Kuhle Wampe-Een kanttekening
Historisch gezien - want dat is in een geval als dit zonder meer de sterkste opening - is Kuhle Wampe oder Wem gehört die Welt uiterst interessant: het is de enige ondubbelzinnig communistische film die in de Republiek van Weimar (dwz. een Duitsland ten tijde van economische crisis: toenemende werkloosheid, de opkomst van het nazidom etc.) werd en kon worden geproduceerd. Maar toch. Laten we, om met Brecht te spreken, kritische medestanders blijven.
Natuurlijk is het weer Brecht wiens naam als eerste valt. Zo gaat het bij film nu eenmaal vaak: wie komt er om een film van bijvoorbeeld Wim Wenders?, maar draai diezelfde film voorafgegaan door een ‘literaire’ inleiding omdat Peter Handke bij deze film het scenario schreef en het effect blijkt heel anders. Zo ook hier (maar dan zonder inleiding!)
Wie het unieke karakter van Kuhle Wampe serieus neemt - en dat is in de eerste plaats de communaliteit van het productieproces -, komt echter eerst bij de regisseur, bij Slatan Th. Dudow terecht.
Dudow staat te boek als een ‘debutant’. Dat is naast een naam als Brecht misschien niet zo verwonderlijk, of naast die van Hanns Eisler; toch wed ik dat degenen die deze laatste naam ook onmiddellijk met Brecht verbinden, en hem als componist derhalve slechts ten dele kennen, veruit in de meerderheid zijn.
Inmiddels praten we al duidelijk over een team. Eisler ontmoette Brecht, en Dudow ontmoette Eisler en Brecht, in het jaar 1929. Het jaar daarop ensceneerde Dudow Brechts leerstuk Die Massnahme, waarin hij arbeiderskoren van zo'n vierhonderd man liet optreden. Wie nu verbaasd staat over de vierduizend sportbeoefenende arbeiders in Kuhle Wampe kan zonder risico zijn conclusie trekken.
Een typering als ‘debutant’ klinkt, gezien het karakter van deze film, dan ook tamelijk burgerlijk. Dudow heeft een bijeenkomst van het genoemde team beschreven, waarin een gedachte ballade door de argumentering van Dudow uit de opzet werd geschrapt; niet de kwaliteit van een naam maar die van het argument telde in dit milieu; en daarin staat het begrip debutant los van een maatschappelijk bepaalde fasering van carrière.
Met deze wetenschap achter de kiezen komt de volgende, veel geciteerde, uitspraak van Brecht beter tot zijn recht:
‘Natuurlijk kostte de organisatie van het werk ons veel meer moeite dan het (artistieke) werk zelf, dwz., wij zagen de organisatie steeds meer als een wezenlijk onderdeel van het artistieke werk. Dat was alleen maar mogelijk, omdat het werk in zijn geheel politiek was.’
Mag er dan, zowel om artistieke als politieke redenen, soms iets op deze film af te dingen zijn, de Duitse censuur (belichaamd door een keuringscommissie) had hier (terecht) gevoel voor: het aanvankelijke vertoningsverbod van Kuhle Wampe onderlag onder meer de volgende (juiste) observatie:
‘De film heeft zonder twijfel een communistische tendens, weliswaar lang niet zo grof en dik aangezet als in de meeste andere communistische films. Juist hierin schuilt echter een zeker gevaar.’
Die tendens is gemakkelijk aan te geven - namelijk de verandering van het maatschappelijke bestel, althans de aanzet daartoe, of zoals het in de film heet:
‘Und wer wird die Welt ändern?’
‘Die, denen sie nicht gefällt!’
Interessant wordt die tendens pas in het licht van de verhouding tussen dat bestel en de artistieke verbeelding in de film.
Kuhle Wampe bestaat uit vier thematisch verbonden maar feitelijk los van elkaar staande episoden. In de eerste pleegt een jonge werkloze zelfmoord omdat zijn steun wordt ingetrokken. Een dergelijke scène houdt onmiskenbaar kritiek in op het bestaande bestel, de zojuist geciteerde regels doen dan de rest.
Of niet, zo kun je je afvragen. In Kuhle Wampe staan de sportbeoefenende jonge arbeiders regelrecht tegenover een oudere generatie die zich heeft laten paaien door sociale zekerheid. Op deze tegenstelling is, van de kant van de toenmalige linkse beweging, nogal wat kritiek geweest. En dat is essentiëler kritiek dan die van de censuur die bijvoorbeeld ook over een geval van abortus in de film viel (overigens dezelfde paragraaf 218 waarover de Duitse vrouwen nog steeds kunnen struikelen).
Wel dan of niet? Een Europese arbeidersbeweging bestaat niet, sociale onrust onder het ‘proletariat’ ontstaat alleen indien zijn materiële vooruitgang in gevaar wordt gebracht en hij daarop door zijn vakbeweging opmerkzaam wordt gemaakt; een klasse die, buiten het werk, kiest tussen de Spaanse zon in de zomer en vaderlandse televisie in de winter, en voor het overige geen gelazer aan de kont.
Voor deze klasse hoeft Kuhle Wampe niet van de museale plank te worden gemaakt. Toch is het een ‘arbeidersfilm’.
Natuurlijk, Kuhle Wampe is een film om niet te missen, wij zullen er zeker bij zijn die 27 februari in het HOT.
Maar wie en wat zijn wij eigenlijk? Wat doen wij, afgezien van historisch esthetische retrospectie, eigenlijk met Kuhle Wampe? Nou?
Alleen al om deze vraag te kunnen stellen dient Kuhle Wampe regelmatig te worden vertoond. En gezien!