnig was, waarom Zoon aangeschoten was, waarom de butler en het dienstertje zulke blikken uitwisselden... Het is waar dat hij uiterst nieuwsgierig was, maar hij nam geen deel aan het leven, hij stond er buiten.Ga naar eindnoot39. In The turn of the screw zou Henry James twee kinderen creëren met ‘a gentleness that kept them almost impersonal... like the cherubs of the anecdote’ (p. 31). De gouvernante vermoedt echter dat Flora zich volledig bewust is van de aanwezigheid van Miss Jessel, maar dat ze het voor zich houdt alsof ze gehypnotiseerd is (p. 45); tegen de tijd dat ze Miss Jessel voor de tweede keer ontmoeten merkt de gouvernante op dat Flora geen kind is maar een oude vrouw (p. 96); nadat ze tevergeefs heeft geprobeerd om Flora bewust te maken van Miss Jessels invloed lijken de rollen kind/volwassene omgedraaid: Flora werpt haar een blik van afkeuring toe alsof zij de onderwijzeres is (p. 99); even later is haar uitzonderlijke, kinderlijke schoonheid plotseling verdwenen (p. 101) en uiteindelijk moet ook Mrs Grose erkennen dat ze door en door oud is geworden (p. 103). Het is niet moeilijk om in The picture of Dorian Gray van Oscar Wilde een bron voor Flora's metamorfose te herkennen. The picture is een van die klassieke werken die het onvermijdelijke en invloedrijke van de schaduw beschrijven. Miles en Flora vormen een symbool van de onschuld die zonder de integratie van z'n complement, gepersonifieerd door Quint en Miss Jessel, niet levensvatbaar is. Die schaduwpersoonlijkheid vormt evenzeer een deel van Henry James als het archetypische kind. Bij hun pogingen om de geestverschijningen een plaatsje te geven in hun rationele uiteenzettingen hebben sommige critici het over ‘het abnormale en onbepaalde Kwaad’Ga naar eindnoot40., over ‘de vraag of er een absoluut en bovenmenselijk Kwaad bestaat’Ga naar eindnoot41. en over ‘de latente gruwelijkheden onder de oppervlakte van het dagelijks leven’Ga naar eindnoot42.. Zij doelen allemaal op het ‘normale’ kwaad, dat verdrongen is naar het onbewuste, waar het abnormale, gruwelijke en onbepaalde vormen aanneemt. Volgens Prof. Heilman worstelen de kritische lezers van The turn of the screw met het ‘definiëren van het Kwaad en het identificeren van de manier waarop men zich verontrustend intens bewust wordt van het Kwaad’Ga naar eindnoot43.. Hoewel de critici er schijnbaar niet van doordrongen zijn, vormt dat definiëren en identificeren een groot deel van het levenswerk van Carl Jung. Het is een algemene misvatting om het thema van The turn of the screw te omschrijven als ‘de strijd die het Kwaad voert om de menselijke ziel te bezitten’Ga naar eindnoot44.; het gaat om de strijd die de menselijke ziel met zijn eigen Kwaad voert - het thema der thema's. De gouvernante heeft er waarschijnlijk geen idee van hoe scherp zij dat schaduw-motief omschrijft als ze het heeft over Quints ‘vreemde vrijpostigheid’ en ‘vragende, doordringend onderzoekende aanwezigheid’ (p. 28). Zij verwacht een doorbraak van ‘the little natural man’ in Miles (p. 54), d.w.z. de donkere kant van het leven, die ‘natuurlijk’ blijft zolang hij niet verworpen wordt. Als de gouvernante Miss Jessel aan de andere kant van het meer ziet, probeert ze te ontdekken wat er in Flora omgaat: All sounds from her had previously dropped; and (...) she had, in her play, turned her back to the water. (...) She had picked up a small flat piece of wood, which happened to have in it a little hole that had evidently suggested to her the idea of sticking in another fragment that might figure as a mast and make the thing a boat. This second morsel, as I watched her, she was very markedly and intently attempting to tighten in its place. (p. 44/5) Afgezien van de veelbesproken freudiaanse symboliek, waarbij de stukjes hout de gouvernante tot ‘a neurotic case of sex repression’ bestempelen, staan we hier voor het gegeven dat Flora het water (een archetypisch sym- | |
[pagina 36]
| |
