de vertelkunst, de poëzie, het toneel. Het is niet overdreven te zeggen dat de meest getrouwe beschrijving van de problemen van Latijns-Amerika in de negentiende eeuw gevonden kan worden in de literatuur en dat in de verzen van de dichters of in de plots van de vertellers voor het eerst de sociale misstanden van Latijns-Amerika aan de kaak worden gesteld.
Wij bezitten een heel illustratief geval in het zogenaamde ‘indigenismo’, de literaire stroming van het midden van de negentiende eeuw tot en met de eerste decennia van onze eeuw, die de indiaanse boer van de Andes en zijn problemen centraal stelde. De indigenisten waren de eersten in Latijns-Amerika die de erbarmelijke omstandigheden vastlegden waarin de indianen, drie eeuwen na de Spaanse verovering, nog altijd leefden en de straffeloosheid waarmee zij misbruikt en uitgebuit werden door de landeigenaars - de ‘latifundistas’, de ‘gamonales’ -, mannen die soms land ter grootte van een Europees land bezaten waar zij als absolute vorsten heersten en die hun indianen slechter behandelden en goedkoper verkochten dan vee. De eerste indigenistische schrijver was een vrouw, een energiek, geestdriftig lezeres van de Franse romanschrijver Emile Zola en van de positivistische filosofen: Clorinda Matto de Turner. Met haar roman Aves sin nidos (Vogels zonder nest) sloeg zij de weg in van sociale betrokkenheid bij de problemen en aspecten van het indianenleven, een weg die veel Latijnsamerikanen zouden volgen en van alle kanten tot in detail zouden bestuderen, terwijl zij het onrecht aanklaagden en de waarden en tradities van een indianencultuur die tot dan toe systematisch door de officiële cultuur was ontkend, prezen en herontdekten. Iedereen die de plattelandsgeschiedenis van het continent wil onderzoeken en analyseren, en het tragische lot van de Andesbevolking sinds ze ophield een kolonie te zijn wil begrijpen, is aangewezen op deze boeken. Zij vormen de beste - en, soms, de enige - getuigenis van dit aspect van onze werkelijkheid.
Zeg ik hiermee dat deze literatuur, vanwege het morele en sociale engagement van de schrijvers, goede literatuur is, dat hun werk vanwege de genereuze en moedige intentie de stilte te doorbreken die hing rond de werkelijke problemen van de samenleving en bij te dragen tot de oplossing van deze problemen, een artistieke prestatie vormde? Geenzins. Vaak was het precies andersom. De pessimistische uitspraak van André Gide, die eens gezegd heeft dat goede bedoelingen slechte literatuur opleveren, is vaak helaas juist. De indigenistische literatuur is vanuit historisch en maatschappelijk oogpunt bezien erg belangrijk, maar vanuit esthetisch oogpunt bezien is ze dat zelden. Deze romans of gedichten, over het algemeen haastig geschreven, gedreven door de actualiteit en door militante hartstocht, bezeten van het idee een sociaal onrecht aan te klagen, een misstand te corrigeren, gaan mank aan een tekort van wat essentieel is in een kunstwerk: rijkdom van expressie, technische oorspronkelijkheid. Door hun didactische bedoelingen worden ze simplistisch en oppervlakkig, door hun politieke partijdigheid soms demagogisch en door hun nationalistische of regionalistische strekking niet zelden provinciaals en oneigenlijk. We kunnen vaststellen dat veel van deze schrijvers, om een leniging van de morele en sociale noden te dienen, hun roeping offerden op het altaar van de politiek.
Iedereen mag voor zichzelf uitmaken of een dergelijk offer goed of slecht is, of het offeren van kunst aan politieke doeleinden zinnig is. Daarover wil ik het nu niet hebben. Wat ik tracht te laten zien is hoe de bijzondere omstandigheden in Latijns-Amerika de literatuur van oudsher in deze richting duwden en voor de schrijvers een heel uitzonderlijke situatie hebben geschapen. De mensen, de lezers of potentiële lezers van de schrijver, zijn gewend literatuur te beschouwen als iets wat nauw verbonden is met het dagelijks bestaan en de maatschappelijke problemen, als een fenomeen dat alles wat in de samenleving wordt weggemoffeld of verdraaid, zal benoemen, beschrijven en veroordelen. Zij verwachten van romans, gedichten, toneelstukken dat zij tegenwicht bieden aan de verdoezelingspolitiek van de officiële cultuur, dat zij de hoop en de geest van verandering bij de slachtoffers van die politiek levend houden. Dit verleent de schrijver, als burger, een soort moreel leiderschap. Hij moet, tijdens zijn schrijverschap, handelen overeenkomstig het beeld, de rol die men van hem verwacht. Natuurlijk kan hij de taak die de maatschappij hem wil opleggen afwijzen en zich - met de verklaring dat hij geen politicus, of moralist, of sociologist wil zijn, maar alleen een kunstenaar - opsluiten in zijn persoonlijke droomwereld. Maar dit zal (in zekere zin terecht) worden opgevat als een politieke keuze. Hij zal door zijn lezers of potentiële lezers worden beschouwd als een deserteur, een verrader. Kunstenaar zijn, alléén kunstenaar, kan in onze landen als een moreel misdrijf, een politieke zonde opgevat worden. Al onze literatuur staat in het teken van dit feit, je kunt er niet omheen wil je alle verschillen begrijpen tussen de Latijnsamerikaanse literatuur en de andere literaturen in de wereld.
Geen enkele schrijver op ons continent is zich niet bewust van de druk die op hem wordt uitgeoefend om hem te duwen in de richting van het maatschappelijk engagement. Sommigen aanvaarden het omdat deze prikkel van buitenaf overeenkomt met hun innerlijke gevoelens en persoonlijke overtuigingen. Dit zijn, beslist, de gelukkige gevallen. Als zijn individuele keuze overeenkomt met het beeld van zijn roeping dat de samenleving heeft, is het de schrijver geoorloofd vrij en zonder gewetensnood te creëren, in de wetenschap dat hij door zijn tijdgenoten is goedbevonden. Het is interessant om te zien dat veel Latijnsamerikanen, wiens werk aanvankelijk elke vorm van engagement miste, later, soms geleidelijkaan, soms abrupt, hun producten die richting uitdreven. Uiteraard kan de reden van deze verandering liggen in een nieuwe stellingname die de verschrikkelijke maatschappelijke problemen waarmee onze landen te kampen hebben verdisconteert, een intellectuele ontdekking van de maatschappelijke misstanden, het voornemen deze te bestrijden. Maar we mogen de mogelijkheid niet uitsluiten dat bij deze verandering (bewust of onbewust) de psychologische en praktische nadelen voor een schrijver om weerstand te bieden aan de sociale druk een rol spe-