Rafael Alberti
Met Pablo Neruda in het hart
I.
Eerst zeiden ze (ik hoorde het vroeg in de ochtend):
Pablo Neruda is vermoord.
Het was van heel ver dat zijn brieven kwamen,
hulpkreten, kreten vol eenzaamheid en pijn,
Ach, ik vergeet mijn eigen taal,
Stuur me een woordenboek.
Op een dag, op een wintermiddag,
viel een manuscript, als de laatste reddeloze bladeren van de herfst,
Het heette: Verblijf op aarde.
Als as, als zee zich bevolkende,
in de overstroomde traagheid, in het vormeloze,
of zoals hoog boven de wegen
de klokken kruiselings weergalmen...
een hart dat in de verte sloeg,
een kreet, nee niet van de aarde,
meer van de verzonken wortels van het vuur,
de geboortepijn van een boom, de pijn
van een steen die verkalkt is door de bliksem.
Pablo Neruda is gestorven. (Dat hoorde ik een andere ochtend).
De zaak was rechtgezet; wat maakt het uit?
Door mijn tranen heen komen de herinneringen.
Hoe kan ik die ochtend op mijn terras vergeten,
de laatste sneeuw tegen het blauwe decor van de Guadarrama,
de eerste woorden van onze ontmoeting,
zijn verre beeld, eindelijk aanwezig?
de goedheid van de pas verschenen broeder,
wanhopige, onstuimige zangen,
en in ruil gaven wij je vreugde
en daarmee de hand waar je lang op wachtte.
Zo werd je immense eenzaamheid bevolkt,
werd Miguel, Manolo, Vicente, Federico...,
werd heel de lyrische stem van Spanje
die de vleugels monteerde aan je groene paard,
want mooi waren de winden die het doorsneed
en mooi de nieuwe galop van de hoeven op de uitgesleten stenen.
| |
II.
Maar op een dag baadde het gelaat van Spanje in bloed,
het oude hart werd met een mes doorstoken,
een golf van haat verhief zich in de duisternis
en er was geen zee, er waren geen poorten of muren
die de botsing tussen licht en donker konden stoppen.
Jullie zult vragen: waarom spreekt zijn poëzie
niet van de droom, van de bladeren,
van de grote vulkanen in zijn land?
Komt en ziet het bloed in de straten.
en nu kan ik, zoals je zelf vaak toegaf,
zeggen dat de pupillen in je ogen anders werden,
dat Spanje in je hart gedrongen was,
dat je voor Spanje opnieuw de wereld introk,
geraakt door haar doorzeefde licht,
je zang bedekt met het bloed van de straten.
De jaren zijn voorbijgegaan,
grimmige, droevige oorlogen zijn voorbijgegaan,
wat kwam was duisternis en tranen (zelden de zon),
de nacht heeft lang gezeteld met z'n zwarte zwaard,
terwijl jij, Pablo, innige vriend van de vrede,
van het goede voor de mens,
van het woord dat uitrolt over zee
Pablo van de plechtige rivieren en de tere blaadjes van de bloem,
van de zuidelijke, oeverloze luchten,
van de open hartstocht en de juiste straffen,
toen je meer de stem was van de hoop,
toen je het licht hoog ophief voor je volk,
(ik hoorde 't op een ochtend) stierf,
stierf van verdriet, omringd door moordenaars,
terwijl in Chili het bloed door de straten stroomde.
Komt en ziet zijn geschonden huis,
zijn gebroken deuren en ramen,
komt en ziet zijn in de as gelegde boeken,
zijn schelpencollecties in gruzelementen,
komt en ziet zijn gevallen lichaam,
zijn immense hart, gestort
op het puin van zijn kapotte dromen,
terwijl het bloed nog altijd door de straten stroomt.
Rome, oktober 1973
Vertaling: Barber van de Pol
(Na de militaire putsch, in 1973, werd Neruda's huis in Isla Negra doorzocht en gedeeltelijk verwoest; hierop zinspeelt Rafael Alberti, een vriend van Neruda uit diens Spaanse tijd, in de laatste strofe. Het gedicht is geënt op het beroemde Ik verklaar enkele dingen, een gedicht van de Chileen uit zijn bundel Spanje in het hart. Verblijf op aarde I, een vroegere, solitair getinte bundel, begint met de aangehaalde verzen ‘Als as, als zee zich bevolkende...’ Het ‘groene paard’ slaat op het tijdschrift dat Neruda samen met zijn Spaanse vrienden vlak vóór de Burgeroorlog verzorgde: Caballo verde para la poesía (Groen paard voor de poëzie).
|
|