Wél al in het Nederlands vertaald zijn diverse boeken van Saul Ballow, die vaak een typische ‘author's author’ genoemd is om te verklaren waarom zijn boeken bij de ‘gewone’ lezers zo weinig suksesvol zijn geweest. De Bezige Bij en Meulenhoff Nederland gaven vijf boeken van Bellow uit, waarvan alleen ‘Herzog’ er enigzins uitsprong. ‘Humboldt's nalatenschap’ is nu, in de vertaling van Wim Gijsen, bij Agathon verschenen, en met de steun van de Nobelprijs voor Literatuur 1976 zal het nu wel lukken. Bellow's protagonisten zijn literaire ‘helden’ in de beste zin van het woord, individuen in konflikt met een gelijkschakelende, ontmenselijkende wereld. In dit boek is Charlie Citrine, bijna 60, in allerlei voor deze tijd en deze verteld kenmerkende moeilijkheden verzeild geraakt, de uitputting nabij, levensmoe, maar nog veerkrachtig genoeg om zijn leven een beslissende nieuwe wending te kunnen geven. Een sympathiek en intelligent meesterwerk. (f 29,50)
Ook bij Agathon verscheen ‘Laat maar Waaien’ van William Kotzwinkle, waarover in deze kronieken al eens uitgebreid is geschreven en die in Nederland, na ‘Nachtboek’ (Agathon) en ‘Zwemmer in de geheime zee’ (Arbeiderspers), inmiddels een aanzienlijke reputatie heeft opgebouwd, (f 11,50).
William S. Burroughs is, na twee boeken bij Meulenhoff en vier bij Agathon nu bij Boelen terechtgekomen met het wat buiten het kader van zijn oeuvre vallende ‘De laatste woorden van Dutch Schultz’. Hoewel het geen roman is maar een filmscript is ‘De laatste woorden van Dutch’ het toegankelijkste wat Burroughs geschreven heeft, de ideale uitkomst van de cut-up-techniek waarmee Burroughs in zijn romans geëxperimenteerd heeft. Geweld, drugs en sex vormen wederom de voornaamste bestanddelen. Een boeiend boek, in een prima vertaling/bewerking van Jules Deelder, dat bovendien een goede introduktie is voor het, wat moeilijker, werk van Burroughs als geheel, (f 14,90)
Over ‘De vrouwen van Corregidora’ van Gayl Jones is in de vorige kroniek al het een en ander gezegd (‘een indrukwekkende roman van een grote belofte’). In Amerika is inmiddels de tweede roman van Gayl Jones verschenen, ‘Eva's Man’ geheten, en hoewel de reakties erop zeer verdeeld zijn is het verheugend dat Bruna ook deze roman in voorbereiding heeft. (Het gaat per slot van rekening om het ‘brengen’ van auteurs, niet om het vertalen van losse boeken.) ‘De vrouwen van Corregidora’ kost f 19,50.
Dit najaar verscheen ook dé al eerder aangekondigde Amerikaanse bestseller van Judith Rossner, ‘Op zoek naar meneer Goodbar’, bij Bruna in vertaling (f 24,50) zijn sukses dankt het boek aan de kombinatie van suspense, authenticiteit, aktualiteit en literair vakmanschap, waarmee Judith Rossner de ware identiteit van de in het begin van het boek op gruwelijke wijze vermoorde kleuterjuffrouw Theresa Dunn ontrafelt. Een knappe roman, die door drie andere voorafgegaan werd. Alle drie werden ze zeer lovend besproken, maar nauwelijks verkocht: ‘To the precipice’ (1966), ‘Nine Month in the life of an old maid’ (1969) en ‘Any minute I can split’ (1972). Het is te hopen dat Bruna ook in het geval van Judith Rossner de juiste politiek volgt.
We mogen aannemen van wel. Van Alan Lelchuk, wiens ‘Amerikaans onheil’ nu eindelijk verschenen is, wordt meteen al de vertaling van ‘Miriam at thirty-four’ aangekondigd voor het komende voorjaar. ‘Amerikaans onheil’ gaat over de universitaire revolutie in Amerika aan het eind van de jaren zestig. Het aangrijpend en met zeer veel inzicht beschreven ‘verhaal’ gaat over de kontroverse tussen een studenten leider en een dekaan. Ze kennen en waarderen elkaar in hoge mate, maar komen door de politieke omstandigheden tegenover elkaar te staan. Méér dan een scherp getekend tijdsbeeld is ‘Amerikaans onheil’ een beklemmende roman over de haat-liefderelatie van twee strijdbare mannen die allebei het goede voorhebben met Amerika, de wereld en de mensheid, (f 39,50)
Omslag: J. v.d Toorn-Vrijthoff
Al bijna een legende is het bij Contact verschenen ‘Zen en de kunst motoronderhoud’ van Robert M. Pirsig. Die faam is terecht, ook al kan men zich afvragen of Pirsig ooit in staat zal zijn om nóg een boek van dit kaliber af te leveren, met andere woorden of behalve het boek ook de auteur zich een plaats in de Amerikaanse literatuurhistorie zal veroveren. Een twee generaties omvattende, zich op het grensvlak van natuur en kultuur afspelende, tegelijk typisch Amerikaanse én universele roman. Een meesterwerk dus. (f 34,50)
Ook typisch Amerikaans, maar heel wat minder universeel is het eveneens al legendarische ‘Ragtime’ van E.L. Doctorow, in de vertaling van Else Hoog verschenen bij De Harmonie (f 19,50). Er valt zeer veel positiefs te melden over dit boek. Het is een razendknap om niet te zeggen geniaal ge -schreven roman rond een handvol fiktief met elkaar gekonfronteerde ‘helden’ uit de jaren twintig, maar het resultaat is uiteindelijk niet meer dan een bestseller, een boek. Géén tijdsbeeld en zeker geen tijdloze roman. Doctorow heeft zich, met ‘Ragtime’ tenminste, nog niet onsterfelijk gemaakt. Dat hij een literair grootmeester is staat inmiddels wél vast en daarom is er alle reden om hoge verwachtingen te koesteren van ‘Het boek Daniël’, dat De Harmonie inmiddels ook heeft aangekondigd, en dat, hopelijk, minder gebonden zal zijn aan een ‘suksesformule’.
Als ‘Het boek Daniël’ verschenen is wil ik graag nog eens terugkomen op Doctorow, én op twee boeken waar ik eveneens hoopvol naar uitzie: ‘Een incident’ van Joseph Heller (Luitingh) en ‘Dikker dan water-Kinflicks’ van Lisa Alther (Contact). En iemand anders moet maar eens wat schrijven over ‘als al het andere faalt kunnen we de zweep leggen over de ogen van het paard en hem laten huilen en slapen’ van Graig Strets (In de Knipscheer).