[Vervolg Herinneringen en een brief]
vervolg van 30
Hij moet dat onderwerp zelf hebben aangesneden. Of hij toen al vermoed heeft wat hem misschien te wachten stond is mij niet bekend. Betrekkelijk kort daarna, op 13 augustus 1972, is hij gestorven aan een hersentumor. Ik heb dat pas later gehoord.
Ondanks het gebrekkige contact is zijn persoonlijkheid mij zo sterk bijgebleven dat ik lang nadien, zonder duidelijke aanleiding, nog eens een kort In Memoriam heb geschreven en gepubliceerd. Ik heb daar geen andere verklaring voor dan dat hij mij meer gefascineerd moet hebben dan ik zelf wel wist. Zo is het denk ik ook met zijn poëzie. Een van de trucages daarin heeft hij mij bij dat eerste en laatste bezoek zelf geopenbaard. Hoe leest u het einde van ‘Rococo’? vroeg hij. Ik las het voor zoals het er staat:
‘en o bepoederde horreur,
het clavecin speelt door.’
Fout, zei hij ironisch. Met een ietwat misprijzend lachje wees hij mij terecht. Zo ging namelijk het hele effect verloren. Ik moest de dubbele oo uitspreken als eu: het clavecin speelt deur, op zijn Haags.
Met een licht onbehaaglijk gevoel van domheid liet hij mij achter. Dat is eigenlijk nooit helemaal veranderd.