Dood in Bourgondië
Hans van de Waarsenburg
Om een ambitieus-projekt als de Gangreen-serie tijdelijk te onderbreken voor het schrijven van een boek, dat Jef Geeraerts moest schrijven, zoals de laatste regel van de flaptekst luidt, daar moeten zeer bijzondere redenen voor zijn, denkt de argeloze lezer. Het boek lezende, komt men bladzijde na bladzijde steeds meer tot de overtuiging, dat Jef Geeraerts dit boek inderdaad moest schrijven en wanneer je het uit hebt, ben je inderdaad blij dat Jef Geeraerts ‘Dood in Bourgondië’ geschreven heeft.
In dit autobiografische boek staat Eleonore, de vrouw van Jef Geeraerts centraal. Kort na de terugkomst van Eleonore en Jef uit Tibet wijst zij hem de deur van haar flat. Hem of hij blijkt de echtgenoot te zijn van Eleonore, in het begin althans formeel nog wel, tegen het einde is de scheiding officieel. Met hem heeft Eleonore een kinderloos huwelijk van ongeveer 15 jaren gehad. In de laatste 5 jaren van dit op de klippen gelopen huwelijk is er een romance ontstaan tussen haar en Jef. G. een romance die zich langzaam maar zeker ontwikkelde tot de Grote Liefde. De hoofdletters gebruik ik nu eens niet om te deni, greren. Want het is inderdaad deze liefde, dit bijna barokke liefhebben van 2 mensen, dat tot de bedding van dit boek behoort. Een schimmelziekte bij Eleonore blijkt ernstige gevolgen te hebben, ik citeer: (‘De schimmelziekte was door het zonnebranden in recordtijd genezen, maar het had de tbc irreversiebel aangewakkerd’. (pag. 18) Via Joost de Wit, (Nederland Enige Echte Internationale Literaire Marskramer) kunnen ze beiden 2 maanden in het Spaanse huis van zijn ouders gaan wonen. Vlak voor ze vertrekken ontdekt Eleonore dat de menstruatie bij haar uitblijft. Nadat ze elf dagen over tijd is, gaat Jef om aan de martelende onzekerheid een einde te maken, een Doe-Het-Zelf middeltje halen. De reactie is positief. Hun reactie:
‘Daarna keken we elkaar aan. In haar blik lag een bizarre mengeling van geluk, angst en triomf.’ (pag. 23).
De persoonlijke reactie van E. kan de lezer ook vernemen, daar Geraerts zijn teksten afwisseld met fragmenten uit haar dagboeken (opmerkelijk zuiver en treffend geschreven) en gesprekken met haar die hij op de bandrecorder heeft opgenomen: ‘Toen ik wist dat ik werkelijk in verwachting was, had ik kunnen dansen en springen van geluk. Na er vijftien jaar op te hebben gewacht, was het eindelijk gelukt.’ (pag. 26).
Deze blijdschap gaat over in angst. Angst om eventueel een zwak kind te krijgen, angst i.v.m. de t.b.c. van E. De mogelijkheid van abortus dient overwogen te worden. Men komt terecht bij Dr.
Rixen ‘die vroeger nog met hem op de universiteit had gestudeerd’ (pag. 29) En met de keuze van deze ESCULAAP is de basis voor verdere dieptragische ontwikkeling van dit boek gelegd. Deze Dr. Rixen nu (hopenlijk is het de echte naam of althans is met deze naam zo gegoocheld dat hij onmiddelijk herkend wordt) is het prototype van een eigenzinnige, autoritaire, zich supérieur voelende, bourgois-figuur met een uitermate middelmatige kennis van zaken, die in de loop van zijn praktijk (en) is afgesleten tot het grauw en grijs van zijn eigen hersens. Een Spiessbürger zoals de buren dit zo kwetsend weten te noemen. Ik citeer E. op pag. 30:
‘Ik beschreef ook het interieur van zijn visitekamer overal levensgrote poppen in oude militaire uniformen, harnassen, steekwapens, en proper! en jij zei dat hieruit zonneklaar bleek dat hij een autoritair karakter had vol vaderhaat plus de betekenisvolle neiging dag in dag uit in vagina's en baarmoeders te willen loeren’ (pag. 30)
Dr. Rixen begint met bloedproef om wetenschappelijk vast te stellen of E. in verwachting is. Daarna besluit hij tot een artsenkonsult i.v.m. de t.b.c. Geeft haar zelfs het adres van de ‘beste abortuskliniek van Nederland’!
E. zegt: ‘Zwanger van een kind waar ik vijftien jaar naar had verlangd en rondlopen met het adres van een abortuskliniek in mijn handtas’.(pag.32).
Het heeft geen zin om de vanaf het eerste kontakt reeds gemaakte stupide en botte opmerkingen van Dr. Rixen te citeren.
Spoedig blijkt dat er geen abortus mag worden uitgevoerd, de Hoge Vlaamsche Heren beslissen wel eventjes over het, de vrucht in de buik van E. Curettage is nodig, wanneer E. een miskraam dreigt te krijgen. Dr. Rixen:
‘Er is zo weinig uitgekomen, zei hij, hebt u vanmorgen dan al zoveel verloren?’ (pag.41)
Over hun verblijf in Spanje in 1975 schreef
E. ‘In mijn buik bleef dezelfde pijn hangen. Het bloeden was niet zo erg maar het stopte nooit helemaal. Onophoudelijk had ik het vervelende gevoel, dat een vrouw heeft tijdens de menstruatie’, (pag.68).
Een pijn die erger werd en op de terug weg in Saulieu in Bourgondië een hoogtepunt bereikte:
‘Ik voelde mijn hoofd wegzakken in een diepe put. De pijngolven kwamen onophoudelijk terug, het was alsof mijn bekken kraakte en mijn buik barstte.’ (pag.92)
Wanneer ze op hun basis zijn teruggekeerd en de pijn blijft voortduren, slaagt E. erin om opnieuw tot Dr. Rixen door te dringen. Hij veronderstelt dat het een abces is, groter dan de baarmoeder. Er zal geopereerd moeten worden, waarbij E. het risico loopt dat er delen weggenomen zullen worden, waardoor het voor haar in de toekomst onmogelijk wordt een kind te krijgen. Dr. Rixen valt dan van de ene in de andere fout. Wanneer E. en J. besloten hebben dat het ‘deskundige’ heerschap E. niet zal opereren, wordt Dr. Togo geraadpleegd. Na een 5 minuten durend onderzoek lezen we de volgende tekst, die exact de kern van dit drama weergeeft.
‘Na vijf minuten komt Dr. Togo alleen terug en gaat aan het aquarium zitten, strijkt weer over