bool voor het onbewuste) de rug toekeert zodra Miss Jessel aan de andere kant ervan verschijnt, en tegelijkertijd een boot probeert te maken; dat is een van de interessantste beelden uit het boek: Flora kan de schaduwzijde van het leven niet onder ogen zien maar wordt er onwillekeurig toe aangetrokken en probeert er even onwillekeurig contact mee te leggen - een onvermijdelijke natuurwet. James deed hetzelfde met zijn The turn of the screw, dat als ‘boot en mast’ fungeert om een indirect contact met zijn onbewuste te leggen. Terwijl de gouvernante de verschijning van Miss Jessel met Mrs Grose probeert te bespreken geeft ze een prachtige indruk van wat er zich afspeelt - het gevecht tussen het bewustzijn en het onbewuste: ‘Flora doesn't want me to know.’ En als ze de vastberadenheid noemt waarmee Miss Jessel haar ogen op Flora gericht houdt - ‘with a kind of fury of intention’ (p. 47) - beschrijft ze de vijandigheid van een schaduwpersoonlijkheid die zich buitengesloten voelt (verg. haar paradoxale opmerking wanneer ze geconfronteerd wordt met Quint: ‘even as he turned away still markedly fixed me’ (p. 28). | |
De animaDe gouvernante vertegenwoordigt het deel van Henry James dat diep van binnen alles van de schaduw afweet; zij is vrouwelijk, sensitief, intuïtief gericht en helderziend. Ook zij vecht wanhopig voor erkenning en handelt meedogenloos wanneer ze niet geaccepteerd wordt. Zij probeert haar doel tot elke prijs te bereiken en wordt de belichaming van ‘de confrontatie’; zij zet zich in voor het bewustzijn, de integratie van de schaduw, en een synthese van het mannelijke en vrouwelijke (een belangrijke voorwaarde voor psychologische ‘heelwording’). ‘I had seen him [Miles]7 on the instant, without and within’ (p. 23) - de ik-figuur uit The turn of the screw is een archetypische gedaante, die in het bezit is van wat Jung het ‘absolute weten’ noemde, een instinct, een mythisch inzicht dat sinister en meedogenloos kan zijn, en dat vaak gestalte krijgt in de anima. Het is opvallend dat F.R. Leavis, een van de belangrijkste critici van deze eeuw, over de ‘helderziende, morele intelligentie’ en ‘helderziend morele verbeeldingskracht’ van Henry James zelf schrijft: ‘een morele verfijndheid die het waarnemingsvermogen van zijn critici zover te boven gaat dat zij in staat zijn hem van het tegenovergestelde te beschuldigen’Ga naar eindnoot45.. Dat doet me op zijn beurt weer denken aan de ‘diepere psychologie’ die T.S. Eliot in James' werken bespeurde, ‘een soort zintuig, een medium, dat niets met “zien” te maken heeft’: Vergeleken bij de mensen uit James' boeken lijken die van andere schrijvers slechts per ongeluk in hetzelfde boek voor te komen. Dat is natuurlijk iets ontstellends wat zich echter pas goed laat gelden in verhalen als The turn of the screw. (...) Het maakt zowel de lezer als de personen uit het boek op een onbehaaglijke manier tot slachtoffer van een meedogenloze helderziendheid.Ga naar eindnoot46. De resultaten van dat ‘contact van geest tot geest’Ga naar eindnoot47. zijn ontstellend en onbehaaglijk omdat het de schaduwpersoonlijkheid en diens diep verborgen waarheden openbaart (bij zowel de personen uit de boeken als de lezers) - het onbewuste aan het werk.
Henry James
Soms vindt een belangrijke fase in het individuatieproces (de groei naar het evenwicht tussen het bewustzijn en het onbewuste) uitdrukking in een kunstwerk. Als het onbewuste zich op die manier presenteert gaat het meestal om onwelkome, irrationele gegevens die niet op eigen gelegenheid tot het bewustzijn konden doordringen, onderdrukt als ze waren. Jung legt uit dat een zogenaamde slechte bui of emotionele depressie in wezen een pijnlijke indringing van het onbewuste betekent. Vaak is het makkelijk genoeg om allerlei rationele verklaringen te geven voor dergelijke stemmingen, maar even zo vaak blijken die niet te voldoen. De beste manier om de onderliggende oorzaken bewust te maken is een totale overgave aan alle emoties, bijv. door de fantasieën en associaties die boven | |
[pagina 37]
| |
komen op te schrijven. Een volledige overgave vormt een genezend en stimulerend proces, maar James' Voorwoord bij The turn of the screw en zijn commentaar in brieven tonen aan dat zijn intellectuele gegoochel met woorden de resultaten in zijn geval teniet deden. Rationeel gezien herstelde hij zich van de depressie die volgde op zijn pijnlijke ervaring op het toneel in 1895. Intussen schreef hij verhalen over hoogst ongelukkige kinderen en in zijn commentaar op The turn of the screw zegt Leon Edel dat James nog nooit zo ingespannen had gewerkt. Die intensiteit werd veroorzaakt door de aanwezigheid van de archetypen: het gekwelde kind, de kwellende schaduw en de alwetende anima - ‘als je je met een intellectueel standpunt vereenzelvigt, dan stelt het gevoel zich, in de gedaante van de anima, vijandig tegenover je op’Ga naar eindnoot48.. De vrouwelijke verteller van het verhaal intrigeerde James, maar wekte ook ergernis (over het algemeen maakte hij geen gebruik van een ik-figuur in zijn lange verhalen, omdat hij bang was voor een te grote ‘zelf-openbaring’). Hij wist niet goed raad met de vrouwelijke kant van zijn persoonlijkheid; zoals we gezien hebben hangt dat nauw samen met zijn algemene angst voor intimiteit. Het is typerend dat hij acteurs exhibitionistisch vond (hij noemde Quint herhaaldelijk een acteur). Volgens Henry's vader zou hij van al zijn problemen af zijn als hij maar eens verliefd werd, maar dat kon hij niet; zijn emotionele leven was vanaf het begin ontworteld en zijn gevoeligheid werd niet voldoende opgevangen. Dat is wat critici ‘het onvolledige en onverklaarbare’Ga naar eindnoot49. of ‘ongezonde’Ga naar eindnoot50. in James noemen - in 1918 merkte Ezra Pound al op dat ‘het dwazen waren die zeiden dat die man niet voèlde’Ga naar eindnoot51.. Onbewust moet James blij geweest zijn met de uitlaatklep die de gouvernante hem bood; aan de andere kant vormde zij een bedreiging voor zijn maskers. Dat we een dergelijke ambivalentie ook onder de literaire critici aantreffen, onderstreept het feit dat we te maken hebben met een archetypische gedaante; of een criticus de gouvernante als een christelijke engel beschouwt of als ‘een castrerend vrouwspersoon’Ga naar eindnoot52. of ‘de koninklijke hoer Jezebel’Ga naar eindnoot53. hangt af van zijn eigen relatie met zijn onbewuste.
Jung behandelde eens een vrouw die door zijn collega's als schizofreen bestempeld was. Hij besloot het geval op zijn eigen manier te onderzoeken en kwam achter haar tragische geschiedenis, aan het einde waarvan de patiënt half-bewust en zonder in te grijpen toekeek hoe haar dochtertje van vier en zoontje van twee van het zwaar verontreinigde badwater dronken. Het meisje kreeg tyfus en stierf. Jung achterhaalde de meeste geheimen van de patiënt op een indirecte manier, met behulp van haar dromen en zijn associatie-tests, en moest beslissen of hij openlijk met haar zou praten. Het dilemma bracht hem in een groot gewetens- en beroepsconflict; hij onderkende de risico's en zijn collega's verwierpen elke suggestie in die richting. Toch koos hij voor therapie en vertelde zijn patiënt alles wat hij ontdekt had, inclusief het feit dat zij een moord begaan had. Het lukte haar de feiten te accepteren; twee weken later kon ze ontslagen worden en hoefde nooit meer opgenomen te worden. Het ‘openlijk spreken’ en de bewuste erkenning van wat onderdrukt is geweest staat centraal in The turn of the screw. De confrontatie tussen Miles, Quint en de gouvernante heeft veel weg van een psychoanalytisch proces, met een sterke overdracht en tegenoverdracht. Jung noemt vaak de strijd waarin de analyticus even zwaar beproefd wordt als de patiënt. Hij ziet het proces als een serie conflicten die van alle betrokkenen offers kunnen vragen en waarbij de analyticus makkelijk de rol van ‘advocaat van de duivel’ wordt toebedeeld - ‘You devil!’, roept Miles vlak voordat hij sterft (p. 121), en in puur taalkundig opzicht kunnen we niet vaststellen of hij daarmee Peter Quint of de gouvernante bedoelt. Wanneer critici de gouvernante beschimpen, vergeten ze vaak aandacht te besteden aan Miles' gedrag vóórdat zij haar intrek neemt in Bly; hij werd tenslotte van school gestuurd, wat op het instituut waar Miles ongetwijfeld naar toe ging op hoogst uitzonderlijke gedragingen wijst, en was ook bepaald niet aardig tegen Mrs Grose geweest; hij praat niet over school, leraren of klasgenoten; hij vraagt niet of hij een vriendje mag uitnodigen voor de vakantie en ook wordt hij zelf niet uitgenodigd; er wordt evenmin geschreven met iemand van school; het verleden bestaat niet. Miles en Henry hielden zich lange tijd staande achter een façade van onschuld en geluk, d.w.z. van ‘sociaal decorum’Ga naar eindnoot54.. De schaduw die Henry in zijn slaap verjoeg kwam terug in The turn of the screw. | |
