Over oude en nieuwe geschiedenis
Dolf Verroen
Geef me de ruimte mag dan een typisch eigentijdse kreet lijken, het is toch de titel van een historisch jeugdboek dat in de veertiende eeuw speelt. Het werd geschreven door Thea Beckman en het speelt een eeuw later dan haar met een gouden griffel bekroonde Kruistocht in spijkerbroek, dat dit najaar tevens bekroond werd met de internationale Prix Historique. In tegenstelling tot Kruistocht in spijkerbroek waarin de in onze tijd levende Dolf Wega door de ingewikkelde manouvres van een tijdmachine in staat wordt gesteld een kinderkruistocht aan te voeren, is de hoofdpersoon in Geef me de ruimte een Meisje Zij woont met haar familie in Brugge en is door haar vader vergeven aan de zoon van een zakenrelatie en omdat zij voor deze jongen uitsluitend afkeer en minachting kan opbrengen, gaat ze er vandoor. Van Brugge vlucht ze te paard naar Frankrijk, dat in die tijd wordt geteisterd door een oorlog met Engeland, die zo lang zal gaan duren dat hij als de honderdjarige oorlog de geschiedenis zal ingaan. In de bossen van Crécy ziet Marije al de eerste oorlogsverschrikkingen en daar, in een verlaten hutje, ontmoet zij de man met wie zij zal trouwen en haar verdere leven als trouvère, muzikant, zal doorbrengen.
Evenals in haar vorige historische boek zoekt Thea Beckman het minder in een psychologische karakterontwikkeling of in een conflictsituatie dan in een breed opgezette tijdsschets. En die schets krijgt de lezer in een volledig kleurengamma voorgezet: aan strijd, moeilijkheden, ziekte, (pest, waarvan natuurlijk de joden - op een voortreffelijk geanalyseerde manier - de schuld krijgen), vervolgingen, verdedigingen, klasseverschillen, armoede, machtstrijd, enzovoort, geen gebrek. Thea Beekman heeft volgens mij alles zo gewetensvol nagegaan en heeft zich zo in dit tijdperk verdiept, dat zij historisch inderdaad wel helemaal juist zal zijn. Maar zelfs als er historisch foutjes in geslopen zouden zijn, zou dat niets uitmaken de lezer krijgt namelijk een bijzonder goed idee hoe mensen in deze vroegere eeuwen geleefd kunnen hebben. En daar gaat het toch maar om. Geef me de ruimte is een boeiend verhaal geworden, maar men leest het toch ook een beetje op de manier zoals men naar de televisie kijkt; met betrokkenheid, terwijl men tegelijkertijd op een afstand wordt gehouden. Want de geschiedenis van Marije en haar vrienden is ook niet meer geworden dan een verhaal in een tijdperk. De figuren die er in voorkomen zijn stoffering van die tijd, hoe boeiend hun lotgevallen ook beschreven zijn.
Maar voor mij ontbreekt aan dit verhaal het persoonlijke en de innerlijke spanning, die het werk kenmerken van bijvoorbeeld Miep Diekmann, Paul Biegel en Roald Dahl, om maar enkele jeugdboeken schrijvers te noemen. Wat dan overblijft is een bijzonder goed werkstuk dat bepaald niet zonder belang is, maar in feite veel meer vanuit de wil dan vanuit innerlijke noodzaak geschreven schijnt. En dat vind ik bijzonder jammer, want het innerlijke landschap van de schrijver interesseert mij (althans) meer dan het Franse.
Veel minder vanuit de wil geschreven lijkt mij Oosterschelde windkracht 10 van Jan Terlouw. En dat is op zichzelf eigenlijk wel merkwaardig. Want dit boek, dat je best een traktaat zou kunnen noemen, is een doodgewoon pleidooi voor het openhouden van de Oosterschelde. Alleen: Jan Terlouw is zo bij zijn onderwerp betrokken dat hij er over schrijven mòet. En dat geeft, vooral het tweede deel waarin hij zijn motieven uiteenzet, bijna iets van een bezwering. Ik vind dit deel ook een bewijs hoezeer politiek en (jeugd) literatuur op een goede manier met elkaar verweven kunnen zijn.
Ook het eerste deel, waarin de stormramp van 1953 wordt beschreven, is zeer goed en zeker uit historisch standpunt waardevol. Maar het tweede deel, waarin de nieuwe generatie wordt beschreven die de stormramp alleen van horen zeggen kent, is voor mij toch het hoogtepunt van het verhaal.
Beide boeken zijn uitgegeven door Lemniscaat.
THEA BECKMAN: ‘Kruistocht in spijkerbroek’
Lemniscaat 307 blz. 20,50 |
|
THEA BECKMAN: ‘Geef me de ruimte’
Lemniscaat 300 blz. 23,50 |
|
JAN TERLOUW: ‘Oosterschelde Windkracht 10’
Lemniscaat 187 blz. 18,50 |