vervolg van pag. 38
De voornaamste reden voor die gouden periode was de nauwe band tussen het publiek en de vertellers. Dit gold net zo goed voor Osaka als voor de hoofdstad Edo. Of dit nu nog zo is temidden van de moderne amusementsindustrie, is twijfelachtig. Als een zeer beroemde verteller ergens optreedt is de zaal nog wel eens uitverkocht, maar het aantal mensen dat speciaal gaat luisteren naar een jonge verteller, die zijn sporen nog moet verdienen, is zeer beperkt.
Ikzelf werd vanaf mijn kindertijd door mijn grootmoeder meegenomen naar rakugo theaters. Was dit niet het geval geweest, dan had ik nooit de gelegenheid gehad om nu overleden grootheden als Katsura Bunraku en Kokintei Shinsho te zien. Het valt zelfs te betwijfelen of ik dan überhaupt geïnteresseerd was geraakt. Dat ik dat citaat van Natsume Soseki in het begin heb aangehaald is ook om deze reden.
In het begin van de Meiji periode leefde een beroemde verteller, Katsura Bunshi. Op een gegeven moment raakte hij zo in geldnood dat hij zijn bekendste verhaal moest verpanden - hij mocht het dus niet meer uitvoeren. Toen zijn trouwe publiek dit hoorde, werd er geld ingezameld om het werk weer terug te kopen. Volgens de overlevering heeft Bunshi dit verhaal toen dertig dagen achter elkaar opgevoerd. Het is op zichzelf al een mooi idee dat men een rakugo verhaal letterlijk kon verpanden; maar de reactie van het publiek is echt ontroerend. Dit geeft misschien beter weer dan wat dan ook wat de geest is van rakugo. Of een dergelijke episode ooit weer voor zou kunnen komen is natuurlijk maar zeer de vraag.