Charles Vergeer
Brieven van A. Roland Holst I
Dat er een hechte vriendschap bestond tussen de dichter Adriaan Roland Holst en Arthur van Schendel en zijn vrouw was wel bekend. Zoekt men echter naar gegevens over die relatie dan blijft de oogst heel beperkt. In het Schrijversprentenboek dat aan Van Schendel is gewijd, vindt men geen enkele vermelding ervan behoudens een grappig fototje (nr. 114). In het gecombineerde nummer van Maatstaf en De Gids dat uitkwam toen A. Roland Holst zeventig werd, is één brief van Arthur van Schendel, die van 12 april 1924, opgenomen. Tenslotte zijn er nog de verspreide herinneringen, in memoriams etc. van Roland Holst die men heeft gemeend te moeten bundelen en in 1975 onder de titel In den verleden tijd uitgeven. Daarin, helaas, een stukje over Arthur van Schendel, tweeëneenhalve bladzijde kort, maar als slotklank van een jarenlange vriendschap bedroevend.
Het is ook om de nare smaak die dat laatste stukje in de mond geeft te verdrijven, dat hierbij voor het eerst een aantal documenten wordt gepubliceerd dat beter licht werpt op de relatie van Holst en Van Schendel. Dat zijn hun brieven.
Ik stuitte op deze brieven bij het werken aan de uitgave van al de brieven van Arthur van Schendel. Nu is het bekend dat boekuitgaven van brieven van en aan aardiger om te lezen zijn dan die enkel brieven van bevatten. - Men vergelijke de vier delen briefwisseling M. ter Braak - E. du Perron met de negen delen E. du Perron zonder antwoorden. Helaas zijn wat Van Schendels brieven betreft alleen die gewisseld met Willem Witsen, Aart van der Leeuw en Jan van Nijlen wederzijds bewaard gebleven. De daarnaast ook behouden brieven van en aan Simon Vestdijk of August Vermeijlen kunnen bezwaarlijk als briefwisseling aangemerkt worden omdat de eerste maar vijf en de ander slechts vier brieven telt.
Van belangrijke correspondenties als die tussen Van Schendel en Jan Greshoff of met Hein 's-Gravesande, zijn enkel de brieven van Van Schendel bewaard gebleven. Door de oorlogsomstandigheden werden zowel de brieven van Greshoff als die van 's-Gravesande vernietigd.
Omgekeerd zijn brieven van Menno ter Braak aan Arthur van Schendel bewaard gebleven maar de brieven die Ter Braak ontvangen had, zijn in mei 1940 vernietigd.
Ook de correspondentie Van Schendel - Roland Holst is helaas maar eenzijdig bewaard gebleven. Bij de familie Van Schendel berust een heel pakket brieven van zowel het echtpaar R.N. (Rik) Roland Holst en Henriëtte (Jet) Roland Holst-Van der Schalk, als hun neef A. (Jany) Roland Holst. Maar van de antwoorden die Van Schendel aan hen schreef bleef slechts één brief benevens één briefje bewaard.
Dat is een tergende situatie, en uitgebreide speurtochten, tot over de grenzen van ons vaderland, werden ondernomen. Dat leverde geen enkele brief op, alleen de verklaringen hoe ze verloren gingen.
R.N. Roland Holst was zelf een goed brievenschrijver maar een slecht brievenbewaarder. Behalve dat vernietigde hij vlak voor zijn dood, 31 december 1938, het meeste van zijn correspondentie, en zijn vrouw nadien de rest.
Zijn vrouw, Henriëtte Roland Holst, schreef minder en bewaarde nog veel minder. Net als hun vriend Herman Gorter, die bij voorbeeld brieven van Lenin na lezing weggooide, verscheurde Henriëtte Roland Holst het meeste dat ze gelezen had. Op het Internationaal Instituut voor Geschiedenis te Amsterdam toonde men mij een paar brieven of gescheurde brieffragmenten van aan haar gerichte brieven. Daaronder één van Karl Kautschky, bewaard omdat de helft van de achterzijde als bood-schappenbriefje benut was. De brieven echter aan de dichter Adriaan Roland Holst gericht, bleven wel bewaard. Zij zouden zelfs gepubliceerd worden en in het reeds genoemde gecombineerde nummer van Maatstaf en De Gids gaven W.G.S. Hellinga en G.H. 's-Gravesande reeds een voorproefje: vijf-en-twintig brieven. Na de dood van de dichter zou de volledige uitgave volgen. Die dood liet gelukkig nog heel lang op zich wachten. En toen Roland Holst eerst onlangs stierf was één der verzorgers van zijn correspondentie hem reeds lang voorgegaan, de ander prof. Hellinga, in het buitenland en de brieven zelf...? Een raadsel.
Na de dood van de dichter gaf diens broer ze allemaal aan het Letterkundig Museum te Den Haag. En daar zijn ze ook, zij het niet allemaal. In de studie die F.W. van Heerikhuizen in 1961 aan het werk van Arthur van Schendel wijdde, staat achterin een lijstje van door hem geraadpleegde correspondentie. Daarin worden vier brieven van Arthur van Schendel aan A. Roland Holst opgenoemd waarvan twee in de tekst even aangehaald zijn. In de verzameling van het Letterkundig Museum bevinden zich maar twee brieven van Van Schendel aan Holst, en van die twee is er één ook door Van Heerikhuizen gezien. Resultaat: de data van vijf brieven van Van Schendel aan Holst zijn ons bekend, maar van die vijf resten er ons maar twee (een brief en een briefje), zijn uit twee andere enkel een paar door Van Heerikhuizen aangehaalde woorden bekend en is er één volledig verdwenen.
Hoewel ik, zoals gezegd, heel wat mensen lastig viel over deze kwestie, geholpen heeft dat nog niet. Derhalve vindt men hierachter eenentwintig brieven, briefkaartjes of een telegram, van A. Roland Holst aan Arthur van Schendel en maar twee brieven van die laatste aan de eerste. Ik schreef aan Arthur van Schendel, maar sommige zijn aan hem en aan zijn vrouw, en sommige zijn enkel aan zijn vrouw geadresseerd. Dat laatste betekent niet dat ze niet ook voor Van Schendel bestemd waren maar alleen dat Holst zich, zoals andere correspondenten, neergelegd had bij het feit dat Van Schendel wel schreef, maar dan boeken en het vervelend vond dan 's avonds weer brieven te moeten schrijven, zodat gaandeweg zijn vrouw, Annie van Schendel-de Boers het brievenschrijven van hem overnam. Ook brieven van bijvoorbeeld E. du Perron over Een Hollands drama zijn geadresseerd aan Annie van Schendel.
De hier gepubliceerde brieven kan men schikken in drie groepjes: het vroegste, uit de tijd dat de Van Schendels nog in Nederland, het Gelderse Ede, woonden en tevens de tijd waarin de vriendschap aangeknoopt werd; daarna enkele langere