Volksdichter
Setterlinds motto is, dat poëzie naar de mensen moet worden gebracht.
Wie zijn optreden voor radio of tv. mist, ontmoet hem zeker in een of ander warenhuis, waar hij zijn verzen opzegt, korte babbeltjes maakt met het publiek en de verkoop van zijn bundels tracht te stimuleren door met van zijn handtekening voorziene exemplaren te lokken. Als public-relationsman voor zijn beroep schijnt Setterlind recordhouder te zijn.
Een van zijn meest spectaculaire ondernemingen herinner ik me nog goed: Zijn zomeroptreden op het kermisterrein Liseberg in de havenstad Göteborg, waar 10.000 bezoekers naar hem luisterden toen hij zijn En säng om frihet (Een lied over vrijheid) zong.
Dat ik een dichter ben voor het volk, is al ontelbare malen bewezen. En daar ben ik gelukkig mee, zegt Setterlind tegen mij. Ik heb al meer dan een kwart eeuw VRIJ geleefd als dichter. En als GOD dat wil, zal ik dat blijven doen. Hij deelt voorts mede, dat hij erover waakt slechts werk te publiceren van hoge klasse.
Er is bij mijn weten geen enkele dichter in Zweden die er zo op gesteld is dichter te worden genoemd, en die er in de pers zo vaak over spreekt dat zijn dichterschap een roeping is.
Ik beleef mezelf als te zijn toegerust met een soort radar. Ik ontvang een boodschap en deel die dan mee. Het zou een enorme beperking zijn indien ik alleen het zichtbare vertolk, zegt de dichter tegen een journalist van het Zweedse weekblad Veckojournalen.
Het is een opmerkelijk interview, waarin de Christen Bo Setterlind het vuur na aan de schenen wordt gelegd. De journaliste Margit Vinberg:
Hier zit Bo Setterlind nu, gelukkig, suksesvol, welgevoed in een vredige maatschappij die materieel niets tekort komt, terwijl miljoenen even goede mensen een hel op aarde hebben. Wat is dat voor een God die je hebt, die zulke onrechtvaardigheden kan toestaan?
De dichter: Overal waar er mensen lijden, is Hij het die lijdt aan zijn kruis. Er is zeker een bedoeling die wij niet kunnen waarnemen... iemand die meer weet dan wij. Wij kennen het uiteindelijke niet, van alles wordt geen rekenschap gegeven. Er zijn meer hemelen dan de onze, allemaal zijn ze niet zichtbaar.