Bzzlletin. Jaargang 5
(1976-1977)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
ToelichtingLuguber geluid naar wens (gesis, geknor of zoiets). | |
VIII. U, De Verraste NinoGeluid slot VII, maar iets verder weg (Blijft naderen)
Comm,
gejaagd)
Luisteraars, het spijt me dat ik zo met de deur in huis moet vallen, maar er is geen tijd voor een rustige sfeerbeschrijving, een korte inhoud van het voorafgaande, een gekscherende opmerking, het monster zal dadelijk wel zichtbaar worden, de heren deinzen langzaam achteruit, ze zijn nu dicht bij me luisteraars, maar ik betwijfel of ik hier kalm zal blijven staan als dat...hoe noem je zoiets, Dr Plankton weet dat natuurlijk wel... Ineens houdt beweging op en zakt geluid weg
PP)
Ik geloof dat het beest iets overkomen is, Plankton. Pl)
Denkt u, professor? Misschien is het maar tijdelijk...een lichte flauwte...laat ons nog even wachten. Korte tijd verstrijkt
PP)
Ik wacht niet langer. Het is al nacht, en we moeten een slaapplaats zien te krijgen. Luguber geluid uit moeras
Pl,
benauwd)
Vlug professor, laten we hier vandaan gaan. Snelle passen verdwijnen
Comm,
haastig)
Luisteraars, ik hoop u later nog eens uit te leggen hoe dit allemaal is gebeurd maar ik moet nu opschieten want de heren verdwijnen in het oerwoud en ik moet in hun buurt blijven dus een andere keer graag we moeten beslist eens bijpraten tot spoedig luisteraars. Korte tijd verstrijkt
Pl)
Aaaargh! Een dikke slang! Daar ligt hij! Professor! PP,
geërgerd)
Laat me los, Plankton! Dat is geen slang, dat is een hals. Zoveel weet ik ook nog wel van natuurlijke historie. Pl)
Een hals...? Maar, maar, wat doet een hals dwars over een pad? Een hals gaat toch niet zomaar op de grond liggen? Wie weet wat er aan vastzit! PP)
We zullen zien. PP
stapt in het gebladerte Plankton, hier is de kop! Kom eens kijken, het is vast een onbekende diersoort!
Pl,
op enige afstand, ontevreden)
Ik wil er niets van weten! Kom nu terug, professor! Het is hier zo donker! PP komt terug naar het pad
PP,
enthousiast)
Plankton, dat had u moeten zien! Geen ogen, geen neusgaten...alleen maar een enorme bek! Heel breed, en zonder tanden. Het had veel weg van een stofzuiger- maar dan zeker vijf keer zo groot Pl,
op besliste toon)
Professor, u bent niet in orde! Ik denk dat u koorts heeft! We zullen maar meteen de tent opslaan, eh nee, hier maar niet, laten we nog even doorlopen. Passen
PP)
Ja, dat is waar ook, u heeft rust en medicijn nodig met uw moeraskoorts. Pl)
Mijn moeraskoorts? Maar professor, U bent degene die hier ijlt! Een stofzuiger...welk dier lijkt er nu op een stofzuiger? U bent er slecht aan toe, professor! PP onderbreekt Pl)
Stil eens even! Wat hebben we hier? Dat is een ladder!...En dat daar in de hoogte, dat moet een hut zijn! Pl,
zwaar ironisch)
Ja ja! Natuurlijk, een hut! Daar was die stofzuiger uit ontsnapt! PP beklimt hoge ladder
PP)
Ik ga boven kijken. Misschien kunnen we daar logeren. Pl,
dreinerig)
Nee professor, doe dat niet! Laat me niet alleen, professor! Kom terug professor...laat me niet alleen ... laat me niet alleen... geluid van klimmen houdt in verte op
PP,
van enige afstand)
Het is inderdaad een hut, Plankton! Leeg, maar in goede conditie, geloof ik. Geen gaten, geen ongedierte. Kom boven, ik zal u bijlichten. Comm)
Luisteraars, het klinkt onwaarschijnlijk, maar ik zag zonet de lantaarn van Professor P langzaam opstijgen. Ik hoop dat dit een natuurlijke oorzaak heeft...Morgenochtend zal ik het nader onderzoeken, dat beloof ik u. Tot dan, luisteraars. | |
[pagina 3]
| |
IX. O, Diverse Naturen...Oerwoudgeluiden
Comm)
Luisteraars, vraag me niet hoe ik de nacht ben doorgekomen...Het begint nu in elk geval weer licht te worden, en ik moet toch eens kijken waar de twee geleerden eigenlijk zijn. Volgens mij hier in de omtrek...Hél Wat zie ik daar door het lover schemeren? Een steile ladder, luisteraars! En twee palen, nee drie, nee wacht eens, vier. Ja, dan ben ik er: vier palen. En daarboven zie ik iets vierkants...Dat kan alleen maar een hut zijn. Nu begrijp ik ook waarom dat licht gisteravond omhoog ging. De professor is naar boven gegaan. En Dr Plankton ook, natuurlijk. Dus dáár hebben ze overnacht. Korte tijd verstrijkt en PP rekt zich uit
PP)
