James Brockway
Herr Issyvoo vertalen
A single man van Isherwood had ik - het spreekt vanzelf - niet moeten vertalen. Een Engelse roman in het Nederlands door een Engelsman laten vertalen?! Dat kan, dat moet, dat mag niet. Ik heb het intussen toch gedaan en misschien juist dáárom - voor een deel tenminste. Ik heb nooit veel van ‘moet niet’, ‘mag niet’, ‘kan niet’ gehouden. Maar een belangrijker reden voor mijn ongewone, maar lang niet onbezonnen daad lag hierin dat ik, toen ik het verzoek ontving om die roman uit 1964 te willen vertalen, de verleiding deze keer gewoon niet kon weerstaan. Het kwam ook door een misverstand van een soort dat zich al eerder en zelfs meerdere malen had voorgedaan.
In die dagen besprak ik de jongste Engelse romans in de NRC, na hetzelfde een tijdlang voor het Algemeen Handelsblad te hebben gedaan. Dat was natuurlijk in de good old days, toen alles langzamer en beter liep en het Nederlandse volk zich nog twéé zulke bladen kon permitteren - in de dagen, dat wil zeggen, toen het ‘economisch denken’ de teugels nog niet volkomen in handen had en de ‘kuituur’ nog niet economisch gestroomlijnd hoefde te worden. In die prachtige dagen schreef ik ook artikelen en een ‘Brief uit Londen’ voor Litterair Paspoort, dat in 1973 ophield te bestaan en daarna nooit meer, zeker niet in zijn herboren, nogal aseptische vorm van na 1976, zijn vroegere, echt-internationale karakter en allure wist te hervinden. (Het lijkt al, of ik over de praehistorie schrijf, of in ieder geval over een glorietijd vóór de Zondvloed - so be it.)
Door deze besprekingen ontstond het misverstand dat tot mijn vertaling van Isherwoods roman leidde. Menig uitgever in Nederland - die mijn namaak-Nederlands niet voldoende nauwkeurig onder de loep had genomen - verkeerde namelijk in de veronderstelling dat ik een Nederlander was die achter dat dwaze pseudoniem ‘James Brockway’ schuilde, en zo ontving ik herhaaldelijk verzoeken om de Engelse roman die ik zojuist in de pers enthousiast had besproken, te willen vertalen. Voor ‘next to nothing’, wel te verstaan (in het geval van het Isherwood-boek werd f 700 aangeboden), want alle uitgevers, behalve die in Japan, lijken steeds aan de rand van het faillissement te staan als het op het honoreren van vertalers aankomt.
Nu, er bestaat voor mij een groot verschil - in fact, a horrible, yawning chasm - tussen het schrijven van een bespreking in het Nederlands en het overbrengen van een Engelse roman naar het Nederlands. In het eerste geval lukt het me altijd een weg om een taalprobleem heen te vinden. Als ik niet precies weet, hoe je wat ik zeggen wil, in het Nederlands uitdrukt, kan ik naar een andere formule zoeken, waarvan ik wel zeker ben. Maar bij een vertaling staat de zaak heel anders - a very different kettle of fish. De bestaande tekst staat er - hij kijkt je brutaal en uitdagend van de bladzijde aan en stelt zijn onverbiddelijke eisen. Hij is een onbuigzaam tiran - a very awkward customer - die alle omwegen resoluut uitsluit. Er kan van omwegen geen sprake zijn... tenzij je natuurlijk een slechte vertaler bent.
Dus heb ik steeds alle aanbiedingen van Nederlandse uitgevers braaf geweigerd. Totdat men bij Hollandia op een dag een brief schreef: of ik ervoor voelde de roman A single man van Isherwood, die ik zojuist in de NRC zo warm had begroet, in het Nederlands te vertalen? Die kans leek mij te mooi om hem ongegrepen voorbij te laten gaan. Het gegeven - een dag uit het leven van een homofiel intellectueel, die zich oud begint te voelen - maar dan vooral de magnifiek beheerste wijze waarop Isherwood zijn gevoelige thema behandeld had - vond ik heel aantrekkelijk. Ik wilde zijn boek heel graag vertalen.
