Jef Last
De betekenis van Mishima Yukio's Harakiri
Waarom plegen in Japan 24.000 jonge mensen per jaar zelfmoord, een maximum voor deze wereld?
Waarom bestaat er in Japan een Vereniging tegen de zelfmoord onder de studenten?
Waarom hangen dienstmeisjes zich op, voor de deur van hun winkel, of de poort van het herenhuis waar zij dienden?
Waarom springen jonge geliefden aan het einde van een heerlijke dag in de mond van een krater?
Waarom openen fabrieksmeisjes steeds vaker 's nachts de gaskraan?
Soms, en dat kunnen wij nog begrijpen, omdat ... ‘omoshiroko nai’ het leven heeft zijn blanke gezicht verloren, het leven is zinneloos geworden.
Soms om zich te wreken op hun baas, en soms - dat lijkt ons alleen maar dom - omdat ze voor hun examen gezakt zijn, of omdat de ouders onoverkoombare bezwaren hebben tegen hun liefde.
En soms ook, omdat deze dag zo schoon was, dat alles wat volgt daarna slechts een banaliteit zijn zou, waarin hun schoonste uren langzamerhand vergeten zouden worden.
Dat alles pleegt men seppakoe te noemen.
Harakiri is wat anders.
Toen Osamoe Dazai, de Rimbaud der Japanse jeugd, zelfmoord pleegde was dat het laatste protest tegen de zinneloosheid van het leven der ‘verloren generatie’, die om zich heen nog niets dan ondergang zien kon, en tegen de hele generatie die deze ondergang had veroorzaakt.
Dat alles was echter seppakoe, en het is niet verwonderlijk, dat na de capitulatie ook onder de Japanse officieren en ministers nog dergelijke zelfmoorden zijn voorgekomen.
Harakiri echter was enkel weggelegd voor de samoerai, voor de adel. Oorspronkelijk was deze wrede zelfmoord waarbij met een kort zwaard het ontblote bovenlijf van links naar rechts werd opengereten een voorrecht voor de vazal, die zijn trouw aan zijn heer wilde bewijzen, en zelfs is zulk een geval in de vorige eeuw nog voorgekomen, toen generaal Nogi en zijn vrouw de Meiji keizer in de dood volgden, of ook wel een genade voor de edelman, die eigenlijk de onthoofding door de beul verdiend had.
Ook de éénmanstorpedo's, en de kamakaze vliegers kunnen als harakiri beschouwd worden.
In alle gevallen echter is harakiri onverbrekelijk met de begrippen van loyaliteit, offer, eer en protest, verbonden.
Nooit heeft harakiri het karakter gehad van muiterij of oproepen tot de oorlog. Nooit was zij agressief bedoeld, ook niet in de roman Dood in het midden van de zomer, waarin Mishima zelf op zo'n treffende wijze de zelfmoord van luitenant Takeyama en diens vrouw heeft beschreven.
Mishima zelf was een samoerai van de oude adel, dat alleen bewijst afdoende, dat het bericht, dat hij de manschappen van het garderegiment tot een demonstratie naar het keizerlijk paleis wilde aansporen en met zijn tachtig vrijwilligers een staatsgreep beginnen, niets is dan een brutale leugen, waarvan dan ook in zijn dorpsrede geen sprake is.
Maar één ding is er dat de dood van Mishima verbindt met de harakiri van al zijn voorgangers, een begrip dat in Nederland zo volkomen aan het verdwijnen is, dat buitenlandse schaatswinnaars publiekelijk uitgejouwd worden, het begrip: eer.
‘Ba, ba, ba, ba!’ roept de Nederlandse interviewer vol afschuw, wanneer hij hoort, dat een professor in het Russisch, Russische les geeft aan cadetten van onze Koninklijke Militaire Academie. En mevrouw Romein zelf gaat er prat op, dat haar vader zijn militaire Willemsorde, en de rang van Schout-bij-nacht, verkregen heeft, zonder ooit een schadebrengend kanonschot gelost te hebben. Van Speyk met zijn ‘dan liever de lucht in’ is een soort spotbeeld geworden, omdat hij zijn eed getrouw bleef, en zijn manschappen opofferde, die dezelfde eed hadden afgelegd.
En toch verdedigde hij slechts een Vlaamse stad, tegen Frankillons gepeupel.
Maar het zal moeilijk zijn een Japanner te vinden die Van Speyk niet als een held beschouwt.
In een nog kort geleden gehouden interview van Mishima met onze vertaalster mevrouw Y. Takahashi, begon deze met haar enige malen te vragen of zij Amerikaan was, en toonde zich verheugd te horen, dat dit niet het geval was.
Hij prees haar uitstekende uitspraak van het Japans (zij is met een Japanner getrouwd) en vroeg haar toen naar haar eerste indruk bij haar aankomst in Yokohama.
‘Half Amerikaans,’ zei mevrouw Takahashi. Hij lachte weer en vroeg toen of zij als tourist naar Japan gekomen was om de ándere helft van Amerika te zien?
Toen zij te kennen gaf, oorspronkelijk tot haar studie gekomen te zijn door haar bewondering voor de schoonheid en de geest van Japan, zoals zij die gevonden had in oude schilderijen en boeken, die zij het eerst gezien had in musea, en later door de zuiverheid van karakter van haar eigen echtgenoot en zijn Japanse vrienden, antwoordde Mishima: ‘Dat zijn ook de enige plaatsen waar U in Tókio die schoonheid nog zult vinden, en zúlke mensen zijn mijn vrienden.’
In het laatste gesprek, dat ik met hem voerde, sprak hij zich uit over de vijanden van Japan, die de schoonheid van het hem heilige Nippon vernietigden, wanneer het slechts geld opbracht: die een kabelbaan zouden willen leggen naar de top van de Fuji Yama, die het water vergiftigden van de baai, waarin men vroeger dook naar diamanten en de zee, waar de vissers van leefden, door de olieafval van hun fabrieken.
Maar tegelijkertijd toonde hij, dat hij geen reactionair was, want hij prees Tokio Tower en het stadion van Tange en de schone lijnen van de Monorail-baan als voorbeelden, dat de moderne techniek zich zeer wel bij de eenvoudige schoonheid van Japan aan kon passen.
Wanneer hij nog leefde, zou hij zeker ook het geval genoemd hebben van het vissersdorp, waarvan de halve bevolking, door het eten van met olie vergiftigde vis gestorven is.
Met ons begrip ‘leefbaarheid’ heeft dat niets te maken, maar schending van de schoonheid van Nippon, is een schending van de eer van het land.
De oude samoerai's droegen twee zwaarden. Eén tegen de vijand