Bzzlletin. Jaargang 5
(1976-1977)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
De wordingsgeschiedenis van Kaas
| |
Antwerpen, 16-2-1933 Lemmé straat, 21Waarde Heer en Vriend,
Ik heb een nieuw boek geschreven en wel in den recordtijd van veertien dagen. Ik had de laatste jaren een paar maal geprobeerd, maar tevergeefs. En ditmaal heb ik mezelf ‘in toom moeten houden’. Dit boek is aan U te danken. Want toen U, bij Delen, Lijmen hebt opengeslagen, hoorde ik U zeggen ‘1923, Dat is tien jaar’. En dat heeft mij gegrieft en goed gedaan. Enfin, ik voel mij verlicht. Het ei is gelegd. Het boek heet Kaas. Doel van dit schrijven is in de eerste plaats U te bedanken voor uwen zweepslag en tevens U te vragen wat U mij aanraadt: in een tijdschrift publiceren of als boek. Indien het U en die sympathieke ter Braak genoegen kan doen, dan geef ik het aan Forum.
Uw toegenegen,
A. de Ridder Ik moet nog wat polijsten en dan overtypen = + een maand. Met 2 april is alles gereed.
en kort daarop: | |
Antwerpen, 21/2/1933 Lemmé straat, 21Beste Greshoff,
Ik heb Kaas aan U opgedragen. Het is af. Gij kunt U niet voorstellen hoe gelukkig ik ben. Ik sta verstomd. Hierbij een brief van een firma Van Kampen. Het publiceren in Forum zal toch zeker het uitgeven niet in den weg staan? Is die firma beter dan de Wereldbibliotheek en raad u mij aan aan V. Kampen de voorkeur te geven. Dit in de veronderstelling dat Wereldbibliotheek het óók zou willen uitgeven, wat nog niet zeker is. Je hoeft je de moeite niet te geven hier speciaal op te antwoorden. De brief van V.K. krijg ik wel eens terug.
Uw toegenegen
A. de Ridder Greshoff was kennelijk zo enthousiast dat hij zonder het manuskript gezien te hebben en zonder de redaktie van Forum van te voren te raadplegen in Het Vaderland aankondigde dat Kaas in afleveringen in Forum zou gaan verschijnenGa naar eind6. Ook diverse uitgevers zaten op het vinketouw, mede waarschijnlijk dankzij Greshoffs radiorede (welke later in Groot Nederland gepubliceerd werdGa naar eind7) waarin hij een warm pleidooi voor Elsschot had gehouden; Elsschot vroeg dan ook aan Greshoff wat te doen met zijn manuskript: | |
Antwerpen, 24 Febr. 1933 Lemmé straat, 21Beste Greshoff, Ik dank je voor je goeden raad betreffende Van Kampen. Intusschen ontving ik bijgaand schrijven van Nijgh & v. Ditmar. Wat raadt U mij aan? Aan beiden de condities vragen en de voordeeligste accepteeren? Dat is echter nogal lijmerig. Ik ben bereid aan een van beiden te schrijven dat ik reeds elders gebonden ben en dan zou ik met de andere firma onderhandelen. | |
[pagina 51]
| |
Maar wie zoudt U kiezen als u wat uit te geven had? V. Kampen of Nijgh? Kaas ontvangt U in den loop van de volgende week. Jammer dat u in Brussel woont, anders kwam ik het u even voorlezen. Van die sympathieke M. ter Braak heb ik ook een paar brieven ontvangen. Ik ga er telkens méde naar onzen Stadsarchivaris die alle handschriften ontcijferen kan.
Hartelijke groeten
A. de Ridder | |
Antwerpen, den 24 Februari 1933 Lemméstraat, 21Beste Greshoff, Ik dank je voor je goeden raad en zal in dien zin aan beide uitgevers schrijven. Zij zouden verstandig doen te wachten tot ze inzage genomen hebben in Kaas, dus tot na verschijning in Forum. Ik weet niet of ik goed doe het stuk voor te lezen. Mocht het soms niet in je smaak vallen, dan is het voor jou vervelend met die schrijver zoo vlak naast je. Niet dat ik zulks vrees hoor. Kaas staat, dunkt mij, veel hooger dan mijn andere boeken, maar hoeveel schrijvers hebben zich niet in hun eigen werk vergist? Enfin, 't kan mij niets verdommen. Als U er werkelijk plezier in hebt, commandeer mij dan op bij Delen in den loop van aanstaande week. Ik ben altijd vrij. De lectuur duurt ongeveer twee uur, misschien iets meer. Het manuscript is groot 90 getijpte velletjes, formaat als deze brief. Dan weet je vrouw vooruit wat haar te wachten staat als zij soms mede zou willen komen. Heb ik Woensdag van Delen nog niets gehoord, dan zend ik je 't manuscript met de post en dan zorg jij voor doorzending aan Forum (via Ter Braak zeker, dan kan die 't ook eens lezen). Port zal ik betalen.
