Kleine herinneringen aan een groot man
Garmt Stuiveling
Het is mij als heb ik het werk van Elsschot altijd bewonderd, zowel om de overtuigende echtheid van zijn personages als om de onwrikbare kracht van zijn stijl, met die markante mengeling van nuchterheid en sentiment. Ik moet de kennismaking terugrekenen uit de jaartallen van verschijning, zo sterk is mijn gevoel dat ik met deze boeken ben opgegroeid. Maar toen hij zijn eerste romans publiceerde. was ik te jong; Kaas echter, uit 1933, en de Verzen van vroeger uit Forum 1934 heb ik direkt gelezen. Van die tijd af dateert mijn bewondering, die door Tsjip en Het Dwaallicht nog is bevestigd en verdiept. Het was dus een heel bijzondere verrassing voor mij, dat hij in september 1950 de nieuwe Multatuli-uitgave aanprees met een getuigenis, even veelzeggend van inhoud als beknopt van vorm: Multatuli is in ons taalgebied een ware Prometheus geweest. Afgestoten door alle machthebbers heeft hij in ballingschap zijn brood gegeten maar zonder versagen de fakkel van het non-conformisme en van de opstandigheid hoog gehouden. Uit zijn as is de hele moderne Nederlandse literatuur opgeflakkerd. Zijn cultus is ons aller heilige plicht.
Dit had een legitieme aanleiding voor mij kunnen zijn om hem op te zoeken, maar er waren blijkbaar afdoende redenen om het na te laten.
Pas in het midden van de jaren '50 ben ik doorgedrongen in zijn huis met de vele schilderijen in de gang en de vele perzische tapijten op de vloer; en stellig betrof het toen een poging om hem tot een radio-interview te bewegen. Hij was niet onvriendelijk, maar hij zei nee. En een knap man die hem in zo'n geval tot ja kreeg. Ik heb het niet eens geprobeerd.
Maar in het voorjaar van 1957 kwam hij bij uiterste uitzondering een dag naar Rotterdam, de stad waar hij een halve eeuw tevoren een paar jaar had gewoond. Of hij er in die lange tussentijd met twee wereldoorlogen ooit nog eens was geweest, kan ik niet zeggen, het lijkt me twijfelachtig. Nu, tijdens de boekenweek, had de Bijenkorf een avond georganiseerd met een zeldzaam aantrekkelijk of liever een aantrekkelijk zeldzaam programma: Simon Carmiggelt sprak er over Elsschots werk, en hijzelf las een fragment voor uit Kaas. Toen, na afloop, temidden van het gedrang, lukte het mij hem te strikken voor een kort interview. Het bandje is bij de Vara bewaard; er staat het volgende op:
G.S. Meneer Elsschot, u heeft hier in Rotterdam gewoond, maar in uw werk is behalve in de Nederlandse taal die u schrijft, niet veel van Noord-Nederland aanwezig. Hebt u nooit de behoefte gehad om Rotterdamse ervaringen in uw werk vast te leggen?
W.E. Ik heb alleen ervaringen met mijn fabriek in een paar van mijn verzen vastgelegd en verder ben ik mij er absoluut niet van bewust of mijn taal een Nederlandse inslag heeft, ik heb Vlaams geschreven op mijn manier....
G.S. Maar op een zeer Nederlandse manier.
W.E. ...Op een Nederlandse manier, maar niet op een Hollandse manier.
G.S. Nee, dat geef ik graag toe.
Die verzen die aan Rotterdam gewijd zijn, Rotterdamse ervaringen; beschouwt u die als een zelfde soort openbaring en ook bevrijding, als de romans die u geschreven hebt?
W.E. Ja, de verzen over mijn werkkring hier in Rotterdam, dat zijn er maar een paar. De andere, de eigenlijke verzen van vroeger, die zijn in Rotterdam geschreven en die hebben dan ook wel iets met Rotterdam te maken. In deze zin bijvoorbeeld het gedicht ‘De Baggerman’, dat is een man, die ik de sloten heb zien uitbaggeren in de Schiedamse polder. Dat heb ik dan toch opgemerkt in de streek hier, van Rotterdam.
G.S. Uw latere werk speelt, behalve ‘Villa des Roses’, dat in Parijs is gesitueerd, voor het grootste deel in en om Antwerpen; en dat is ook duidelijk een groot stuk van uw eigen leven. Nu ligt daar een grote tijd, die door Greshoff tenslotte ten einde is gebracht, tussen uw eerste groep romans en uw laatste groep, tien jaar. Hebt u in die tien jaar nooit neiging gehad om te schrijven?
W.E. Nee, na het schrijven van ‘Lijmen’ (dat boek was in Antwerpen uitgegeven en daardoor kon het niet doordringen in Nederland, Vlaamse boeken komen niet in Nederland. Nederlandse boeken komen wel in Vlaanderen.)
G.S. Dat wás misschien toen wel zo, het is nu niet bepaald meer zo.