Het was het beste Anne Kanutte aan het woord te laten. Verscholen achter haar enorme praattalent hoefden ze tenminste geen smoezen en uitvluchten te verzinnen. Leugens was een onelegant woord dat niet bij het verhevene paste, dat tussen Solborg Flaten en Salve Steffensen Strøm bestond, waar ze een klein snuifje van namen tijdens de meditatietijd en zich gedurende het weekend op voorbereidden. Op maandag namelijk, klokslag 18.00 uur, was er bij Solborg thuis een vergadering van de jeugdleiders. Rond 19.25 uur wenste S.St. Strøm de andere deelnemers aan de bijeenkomst een goedenavond voor haar deur, sloeg dan snel de hoek om en sloot zich op in het lokaal van de Jeugdclub. Daar kwam men op maandag niet bijeen. Hij liep er snel doorheen, draaide een duister en bochtig gangenstelsel in, een paar trappen op en ging dan bij Solborg door de achterdeur naar binnen, waar ze al op hem stond te wachten met de deur op een kier. Dan brak het Uur voor Salve Steffensen Strøm en Soborg Flaten aan, een uur waarin ze samen met een laatste kop koffie en Solborgs heerlijke Parijse wafeltjes zaten te praten over hun zuivere en verheven gevoelens voor elkaar. Een enkele keer kwam het voor dat ze elkaar bij de hand hielden en het gebeurde ook wel eens dat hij haar snel en nerveus over het haar streek, vlak voor hij om 20.35 uur weer vertrok. Dan moest hij tien minuten lopen voor hij thuis was, maar Anne Kanutte kwam nooit vóór 21.15 uur terug van haar vergadering met het Tuin-Genootschap. Hij had dan precies nog tijd om wat hapjes voor een gezellige avond klaarte maken. Op maandag waren dat boterhammen met garnalen, en er was ernstige stereomuziek.
Niemand kon zeggen dat S.St. Strøm zijn vrouw verwaarloosde. Ook zij had het erg druk, want naast haar interesse voortuinen had ze ook nog zorg voor bejaarden. Maar ze hielden vast aan een gezellig avonduurtje samen. Dit werd, met uitzondering van de maandag, altijd door Anne Kanutte verzorgd en de timing was afhankelijk van vergaderingen en tv-programma's.
Een dagindeling is een goed ding. Na een ongereglementeerde zomer met rommel en ongelukkige vakantiecombinaties wist S.St. Strøm deze maandag in augustus zeker dat Solborg ruim op tijd een kopie had gekregen van het programma van de Jeugdclub en de leidersvergaderingen. Dit drukwerk was verder eigenlijk een liefdevolle groet van hem aan haar die gedurende acht jaar niet één keer had verzuimd haar hoofd een beetje hoger te heffen als antwoord op zijn groet.
Maar deze maandagmorgen gebeurde het dat ze haar ogen niet opsloeg. Salve Steffensen Strøms hand verstijfde in de lucht alsof hij nu echt met zijn arm vastzat. Kort daarop moest hij zijn arm naar beneden halen om zich in zijn ogen te wrijven. Hij had het zeker niet goed gezien. Ze kon hem niet zo afschepen na al die jaren dat hij wat met haar gehad had. Wat gehad had - dat was geen passende uitdrukking. Zo lang de verhouding geduurd had dan. Nee, verhouding - dat was een té beladen woord. En vriendschap klonk weer te gewoon. Hij kon geen passend woord vinden, maar toch - acht jaar lang. Maar dit was nog niet eerder voorgekomen.
Hij merkte dat hij door een ergerlijke onrust in de war was geraakt, die dag. Gewoonlijk had hij het achter de toonbank naar zijn zin. Hij liep geregeld door de zaak wanneer er bijzonder belangrijke klanten waren die de aandacht van de chef persoonlijk verdienden. Nu ontdekte hij gelukkig op tijd dat hij meer zin had om de veren op de hoed van mevrouw Madsen, de vrouw van groothandelaar Madsen, met bladluis-spray te bewerken. Daarom verdween hij snel het kantoortje in, naar de jonge Larsen van de Jeugdclub die hij op proef had genomen. Maar na korte tijd bleek dat hij ook daar klanten door de telefoon af blafte. Weliswaar zwéég Larsen, maar toen hij ten slotte bleek en verbeten de telefoon uit de hand van zijn chef griste, dwars over de tafel, kreeg S.St. Strøm een ernstige waarschuwing dat privé gevoelens niet thuis hoorden in het zakenleven. Het was niet de bedoeling dat Solborgs nukken zijn klanten uit de zaak verjoegen.
