stelt vragen aan zijn gidsen, die dikwijls studenten zijn. Hij luistert naar onderwijzers, chauffeurs, kelners.
Niet dat deze werkwijze ontmoetingen en gesprekken met belangrijker figuren - ekonomen, zakenlieden, geleerden, priesters - volledig uitsluit. In Iran spreekt hij bij voorbeeld met drie van de ayatollahs en in Maleisië en Indonesië met de leiders van nieuwe Islamitische bewegingen en van instituten voor godsdienstige en politieke herscholing (de-schooling, d.w.z. in de anti-westerse, anti-kapitalistische zin). Maar de nadruk ligt steeds weer op de stand van zaken, zoals de gewone man in de stad en de boer op het land het ziet en meemaakt - op de werkelijkheid dus, die achter al de politieke en godsdienstige leuzen ligt.
Naipaul gaat ook als auteur op reis - en vooral in dit jongste boek over de landen waar in de laatste jaren het Islamitische geloof weer krachtig in beweging in gekomen en waar de stemming, zowel politiek als godsdienstig, sterk autoritair is. En in deze landen is hij vrijwel onbekend gebleven en als auteur telt hij trouwens bijna niet mee. (In Pakistan bij voorbeeld kan slechts 15% van de bevolking lezen en schrijven).
Dit - deze anonimiteit - is echter precies wat Naipaul wil. Toen hij in een geheel andere omgeving Norman Mailer in New York ontmoette en met hem sprak, schreef hij geen rapport hierover. Zijn rapport, een lang artikel in het kleur-supplement van de Daily Telegraph van 10 oktober 1969 afgedrukt, nam de vorm aan van een verslaggeving van de verkiezingscampagne in New York waarin Mailer in dat jaar verwikkeld raakte. Niet, dus, een onderhoud tussen twee bekende auteurs, maar gewoon het rapport (overigens uitermate levendig en boeiend) van een begaafd journalist.
Dit aspekt van Naipaul's schrijven als reiziger in landen die nu in beroering zijn geraakt - het menselijke aspekt, het kritisch bekijken (en weren) van de officiële propaganda en het zich concentreren op de feitelijke toestand, zoals de gewone man het ziet - verleent waarachtigheid en overtuigingskracht aan wat hij te vertellen heeft. Maar het doet nog meer: het betekent, dat iedereen met wie hij praat, iedere scène (in een wachtkamer, een hotel, in de Kaghan-vallei vlak bij Afghanistan) tot leven komt. Naipaul's ‘reisboeken’ zijn bij uitstek het werk van een kunstenaar, en ook dit draagt bij aan hun overtuigingskracht. Een romanschrijver moet namelijk mensen kunnen doorgronden. Hij moet ze door hebben. Hem misleiden kunnen de mensen met wie hij praat nooit.
Er rest nog één aspekt van deze reisreportage van hoog gehalte: zoals ik reeds schreef, is Naipaul's schrijven heel humaan. Hier is een man aan het woord die met de mensheid te doen heeft. Hij ziet de dwaasheden, de wreedheden, het zelfbedrog, waar mensen over de gehele wereld toe in staat zijn. Hij wordt geconfronteerd met gedrag, geloof, meningsuitingen die hij verafschuwt en verwerpt. Maar aan een ieder die hij tegenkomt, toont hij de eerbied die een beschaafde man zijn medemens behoort te tonen. Nuchter, evenwichtig, rationalistisch, intellektueel is Naipaul wel. Harteloos nooit.
Er bestaat een sterk verband tussen Naipaul's fiktie en zijn andere boeken. Want in zijn romans is hij (met de reeds genoemde ene uitzondering: Mr Stone and the Knights Companion) steeds bezig, toestanden in koloniale en post-koloniale gebieden uit te beelden. In het begin schilderde hij voor ons heel charmante, ironische beelden van zijn landgenoten in Trinidad. Later volgde een roman en mineur over politici in bevrijde landen die hun voormalige westerse leiders - met de beste intenties - na-aapten en hierdoor uitgerangeerd raakten (The Mimic Men, 1967). Daarna is hij begonnen, zijn aandacht te concentreren op de zeer gespannen situaties in ‘bevrijde’ oud-koloniale gebieden, vooral in Afrika, waar de ene machtsgreep (meestal militair) op de andere volgt en de rust en veiligheid waarop men een kultuur opbouwen kan, verdwenen zijn: In a Free State, Guerrillas - over Malcolm X op Trinidad -, en zijn jongste roman van 1979, A Bend in the River, die maandenlang als nummer één op de bestsellerlijst in Amerika heeft gestaan. (Zie hiervoor BZZLLETIN, nr. 73).
