Bzzlletin. Jaargang 12(1983-1984)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Roeland Fossen Twee gedichten Ellewoutsdijk De wind slaat gaten in het gehoor, regelt het geluid der jassen. Een bocht waar water de dijk omarmt een nooit te vertrouwen omhelzing. Stilstaan, kijken naar waar niets gebeurt. ‘Gaan we nu? Wat zie je toch?’ Een vastgelopen tanker, Terneuzen stijf en helder aan de overkant waar nooit een kiem van hoop kans gezien heeft iets te worden, te verworden. Waar je ook bent, blijf daar, we hebben onze eigen industrie, vinden partners om mee om te gaan. ‘Ja goed, we gaan zo, nog even.’ Af en toe hier komen, niet om te zien hoe alles was, het is nooit veel geweest, niet vragen naar je onzegbaarheid, me tevreden stellen met het verdrag dat op en neer schuift tussen het basalt. Ditmaal heb ik iemand bij me die wil gaan, die weten wil waar ik aan denk, ze is hier voor het eerst ze houdt mijn arm vast heeft het koud, we zijn verliefd, ik toon haar deze plek waar ik nooit verder kom. Gestremde beweging Wat je uittrok is nooit meer aangegaan Na verloop van tijd kreeg dit inzicht Iets klassieks, een boekomslag te hoog In vaders kast, alleen maar kijken: Je handen aan de zoom, je armen die zich Strekten, je hoofd verdween, een ruggegraat Die naar mijn wellust glom weerspiegelde je Niet te stelpen drang veerkrachtig te bewegen Met de R4 over de IJsselbrug om daarvandaan Elke denkbare richting te proberen, gestroomlijnd Zochten we naar we vinden het niet hier Nu de inspiratie aan het IJ te dringen staat Ziet ze in dezelfde golfslag, soortgelijke stroom Een wissellijst voor onveranderlijke vormen Vorige Volgende