Hè, ik heb uitmuntend geslapen! Hoe is het, Plankton, geen last meer van wartaal? Pl)
Ik voel me gezond, professor. En u? Is de koorts gezakt? PP)
Be zal u straks laten zien dat dat dier werkelijk op een stofzuiger leek. Als het er nog net zo ligt, tenminste. Overigens, moet u het nieuws niet horen? Pl zet radio aan
Pl)
O ja, dat zou ik bijna vergeten. Nieuwslezer)
...sinaasappelen. Verder Nederlands nieuws: komt men over de hond, dan komt men over de staart. Dit is vastgesteld door een groep geleerden aan de Universiteit van Leiden. De weersverwachting... PP)
Nu we dit weten, kunt u misschien voor koffie zorgen. Pl zet radio af Korte tijd verstrijkt
Comm)
Het duurt wel lang voordat ze die ladder afkomen. Het duurt wel lang voordat ze die ladder afkomen. Het duurt wel lang voordat ze die ladder afkomen. Het duurt wel, neem me niet kwalijk luisteraars, ik zat in mezelf te praten. Dat doe ik altijd als ik moet wachten. Op een tram bijvoorbeeld. Dan zeg ik binnensmonds: wat blijft die tram lang weg, wat blijft die tram lang weg, wat blijft die tram lang weg en zo maar verder, tot de tram komt. Dan lijkt het korter. Behalve die keer toen de stroom was uitgevallen... Korte tijd verstrijkt
PP)
De koffie is niet meer te drinken, Plankton. U had niet mét die rugzak in het moeras moeten vallen. Alles smaakt en ruikt ernaar. En die crackers had u weieens mogen uitwringen. Pl,
nederig)
Maar de blikjes zijn nog intact, professor. Wilt u misschien een kopje tomatensoep? PP,
zuchtend)
Goed, geef me dat dan maar. Zolang het nog kan. We zullen ons toch eens in de jacht moeten bekwamen, Plankton. De provisie is sterk verminderd. Pl)
Jacht, professor? Maar ik kán helemaal niet jagen. Trouwens, we hebben geen geweren. PP)
Nee, maar ik heb een ander wapen bij me. Een blaasroer. Mét pijlen. Vorig jaar meegebracht uit Peru. Pl,
enigszins verstoord)
Wat, professor, een blaasroer? Is dat een wapen? Waarom heeft u er dan niet op geblazen toen het gevaarlijk werd? PP)
Denk nu eens redelijk na, Plankton. Hoeveel pijlen zou ik nodig hebben gehad voor dat gorgelbeest? Of voor de vliegende schorpioenen? Korte tijd verstrijkt
Comm,
nogal moedeloos)
Het duurt wel lang voordat ze die ladder afkomen. Het duurt wel lang voordat ze die ladder afkomen. Luisteraars, ik wou dat ze nu eens die ladder afkwamen. Het duurt lang.(zucht, korte stilte) Terwijl ik hier zit, is de vegetatie een stuk verergerd. Elke keer dat ik nies, komen er stukjes mos mee. Dat ontkiemt en ontluikt en woekert hier maar of het leven ervan afhangt. Het duurt wel lang voordat ze die ladder afkomen. Hier, luisteraars, let op. Sterk voorbeeld. Die plant daar, hè? Met al die stengels. Precies. Wel, die was er nog niet toen ik begon te praten. Die is komen opschieten toen ik even naar boven keek. Om te zien of ze die ladder nog niet afkwamen. Wat duurt dat lang...Luisteraars! U zult het niet geloven maar nu zitten er al knoppen op die plant. Ze worden zienderogen groter...Dadelijk gaan ze open, ja, daar begint het al. En nu gaan die stengels bewegen, luisteraars! Het is eigenlijk angstaanjagend... Korte tijd verstrijkt Men hoort geknabbel op stengels en bladeren in de achtergrond opkomen
PP)
Die soep was niet kwaad. Toch eigenaardig, na alles wat naar is aangedaan. Wij zouden in zo'n geval kwaad worden. Maar tomaten laten zich alles welgevallen. Dat geldt trouwens voor planten in het algemeen. Pl,
belerend)
Dat moet u toch niet zeggen, professor. Denkt u eens aan brandnetels en cacteeën. En giftige bessen. En vleesetende planten. Sommige flora is helemaal niet aardig! Geknabbel ineens dichtbij. Gaandeweg wordt het oorverdovend, ook houtgeknapper gaat weerklinken, er vallen bomen om
Comm)
Luisteraars! Dit is ongelofelijk! Die plant heeft bloemen die...was ik tóch maar bij de televisie gaan werken, u denkt natuurlijk dat ik dit allemaal verzin, maar deze plant eet planten. Heus! Die bloemen hebben gewoon tánden! En maar knabbelen! En er komt steeds meer bij! Dat is allang geen plant meer, dat is een soort organisatie! Die bloemen storten zich op alles wat botanisch is - bladeren, stengels, takken, hele boomstamnen pakken ze aan. De plant groeit maar en groeit maar, die stengels zijn net tentakels, ze zwaaien heen en weer, ze zoeken, ze kruipen verder en altijd verder...! |
|