En mijn zaken slurpen 95% van mijn activiteit op. Bovendien word ik over anderhalf jaar... 70 jaar. Ik bepaal er mij dus bij lid te zijn en te blijven van de Vlaamse Intell. v.d. Vrede. Het actieve werk moet gedaan worden door jonge mensen die mindergebonden zijn dan ik. Want, als parasist, ben ik aan de tegenwoordige verfoeielijke maatschappij, vastgeketend,
Uw toegenegen,
Ik denk dat het goed is deze uittreksels uit brieven die Elsschot me schreef te publiceren. Misschien gaan daardoor een paar aankomende critici met andere ogen en hernieuwd inzicht deze zeldzame Vlaamse schrijver bekijken. Elsschot, literair dilettant, maar verpersoonlijking van een stuk menselijk geweten.
Wat zal ik nog over hem vertellen? Dat hij weende als hij de films van Chaplin op het witte doek zag, dat hij telkens opnieuw ging kijken naar de rode ballon van de Franse cineast Lamorisse en telkens opnieuw ook toen aan het huilen ging. Altans dat vertelde hij me. En dan, onze allerlaatste ontmoeting, in een bank. Ik had hem in lange maanden niet meer gezien, en wist niet dat hij ongeneeslijk ziek was.
Op het ogenblik dat ik de lokettenzaal betreed komt Elsschot recht op mij toegestevend. Wat komt gij hier doen, dit is toch geen plaats voor u? En nog vooraleer ik kan antwoorden omhelst hij me (een geste die ik van deze afstandse man, die zich eigenlijk altijd koel gedroeg, niet had verwacht), houdt me met beide handen vast bij de schouders, en zegt: buyens, hier sta ik, zo zat als een zwitser, 't is het enige dat me nog blij ft, drinken, drinken...Ik ben nooit konsekwent geweest, jongen, en dat is erg. Gij, gij moet konsekwent blijven...Ik reken er op-Hij houdt me omklemd, en bekijkt me, lang. Dan lost hij mijn schouders, schudt me de hand, en verdwijnt. Neen, ik heb geen zin om anekdotes over Elsschot te vertellen, geen zin om sommige intieme bekentenissen weer te geven. Hij was wie hij was, zijn werk is wat het is.