Nukken was een prima woord. Het redde zijn eetlust voor de maandagse vleespastei en na een lekker middagdutje zag hij duidelijk in dat hij natuurlijk wel een verklaring voor haar gedrag zou krijgen wanneer ze elkaar troffen. Er kon immers niet zoveel aan de hand zijn, want Solborg was de vijfendertig al gepasseerd en je kon niet zeggen dat ze nou in de aanzoeken zwom. Hij ging met het gebruikelijke vuur in zijn pas naar de leidersvergadering - hij herinnerde zich nauwelijks nog dat er die dag iets anders was dan anders. In het gezelschap van anderen lieten ze nooit merken dat er iets tussen hen bestond. De vergadering verliep bijna koortsachtig. Op de eerste vergadering in de herfst waren er altijd zoveel ideeën na alle indrukken van vakantiereizen naar allerlei landen. Het kwam er nu op aan af te remmen en te selecteren, en ervoor te zorgen dat niemand bruusk afgewezen werd - daar kreeg je alleen maar moeilijkheden mee. Zoals gewoonlijk was hij de situatie meester. Pas nadat de vergadering gesloten was, bleek dat er toch iets met Solborg aan de hand was. Ze gooide zomaar een jas over haar schouders en liep met juffrouw Stien mee. Onderweg naar de trap verkondigde ze dat ze naar de Holgersens ging, die aan de Brattvegen woonden - ze had daar een plant uitbesteed toen ze met vakantie ging. De dames kregen een lift met de auto aangeboden, maar Solborg sloeg dat af. Ze wilde een eindje lopen en terug kon ze de bus nemen. Salve Steffensen Strøm was helemaal in de war. Bij het afscheid nemen voor de poort probeerde hij haar blik te vangen, maar zij zorgde ervoor dat ze niet in zijn richting keek. Eén ding was hem duidelijk: hijzelf moest niets opvallends doen. Toen sloeg hij de hoek om en sloot zich op in het clublokaal, zoals gewoonlijk. En bijna automatisch liep hij de achtertrappen op, hoewel het langzaam tot hem doordrong dat dit pure onzin was, aangezien Solborg niet thuis was. Het was alleen een beetje te onbegrijpelijk - dit moest een
vergissing zijn. Ze bedacht vast iets om juffrouw Stien af te schepen, en kwam dan snel weer terug. In deze verwachting stond hij bij haar achterdeur te luisteren, zo lang dat het bijna onverantwoord was. Het zou een schande zijn als hij hier in het trappehuis gezien werd.
Goed en wel terug in het clublokaal keek hij op de klok en begon te rekenen. Ze kon de bus van kwart over acht halen als ze tenminste nergens bleef kletsen. Rond half negen kon ze hier zijn, en als hij voor een keertje wat later thuiskwam, was dat makkelijker te verklaren dan wanneer hij naar huis ging en later op de avond weer verdween.
Maar het lange wachten en opnieuw gaan luisteren hielpen niet. Nog een halfuur moest hij daar in dat muffe, verlaten clublokaal blijven. Maar eindelijk om negen uur was het geluid van de maandagse film bij Solborg Flaten te horen. Hij belde aan. Het speet hem meteen dat hij niet de hoofdtrap had genomen. Stel je voor dat ze een vriendin te logeren had, en dat die opendeed! Ja, zo zat het natuurlijk! Over een paar seconden zou hij ontmaskerd worden - op de achtertrap!
Hij greep bliksemsnel naar een deur die dwars op de galerijdeur stond. Een oude plee nog van voor de tijd dat er in de hal een douche en wc waren aangebracht. Verdwaasd plofte hij neer op de zitting en trok de deur dicht. Buiten kon hij de achterdeur horen opengaan. Er viel een schaduw op het groot uitgevallen sleutelgat van de pleedeur. Hij kuchte, hees zich snel overeind om te kijken of het Solborg was die daarbuiten stond. Hij deed dit iets te snel, want hij viel tegen de deuren natuurlijk hield die rotklink het niet. Hij kwam op handen en knieën voor Solborgs voeten terecht. Beelden uit verschillende Mad movies schoten door zijn hoofd. Hij probeerde zich altijd boven dergelijke humor te verheffen, en het was een kleine schok zichzelf in een rol terug te vinden die daar bedroevend veel op leek. Solborg lachte - schaterde zonder geluid.
‘Solborg,’ steunde hij. ‘Solborg!’
‘Ssst,’ fluisterde zij. ‘Kom liever naar binnen, zodat je niet nog meer lawaai maakt. - Maar dit is de laatste keer,’ zei ze, toen de deur achter hen goed gesloten was.
Het was maar goed dat hij weer was gaan staan, want anders zou hij haar op z'n knieën gesmeekt hebben zulke dingen niet te zeggen. Nu trok hij zijn jasje goed over zijn schouders en zei waardig dat hij zich een beetje onwel had gevoeld, toen hij beneden in het clublokaal bezig was en gewoontegetrouw was hij hierheen gekomen om om raad te vragen. Toen kreeg hij een soort duizelig gevoel na die ren de trap op. Daarom ging hij dat closet in om te kijken of er water was, want ook al had hij aangebeld, het was helemaal niet zeker dat zij thuis was. En vermoedelijk had hij zich te bruusk omgekeerd toen hij haar in de deur hoorde, zodat hij zich bezeerde.
Solborg kreeg medelijden en zei dat er buikgriep heerste. Dan kon ze kamferdruppels aanbevelen. Ze zocht snel de druppels