vervolg van pag. 12
die ze voor de kinderlijke ontwikkeling hebben. Alles wat we uiten van onze ‘binnenwereld’ heeft immers diezelfde ‘manifold meanings on many different levels’, iets dat de psychoanalyse ook steeds met klem heeft benadrukt. Het is te hopen dat er tegenkrachten op gang komen die voorkomen dat sprookjes langzaam maar zeker uit onze Westerse cultuur gaan verdwijnen. Een van de belangrijkste middelen om dit te bereiken is ouders, maar ook al diegenen die beroepsmatig iets met pedagogiek te maken hebben, ervan te overtuigen dat ‘het tere kinderzieltje’ niet bestaat, zeker niet voor wat betreft hetgeen zich op het toneel van hun sprookjeswereld afspeelt. Het zijn juist de sprookjes die, wanneer ze verteld worden door de ouders, het kind helpen met die sprookjeswereld klaar te komen.
Sprookjes, en dan niet in een verfraaide of ‘gezuiverde’ versie, dienen als hulpmiddel voor het tot stand komen van een harmonische ontwikkeling, dat is waar het betoog van Bettelheim over gaat en dat is waar ik mij van harte bij aansluit.
*Volgens Stoller (1968) is ‘gender identity’: ‘knowledge and awareness, whether conscious of unconscious, that one belongs to one sex and not the other’.