Lang hiervoor was ik door Isherwoods manier van schrijven gefascineerd geraakt. Ik kon zijn methode niet helemaal peilen. Hij was gewend een ogenschijnlijk eenvoudige, direkte stijl toe te passen, waarvan de uitwerking echter op een heel curieuze wijze allesbehalve eenvoudig is en ook niet direkt, eerder heimelijk en subtiel. Een met dit fascinerende middel geschreven roman leek mij een boeiend vertaalobjekt en het vertalen ervan een ervaring die ik perse wilde opdoen. Zover ik kon zien, waren er geen grote of speciale vertaalproblemen - Isherwood was op zichzelf, tenminste aan de oppervlakte, ‘straightforward’. Bovendien leek me het idee van een door een Engelsman in het Nederlands vertaalde roman heel amusant. Waarom zou dat niet voor één keer een feit mogen worden? Waarom de wereld niet voor één keer op z'n kop gezet? Voor één keer dan - just once for all time. Het leek me zo'n heerlijk onverantwoord, ónNederlands iets om te doen. Ik heb de opdracht dus aangenomen, maar onder voorwaarde dat bij het uittypen door een kennis van mij niets dat niet ‘echt Nederlands’ klonk door de beugel mocht gaan. Daar zouden wij elkaar over moeten raadplegen. Daar zou ik mee geholpen worden.
Degene die ik voor deze delicate taak koos, leek mij hiervoor zeer geschikt. Zij was stellig niet de eerste de beste. Het betrof een zekere Dien van Wageningen, die mij al enige tijd bijstond met het uittypen van mijn werk.
Dien was een Mulisch-fan. Hiernaast was zij de vriendin van de dichter Jan Engelman, die zij ook tijdens diens laatste levensjaren verpleegde en verzorgde en wel in het huis van de Nederlandse componist, wijlen Alphons Diepenbrock, achter het Concertgebouw, waar Engelman vroeger met zijn voormalige vriendin, Johanna Diepenbrock, dochter van de componist, had gewoond. Dien had ook enkele van mijn vertalingen uit het werk van Jan Wolkers uitgetypt. Op een avond kwam zij langs toen Gerard Reve - toentertijd Gerard Kornelis van het Reve - bij mij zat. Zodra deze omstreeks twee uur 's middags was binnengekomen en ontdekt had dat ik door een beenletsel aan mijn divan geketend lag, maakte hij mij zijn voornemen bekend mijn flat niet te zullen verlaten voordat hij iedere druppel alcohol uit al de flessen in zijn maag had gewerkt. Hij was pas op de helft van zijn aan zichzelf toegewezen taak, toen Dien om half zes binnenstapte. Vandaar misschien het toneelstuk dat Gerard daarna voor ons opvoerde. Na te hebben verkondigd dat hij een plas moest doen, liep hij naar de badkamer, de kamerdeur en de deur van de badkamer achter zich open latend, opdat zijn performance in de wc hoorbaar zou zijn. Terug in de kamer ontdekte hij met een theatraal gebaar dat hij vergeten was zijn gulp dicht te doen, welke handeling heel demonstratief en midden in de kamer plaatsvond. Gerard had zojuist zijn toneelflop Inspekteur Fennedy zien opvoeren en was plotseling een deskundige op theatergebied geworden, wat veel verklaarde. Bovendien was wat men bij een ander als vervelend zou ervaren bij hem op de een of andere manier steeds toelaatbaar en zelfs charmant.
Alles bij elkaar leek mij dit voldoende inwijding voor Dien om aan haar de typ- en bijschaaftaak in zake de Isherwood-vertaling toe te vertrouwen. Zij zat echter in Amsterdam terwijl ik intussen naar Engeland was teruggegaan. Dus vlogen pakjes met klad en pakjes met keurig uitgetypt en bijgeschaafd vertaalwerk enkele weken lang heen en weer tussen Cornwall en de Nederlandse hoofdstad - heen en weer en heen en weer, totdat wij tot een eindtekst waren gekomen.
Inmiddels had ik Isherwood in Santa Monica op de hoogte gebracht van deze werkwijze en hem ook een paar vragen over zijn tekst gesteld. Nergens zat enige onduidelijkheid in zijn schrijven en mijn vragen konden dus beperkt blijven tot de verificatie van een paar typisch Amerikaanse uitdrukkingen, die in het Engels nog niet gangbaar waren. Bij het stellen van zulke vragen moet de vertaler niet schromen een wat naïeve figuur te slaan: het is altijd beter te vragen, zelfs als je denkt dat je iets weet maar toch geen honderd procent zekerheid hebt. Bovendien geeft het antwoord op je vragen dikwijls de precieze nuance weer - of de bedoelde associaties van de gebezigde uitdrukking.
Isherwoods antwoord muntte uit door zijn promptheid, charmante beleefdheid, duidelijkheid en zakelijkheid. Het was het antwoord van een ambachtsman, een craftsman, die direkt