Margaretha Ferguson
Woord & Beeld
Na de voortdurende teleurstelling om in beeld gebrachte woorden, oftewel voor film en televisie bewerkte boeken, is het wel eens leuk een tekst te lezen die vanaf het begin is vervaardigd met het doel in beeld te worden gebracht. Hoe meer literair een roman is, dwz. hoe subtieler het taalgebruik, hoe sterker de gesuggereerde inhoud ‘tussen de regels’, hoe meer een beroep wordt gedaan op verfijnde gewaarwordingen bij de lezer - hoe moeilijker het in beeld brengen. Een boek met aktie, dramatiek en duidelijke persoons-uitbeelding zonder al te veel psychologische verwikkelingen, vormt voor de doorsnee-filmer nog het dankbaarste materiaal. Dit is geredeneerd en ervaren vanuit het boek als eerste gegeven. De waardering voor het boek geldt dan als norm waaraan de waardering voor de verfilming wordt afgemeten. Omgekeerde gewaarwordingen deed ik op bij het lezen van het scenario Van aangezicht tot aangezicht, toen ik Ingmar's gelijknamige film al had gezien. En hier betekent de tekst een aanzienlijke verschraling vergeleken bij de film. Als voorbeeld kies ik de scènes wanneer de arts Jenny nadat ze, om eenpsychiatrische patiënte te helpen, in een situatie is terechtgekomen waarin men gepoogd heeft haar
te verkrachten, steun zoekt bij haar nieuwe vriend Tomas. Ze liggen in bed. ‘Plotseling begint ze te lachen. Ze barst los in een lachen, dat ze tijden lang onderdrukt lijkt te hebben. Het is een volkomen levenloos lachen, ze schudt ervan heen en weer, probeert zich nog even te beheersen maar begint dan opnieuw...’ als Tomas het licht aandoet ziet hij: ‘Jenny ligt op haar rug met haar handruggen tegen haar gezicht gedrukt, haar enorme haardos verward over het laken uitgespreid, haar kussen op de grond en haar lichaam trillend van onderdrukt lachen.’ Later probeert Jenny tot kalmte te komen. ‘Maar al gauw breekt er een nieuwe orkaan van lachen door haar diepe ademhaling heen. Dan gaat haar wilde lachen plotseling over in een dof snikken.’ Als je de film hebt gezien waarin dit tafereel een huiveringwekkend hoogtepunt is, absoluut grandioos geacteerd, dan betekent deze woord-tekst een schraal uitgangspunt, een schema, en niet meer dan dat. Hier kunnen we heel duidelijk waarnemen hoe groot de inbreng is, of kan zijn, van een acteurspersoonlijkheid ten opzichte van zijn voorgeschreven rol. Bovendien wordt het hele drama aanzienlijk verrijkt door visuele elementen, geschapen door knap en gevoelig camera-werk. Meestal is een film een banale versimpeling van een boek. Maar het boek Van aangezicht tot aangezicht is niet meer dan een voorbereiding tot, of een herinnering aan, de veel rijker-gestructureerde film. Het Nederlands van Rita Törnquist-Verschuur is overigens voortreffelijk.
Weer heel anders ligt het bij Theorema van Pasolini, waarvan de tekst nu ook in druk is verschenen, zeer gevoelig en bekwaam vertaald door Yvonne Scholten. Dit boek, door Pasolini zelf een parabel genoemd, is ontstaan tijdens de opname van de film. Deze tekst is geen uitgangspunt of schema, evenmin louter een weergave van wat er op de film te zien is, maar een duidelijk auto-noom-literaire tekst. De film heb ik niet aanschouwd, of die ‘beter’, indringender, evocatiever is dan het boek kan ik dus niet beoordelen. Bevat Van gezicht tot aangezicht alleen dialoog en beschrijving van decor en handeling, in Theorema is er ook plaats voor gedachten en commentaren. In de tekst van Bergman komt de arts Jenny in haar relatie tot de patiënte Maria naar voren als bekwaam, gewetensvol en tegelijk tekortschietend, maar in de film ontstaat, louter door visuele elementen, de suggestie dat Maria eigenlijk een ander is van Jenny, haar verdrongen onderbewustzijn en dit is maar één van de suggesties die de film meerdimensionaal maken in vergelijking tot het boek. De tekst van Theorema heeft veel van de nu alweer ietwat vergeten nouveau roman: de nadruk ligt op visuele elementen die soms door de auteur zelf voor meervoudige duiding vatbaar worden geacht. ‘De lichtgroene-teerblauwe muren van een fabriek beslaan de hele horizon. Het is niet duidelijk welke tijd van het jaar het is (het zou lente kunnen zijn of het begin van de herfst:of alletwee tegelijk want ons verhaal heeft geen chronologische volgorde.) De populieren...zijn kaal of net aan het uitbotten (of ze hebben door bladeren).’ Zowel Bergman als Pasolini
graven diep in de menselijke psyche; Bergman houdt zich in zijn verhaal overwegend aan de verhoudingen van Jenny tot haar man, haar minnaars, haar ouders en grootouders en haar dochter, die alle in wezen worden bepaald door haar geschonden verhouding tot zichzelf. Pasolini brengt in zijn boek religieuze en filosofische en sociale dimensies in die als zodanig ook worden verwoord, bij Bergman liggen ze meer opgesloten binnen de belevenissen van het individu. Pasolini beschrijft de goddelijke bezoeker die binnen een ‘kleinburgelijk gezin van heel rijke mensen’ bij iedereen existentiële verandering teweegbrengt, als iemand met ‘het lichaam...als een vleesgeworden ademtocht.’ Ik ga toch nog eens kijken hoe hij dat met filmische middelen heeft uitgedrukt:
INGMAR BERGMAN: ‘Van aangezicht tot aangezicht’
vertaling: Rita Törnquist
Verschuur Bruna: 98 blz. 12, 50 |