Naipaul's voornaamste reisboeken zijn: The Middle Passage - the Caribbean Revisited; de veel bekritiseerde, want pessimistische An Area of Darkness - An Experience of India (over zijn eerste reis naar het land van zijn voorvaderen); The Overcrowded Barracoon (een verzameling essays en artikelen over toestanden in vele landen); India - A Wounded Civilization (waarin zijn kritische oog met een wat mildere blik op dat land rust, al vindt hij nog steeds veel dat hem teleurstelt); en The Return of Eva Peron, drie lange stukken over de toestand in Argentinië, over Malcolm X (The Killings in Trinidad), over de verwarde toestand in de Kongo over Moboeto; plus een kort essay over Joseph Conrad en zijn beroemde (koloniale) novelle: Heart of Darkness. (Zie hiervoor BZZLLETIN, nr. 78)
Aan deze werken heeft Naipaul eind september van verleden jaar zijn jongste boek: Among the Believers - An Islamic Journey toegevoegd. Good timing, zal men denken, gezien de revolutie in Iran en de opleving van de Islam en de Islamisering in vele oosterse landen. Well-timed inderdaad - maar ook uitmuntend, humaan en verlichtend journalisme. Toen Naipaul zijn reis aanving had de gijzeling op de Amerikaanse ambassade in Teheran nog niet plaats gehad maar die gijzeling was wel aan de gang, toen hij zes maanden later - februari 1980 - uit Karachi op de terugreis weer in Teheran landde - wat hem de kans bood, de toestand toen met de toestand zes maanden geleden te vergelijken, voordat hij naar Engeland vertrok.
Er was één zéér merkwaardig verschil: De jongeman Behzad, vroeger vol enthousiasme voor de door Khomeini geleide omwenteling in zijn land, is nu pessimistisch geworden, want de revolutie heeft zich inmiddels tegen de linksen gekeerd. ‘Nothing has changed here since the Shah, you know’, klaagt hij.
The workers and the lower classes are living under the same conditions. Nothing has changed for them. (...) A revolution, and then nothing. Khomeini is a petty bourgeois. They are going to start the whole system up again and they're going to call it Islamic. That's all.
Inmiddels heeft deze Behzad zijn adoratie van Khomeini in een adoratie van Stalin omgetoverd. ‘I love him!’ zegt hij. En: ‘He was one of the greatest revolutionaries.’ (Hier geen woord over de massamoorden die tijdens het regime van Stalin plaats hebben gehad!)
Het lezen van dit jongste boek van Naipaul heb ik verleden jaar tijdens een vakantiereis gestaakt. Waarom? Naipaul boeit altijd, dus...? Omdat die reis als ontspanning was bedoeld en wat Naipaul over zíjn reis te vertellen heeft, moet ieder denkend mens in het Westen, die in de westerse kultuur is opgevoed, d.w.z. in de tradities die wij van de Renaissance, van Erasmus, Descartes, Voltaire, Hume enz. hebben geërfd, ergeren en ook ... verontrusten.
Want Naipaul's reis brengt hem naar landen, waar mensen zich meer en meer door een bigotte leer laten beheersen en leiden, en waar de logica, de redelijkheid en zelfs eerlijk denken zoek zijn geraakt. Landen, waar men de mooiste, heel etherische theorieën over de mens en zijn bestemming kan ontwikkelen en zich direkt daarna schuldig kan maken aan de wreedste, primitiefste daden van onrecht, martelen (ook van dieren) en doden. Vooral in Pakistan, het tweede land dat Naipaul bezoekt, is de lezer zich van deze ergerniswekkende en gevaarlijke tegenspraak bewust, en het was tijdens het lezen van deze hoofdstukken, dat ik Naipaul's magnifieke boek tijdelijk op zij legde ... om te kunnen ontspannen. Maar mogen wij ons in het Westen in zo'n situatie ontspannen?
Na het lezen van alles wat Naipaul hier te vertellen heeft, vind ik, dat het antwoord hierop ‘nee’ moet luiden. Het lijkt mij, dat een ieder, die wat wij in het Westen hebben opgebouwd en bereikt op juiste waarde weet te schatten, dit boek