Slotwoord: na The turn of the screwHet groeiende werk is het noodlot van de schrijver en bepaalt zijn psychologie.Ga naar eindnoot55. Miles gaat ten onder. Iets moois en onschuldigs wordt geconfronteerd met het kwaad en sterft zodra het gedwongen wordt die schaduw bij de naam te noemen. Een jungiaanse therapeut zou de dromer van die nachtmerrie hebben uitgelegd dat Quint een produkt was van zijn eigen innerlijke wereld; hij kon niet verjaagd worden, maar wel ‘overwonnen’ door aanvaarding en integratie. De eenzaamheid en zware aanvallen van melancholie en depressiviteit in de laatste levensjaren van Henry James wijzen erop dat ook hij het niet redde. Er kwam een periode waarin hij veertig jaar aan brieven, manuscripten en aantekeningen verbrandde. De behoefte om zijn intiemste zaken te vernietigen duidt op een kwetsbaarheid die verbonden was met de schaduw, de anima en het kind dat nog steeds stierf - meer nog dan de droefheid (zoals Leon Edel oppertGa naar eindnoot56.), was het de angst voor het ‘openlijk spreken’ die hem tot die daad aanzette. Kort daarop schreef hij aan een vriend dat ‘zijn geest rustiger was’Ga naar eindnoot57.. Het was dezelfde periode waarin hij zijn beroemde reeks Voorwoorden schreef bij de New York-uitgave van zijn Verzameld Werk (1907-1909) - ‘narcistisch kunst- en vliegwerk’, zoals Prof. Walsh ze terecht noemtGa naar eindnoot58.. Had James ooit beweerd dat ‘de fantasie z'n eigen leven leidt’Ga naar eindnoot59., in zijn Voorwoord bij The turn of the screw noemt hij het boekje een ‘vernuftige amusette’ vol ‘koele, technische berekeningen’. In de brieven die hij onmiddellijk na | |
[pagina 38]
| |
het verschijnen van The turn of the screw verstuurde, schreef hij: As regards a presentation of things so fantastic as in that wanton little Tale, I can only rather blush to see real substance read into them.Ga naar eindnoot60. Tegelijkertijd schreef hij: ‘het is in wezen een puur commercieel werkje en een jeu d'esprit’Ga naar eindnoot62. - het is duidelijk dat James zich niet op z'n gemak voelde; het Voorwoord bevat een aantal knappe literaire afleidingsmanoeuvres, zoals zijn quasi nonchalante bewering dat de geestverschijningen ‘slechts’ sprookjesfiguren zijn... In Peter Coveney's worden: ‘de handen van de kunstenaar worden zeer zorgvuldig gewassen...’Ga naar eindnoot63.. Bij het schrijven van The turn of the screw had James' fantasie zijn eigen leven geleid, ondanks de kneepjes van het vak; in tweede instantie was er wat Jung ‘de intellectuele greep naar de macht’ noemt - ‘Dat dient heimelijk het doel zichzelf aan de werking van het archetype - en daarmee aan de werkelijke ervaring - te kunnen onttrekken’: Volgens mijn ervaring horen daarom de zogenaamde intellectuelen - naast de habituele leugenaars - tot de moeilijkste en ondankbaarste patiënten, want bij hen weet de ene hand nooit wat de andere doet. Ze cultiveren een psychologie ‘à compartiments’ (in vakken). Met een intellect, dat door geen gevoel gecontroleerd wordt, kan men zich overal van afmaken - en toch heeft men een neurose.Ga naar eindnoot64. Volgens Peter Coveney wordt kunst wel beschouwd als ‘de beheerste neurose’Ga naar eindnoot65.. Het is interessant dat hij The turn of the screw door het gebrek aan beheersing een veel minder waardevol kunstwerk vindt dan James' What Maisie knew, waarin een meisje van een jaar of acht het slachtoffer wordt van corrupte ouders en pleegouders. Wat we echter aan gebrek aan beheersing tegenkomen temidden van de ‘koude technische berekeningen’ behoort tot het beste dat Henry James ons bood. Dat één figuur uit een verhaal zulke radicaal tegengestelde reacties teweeg brengt is een effect dat zelfs een ras-schrijver als Henry James onmogelijk bewúst kan bereiken. Hier speelt het onbewuste een hoofdrol en niet alleen dat van de schrijver maar ook van de lezer en criticus. Zelden heeft een kunstwerk zich zo sterk voor projecties geleend als The turn of the screw. In de loop van deze eeuw is gebleken dat die ‘amusette’ de uitstraling van een klassieke mythe heeft. |
|