[Vervolg Nederlandse jurisprudentie]
vervolg van 48
tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van 21 Jan. 1963, houdende in hoger beroep bevestiging onder overneming der gronden van een vonnis van de Rb. te Haarlem van 6 Sept. 1962, waarbij req. wegens ‘het plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren’, met aanhaling van de artt. 247, 14a, 14b, 27 Sr., is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor den tijd van twee maanden, waarvan een maand voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
De Rb. (=rechtbank) heeft art. 247 Sr. (=Wetboek van Strafrecht) toepasselijk geacht en ‘de eer gehad’ het beroep in cassatie te verwerpen, het beroep dat Jan Hanlo, J.B.M.R.H. te V., op mensen deed. Shame and scandal in the family!
Na de dood van Jan is er over die familie geschreven dat ze Jan altijd heeft laten ‘stikken’ en ook tijdens mijn speurtochten doken dergelijke verhalen vaak op. Men las indertijd in de HP wel het artikel ‘Een soort sluw kind’ (28 juni 1969), maar dat er kort daarop een stukje uit het dagboek van Marijke Niemeijer-Hanlo (=Maria Henriette, *1920, zie stamboom) verscheen, is de meesten niet opgevallen. Zowel voor de familie als voor ons, lezers, lijkt me dit een belangrijk dokument. (N.B. Oom Paul is Paulus Henricus Maria Josephus Hanlo, 1887-1968, zie stamboom, en Tante Emma is de moeder van Loekie en Emmy Crobach, 1890-1982).
Van Jonkheer Everard ontving ik ook nog enkele correcties toen ‘JH als Jezus’ al gezet was:
De steenen van de steenenregen van Bernard vallen beslist niet uit het plafond. De eerste aanval is meestal vanaf het dak, maar niemand is ooit gevonden. Dan volgen plotsklaps op ongezette tijden steenen in de vertrekken, ze breken spiegels tafelgereedschap vaatwerk enz. Er zijn groote steenen bij en kleinere net alsof ze opgeraapt zijn in de kebon. De marechaussee die met veel man het huis bewaakte heeft nooit een dader gevonden, want er kwamen geen gaten in muren of dak voor. Zelf geloofde ik er niet zoo in, maar toen ik in Indië was en gelukkig wel de adat kende en in aanraking kwam met verschillende onverklaarbare dingen, was dit maar een eenvoudig geval. (Uit: brief gedateerd 5 april 1984).
Ja, sommige gevallen zijn zéér eenvoudig, zie ook het jurisprudentie-geval.