Hartelijke groeten van de dankbare
A. de Ridder Toen Elsschot bij Ary Delen thuis Kaas voorlas aan Greshoff, Jan van Nijlen, Ter Braak en de uitgever Bob van Kampen moest Delen bij het laatste hoofdstuk de lezing overnemen. Hij begon te snikken, waarachtig!Ga naar eind8 Dit voorlezen was een vast ritueel bij het schrijven van Elsschot. Zoals Greshoff verklaart: Wanneer op een gegeven ogenblik de drift onbedwingbaar geworden is, schrijft hij vrijwel aan een trek de eerste lezing van zijn verhaal op. Daarna wordt iedere zin aan een kritisch onderzoek onderworpen. Aldus ontstaat de tweede lezing. Is het ms. eenmaal getypt, zoo volgt het voorlezen aan enkele vertrouwden. (...) Na afloop van deze zittingen, wordt nog lang doorgepraat over een enkel woord of een zinswending, waar encyclopedieen en dictionaires bij te pas komen, omdat geen moeite Elsschot te veel is als het om de strikt zuivere uitdrukking te doen is.Ga naar eind8a | |
Antwerpen, 3 maart 1933Waarde Greshoff en vriend, Uw appreciatie doet mij veel plezier. De transactie in Kaas is slechts een gelegenheid om mijzelf ledig te pompen. Het dramatische van de dingen zit immers niet in wat er gebeurt maar in den indruk die het gebeurde op den toeschouwer maakt. Is het slachten van een os een tragedie voor een slager? Ik geloof het niet, anders bleef die man geen slager. En kan het vertrappen van een insect geen tragedie worden? Zeker. Het is des te tragischer naar gelang hij die het doet van zijn eigen daad sterker gruwt. Het wordt tragischer als je bij voorbeeld een insect eerst een helen tijd NIET doodtrapt, vooruit wetend dat je 't ten slotte toch zult doen, als je bij voorbeeld wacht tot je vrouw jarig is en je weet vooruit dat die geen insect kan zien doodtrappen. Bref, de tragedie zit in ons zelf en voor de meeste menschen zijn dingen, die wij tragisch opvatten, alledaags. En wat veel menschen zeer tragisch vinden is het voor ons dikwijls in veel mindere mate. Het komt er voor een schrijver slechts op aan zijn persoonlijk tragisch gevoel (om het even waar het om gaat) zoo in woorden te brengen dat het kan overgaan in de ziel van derden, althans van derden die er bevattelijk voor zijn. Hecht dus niet te veel belang aan de handelstransactie, want ik kies die niet voor de aardigheid, niet om origineel te doen, maar voor mijn eigen gemak omdat ik dan op een familiaar terrein ben waar ik minder moet zoeken dan elders. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om je dat te zeggen, omdat ik weet door u begrepen te worden, dat heb ik gemerkt aan je radiovoordracht. Maar wegens dat ledigpompen van mezelf, is het voor mij altijd een heel probleem weer opnieuw te beginnen, dus een volgend boek te schrijven. Ik kan het meegedeelde toch niet herhalen door bij voorbeeld over een ander artikel dan Kaas te schrijven, b.v. over bloemkool. Enfin ik hoop zelf dat er spoedig weer eens iets in mij opwelt. Dat de appreciatie van ware kunstenaars en gevoelsmenschen door mij op prijs gesteld wordt, behoef ik u niet te zeggen. Dat weet u best. Want zonder u was Kaas waarschijnlijk nooit geboren, en gij zijt immers een van die menschen? Vergeet niet die volle vette telkens te veranderen in volvette. Daartoe zult u het werk nog eens moeten overlezen. Ook verzoek ik u op pagina 7 den zin ‘Of die soms uit moeder komen moesten, begreep ik niet goed’ te veranderen in ‘moesten die soms uit moeder komen?’. Begreep ik niet goed valt dus weg. Ik wensch een van uw bundels verzen te lezen. Wat is volgens u de beste? Aan Menno ter Braak zend ik heden een Almanak. Gelieve de opdracht als volgt te veranderen:
Opgedragen aan Jan Greshoff De dankbare schrijver.
Het door U te mijnen gunste gepresteerde is dat wel waard.
Je toegenegen,
A. de Ridder | |
[pagina 52]
| |
Nijgh en één van V. Kampen. Persoonlijk zou ik Kaas aan V. Kampen willen geven al was het maar omdat hij naar die voorlezing geluisterd heeft. Het begin van den brief van Nijgh is zóó gesteld dat het voor mij nu gemakkelijker is hem te antwoorden dat ik reeds elders gebonden ben. Dat ben ik dan ook van plan, maar zou dat antwoord niet tengevolge hebben dat Kaas niet in Forum zou opgenomen worden? That is the question.
J. Greshoff, 1933. foto Massardo
Uw meening s.v.p. Stuur de brieven terug. Uit dankbaarheid voor alles wat je voor mij gedaan hebt sluit ik hierbij een verrassing in. Ik doe u opmerken dat die drie rijmen aan 't eind van iedere stroof gerespecteerd zijn en dat het heele ding rijmt !!!!! Dat moet je in Frankrijk publiceren.
