Amerikaanse kroniek
Jos Knipscheer
Een citaatje:
... omdat ze nu eenmaal leefde in de gemeenschappelijke zitkamer, omringd door mensen, leerde de vrouw haar creativiteit te richten op het observeren en analyseren van persoonlijkheidsstructuren. Ze werd opgeleid tot romanschrijfster, niet tot dichteres.
Deze regels zijn geschreven door Virginia Woolf, en ze staan in Granite and Rainbow. Susan Cahill begint er de introductie mee van een door haar samengestelde bloemlezing van korte verhalen door en over vrouwen onder de titel Women & Fiction.
Het is een bloemlezing door de jaren heen. Het boek begint met een heel kort verhaal van de in 1904 overleden Kate Chopin en eidigt met een bijdrage van de in 1944 geboren zwarte Amerikaanse schrijfster Alice Walker, uit haar in 1973 gepubliceerde debuutbundel In Love and Trouble. Daartussen in staan verhalen van zulke legendarische schrijfsters als Edith Wharton, (Sidonie-Gabrielle) Colette, Gertrude Stein, Virginia Woolf, Katherine Mansfield, Katherine Anne Porter, Eudora Welty, Tillie Olson, Carson McCullers, Doris Munro, Joyce Carol Oates en Margaret Drabble.
De wereld van de vrouwelijke novelist is niet altijd zo klein als Virginia Woolf ons wil doen geloven (hoewel de carrière van een schrijfster als Jane Austen precies in die opvatting past), en er zijn ook heel wat schrijfsters - ook onder degenen die in deze bloemlezing vertegenwoordigd zijn - die met vaak aanzienlijk succes poëzie geschreven hebben en schrijven. Toch geeft zo'n zin voor wie naar het typisch vrouwelijke in de vrouwelijke literatuur zoekt wel degelijk de nodige aanwijzingen. De verhalen in dit boek hebben gemeen dat de vrouwelijke hoofdfiguren vanuit hun maatschappelijk bepaalde situatie (of vanuit verzet daartegen) de hen omringende wereld beschouwen en de menselijke relaties die zich daarin afspelen psychologisch, erotisch, met mannen, tussen vrouwen onderling, met kinderen.
Behalve veel hoogstaande literatuur biedt Women & Fiction ook een verrassende kijk op de historische ontwikkeling van de rol van de vrouw in de maatschappij.
Waar Women & Fiction eindigt begint Bitches and Sad Ladies, een bloemlezing van fictie van en over vrouwen, samengesteld en ingeleid door Pat Rotter. Was de eerste bundel in hoofdzaak Angelsaksisch, met de nadruk op Amerikaans, deze bevat verhalen van uitsluitend Amerikaanse (en Canadese) schrijfsters, met als enige uitzondering de Ierse Edna O'Brien, die ook in Women & Fiction vertegenwoordigd was. Andere doublures zijn Joyce Carol Oates en Grace Paley. Verder treffen we verhalen aan van onder meer Gail Godwin, Cynthia Ozick, Ann Beattie, Doris Betts, Anne Sexton, Toni Cade Bambara, Ursula K. Le Guin, Laurie Colwin, Judith Rossner en de als enige met twee verhalen aanwezige Hilma Wolitzer.
Ursula K. Le Guin, Laurie Colwin, Judith Rossner en de als enige met twee verhalen aanwezige Hilma Wolitzer.
De verhalen handelen over de female experience in het Amerika van nu, hetgeen niet wil zeggen (zoals de titel overigens al duidelijk maakt) dat de lezer een soort literaire tegenhangers van de women's lib-filosofie gepresenteerd krijgt. De bundel maakt niettemin een strijdbare indruk, omdat de positie van de vrouw in deze tijd (niet voor het eerst maar waarschijnlijk wel heviger dan ooit) nu eenmaal een dagelijks onderwerp van discussie is.
De literaire betekenis van de verhalen staan voorop. Ze gaan niet over de vrouw, maar over individuele vrouwen in hun eigen, persoonlijke, omstandigheden, met hun eigen, persoonlijke, ervaringen en filosofieën.
Zoals Women & Fiction eindigt waar Bitches and Sad Ladies begint, zo begint Aurora: Beyond Equality waar Bitches and Sad Ladies eindigt. Deze laatste bundel, geredigeerd door Vonda N. McIntyre en Susan Janice Anderson bevat namelijk science fiction-verhalen. Mag na lezing van beide eerder genoemde bloemlezingen geconcludeerd worden dat de vrouw in de literatuur van de twintigste eeuw (niet in de laatste plaats door haar eigen inbreng) adequaat beschreven is - anders wordt het wanneer we literatuur te lezen krijgen die zich in de toekomst afspeelt; in opvallend veel toekomstfantasieën wordt er voor de vrouw nauwelijks een plekje vrijgehouden.
Susan Anderson noemt in haar introduktie enkele mogelijke verklaringen, waarvan er één is dat feministen zich tot op heden niet gerealiseerd hebben dat science fiction als vernieuwende literatuur, de ideale mogelijkheid is om de toekomst van het menselijke potentieel te exploreren. Los van de vraag of science fiction vernieuwende literatuur genoemd zou moeten worden mag worden gesteld dat deze bloemlezing een (hopelijk) heel wat reëlere toekomstvisie te bieden heeft dan de meeste andere sf.
De verhalen in Aurora: Beyond Equality zijn niet uitsluitend door vrouwen geschreven. Naast Raccoona Sheldon, Ursula Le Guin, Joanna Russ en Marge Piercy (onder meer) treffen we ook enkele nonsexistische mannelijke auteurs aan, zoals James Tiptree Jr en de Indiaan Craig Strete. Zijn verhaal heet Why has the Virgin Mary never entered the wigwam of Standing Bear, en dat verhaal staat ook in zijn eerste, voorlopig alleen nog in het Nederlands verschenen, verhalenbundel, waarvan ik alleen de titel nog graag noemen wil: