Hermann Hesse
brief aan een jeugdige lezer van Kafka*
UIT: BLOEMLEZING UIT DE BRIEVEN VAN HERMANN HESSE SUHRKAMP TASCHENBUCH. FRANKFURT AM MAIN.
Geachte heer B.
...Helaas moet ik u geheel en al teleurstellen. Uw vragen en helemaal de manier waarop u tegenover de prozaliteratuur staat, komt weliswaar niet als een verrassing tot mij; u heeft duizenden collega's die er net zo over denken. Maar uw, zonder uitzondering niet te beantwoorden, vragen komen alle uit dezelfde foutieve bron. De verhalen van Kafka zijn behandelingen van religieuze, metafisische of moralistische problemen, maar scheppend proza. Mie instaat is een schrijver werkelijk te lezen, dat wil zeggen, zonder intellectuele of morele resultaten te verwachten, iemand die simpelweg bereid is dat in zich op te nemen dat de schrijver geeft, aan zo iemand geven deze werken op hun wijze ieder antwoord die hij zich wensen kan. Noch als theoloog noch als filosoof heeft Kafka ons iets te zeggen, alleen als schrijver. Dat zijn prachtige werk op het ogenblik in de mode is, dat het gelezen wordt door mensen die
niet instaat zijn scheppend proza in zich op te nemen en dat ook niet willen; daaraan is hij onschuldig. Ik heb van het eerste werk afaan tot de lezers van gehoord en geen van uw vragen zegt mij iets. Daarop geeft Kafka geen antwosrd. Hij geeft ons de dromen en de visioenen van zijn eenzame en zware leven, parabelen voor zijn ervaringen, zijn noden en zijn geluksmomenten en deze dromen en visioenen zijn het enige dat wij bij hem te zoeken en van hem aan te nemen hebben, niet de ‘verklaringen’ die scherpzinnige interpreteerders van dit proza geven kunnen. Dit ‘duiden’ is een spel van het intellekt, dikwijls een heel fraai spel, geschikt voor slimme maar kunstvreemde lieden, die boeken over negerplastiek of twaalftonige muziek lezen en schrijven kunnen, maar die nooit tot het innerlijk van een kunstwerk toegang vinden, daar zij aan de poort staan en met honderd sleutels proberen binnen te komen en helemaal niet zien dat de deur al openstaat. Dit ongeveer is mijn reactie op uw vragen. Ik meende u een antwoord schuldig te zijn omdat u het ernstig meent. Met
9 januari 1956
vriendelijke groet
vertaling: Clara Eggink