Hartelijke groeten,
A. de Ridder Die vertaling heeft maar 10 minuten geduurd. Als maar iets met plezier gedaan wordt, dan gaat het wel. | |
Antwerpen, 27 Maart 1933Beste vriend Jan,
Ik had je willen verrassen door KAAS in Forum van de onderstaande opdracht vooraf te doen gaan:
Jan Greshoff
Ik luister zwijgend naar die stem
die hijgt en heesch is, maar vol klem,
die in mineur zingt bij 't verwenschen
van 't alledaagsche in de menschen.
Ik volg de hoeken van dien mond,
een kwalijk toegegroeide wond
die alles uitdrukt, als hij lacht,
wat hij zoo fel in woorden bracht.
Hij heeft een vrouw en kroost en vrinden,
hij heeft een heelen hoop beminden
waar hij plezier aan heeft als geen.
Toch staat Jan Greshoff heel alleen.
Hij zoekt en kijkt, hij hoopt en wacht
van d'eene nacht tot d'andere nacht.
Hij hoort iets en komt overeind:
Hij wacht in Brussel op zijn eind.
Vooruit, Janlief, hanteer den riem
en geef die rotzoo striem op striem!
Vaag al dat vee van uwe baan
zoo lang uw hart nog mee wil gaan.
| |
Antwerpen, 16 Maart 1933Spijtig genoeg viel het gedicht niet erg in den smaak van ter Braak. Hij schreef mij dat gij anders waart: niet hijgend en heesch en ook niet zoo nachtelijk. Bovendien vond hij het gedicht nog al ‘faciei’. Ik heb hem geantwoord dat hij er zich verder het hoofd maar niet over breken moest. Onder ons gezegd, vind ik het gedicht, als gedicht, niet slecht, 't Is niet zoo sterk als Vondel's gedicht op Oldenbarnevelt, maar jij bent ook nooit gehalsrecht. Wat de kwestie betreft of het gedicht juist is of niet, dat komt er, dunkt mij, minder op aan. Ik zag je zoo in je verzen. De werekelijkheid, d.w.z. wat iemand doet, interesseert mij niet, wel wat hij denkt, voelt en als artist uitdrukt. Enfin, ter Braak is ter Braak en De Ridder is De Ridder. Maar om in Rotterdam geen onaangename stemming te wekken zal het beste zijn er niet over te reppen (d.w.z. dat jij er niet over rept.) Ik ben bereid het gedicht als Opdracht in Van Kampen's uitgave te doen opnemen, maar dan moet jij daar eerst t'akkoord mee zijn. Vind je 't om een of andere reden beter dat het niet verschijnt, laat het me dan bij gelegenheid eens weten. V. Kampen zou mij direkt na zijn terugkeer in A'dam ons akkoord bevestigd hebben. Dat is een week geleden, en nog steeds hoorde ik niets van hem. Nu weet ik niet of ik nog langer wachten moet, dan wel aan Nijgh schrijven, want aan deze laatste firma heb ik geen antwoord gegeven, zoodat die nog steeds in voorraad blijft. Ik vind het vreemd van V. Kampen, vooral omdat wij zoo overdreven t'akkoord waren. Morgen namiddag ben ik in Brussel, maar daar ik diverse boodschappen heb en verscheidene menschen moet lijmen, is het voor mij moeilijk u een rendez-vous te geven, te meer daar gij zelf bezet kunt zijn. Als je nog eens naar Antwerpen komt (bij Delen b.v.) laat het mij dan weten en dan kom ik vast. Hartelijke groeten,
A. de Ridder
Groeten aan Jan Van Nijlen | |
[pagina 53]
| |
eerste druk van Kaas
Nadat Kaas van juli tot november 1933 in afleveringen in Forum had gestaan, verscheen het boek uiteindelijk bij Van Kampen te Amsterdam. Op 26 oktober 1933 stuurde Elsschot al een presentexemplaar aan Greshoff, waarin hij nog eens uitlegde wat hij met het boek bedoelde: | |
Antwerpen, 26/10/1933 Lemmé straat, 21Waarde vriend Ik heb je presentexemplaar van Kaas aan V. Kampen meegegeven en veronderstel dat het in je bezit is. Ik had het je liever zelf gebracht, maar niet wetend wanneer ik je nog eens zien zal, vond ik dit het eenvoudigst. Ik heb hierin trachten te leggen de sentimenten en den gedachtengang van een gevoelsmensch in kontakt met de werkelijkheid (= met de Kaas) Ik hoop dat je 't nog eens lezen zal. Tot weerziens
Je toegenegen
A. de Ridder
Elsschot zou hierna nog een opvallende vruchtbaarheid aan de dag leggen. Van Vlierden ziet dan ook in Kaas het nieuwe vertrekpunt in Elsschots schrijversloopbaanGa naar voetnoot9. |
|