Dolf Verroen
Oude & Nieuwe Rijmpjes
Het is geen wonder dat oude versjes en (baker) rijmpjes zo populair zijn, dat er altijd weer nieuwe uitgaven van komen. Deze rijmpjes zijn immers de eerste ontmoeting van de mens met op schrift vastgelegde taal. Taal, die zowel door rijm als ritmiek bijzonder gemakkelijk is voor te lezen en door peuters en kleuters even gemakkelijk kan worden verstaan hoe absurdistisch de betekenis ervan soms ook is.
En dat laatste mag men niet onderschatten! Er zijn weinig volwassenen die de abstractie kunnen navoelen en hun fantasie (willen of durven) laten voeden door een versje als torentje torentje bussekruit, wat hangt er uit? een gouden fluit, een gouden fluit met knopen, torentje is gebroken. Of de ongerijmdheid van Marjanneke die, met stroop in het kanneke, de poppetjes moet laten dansen.
Er is trouwens ook veel directe logica in te vinden. Denk maar eens aan rijen rijen rijen in een wagentje en als je dan niet rijen wilt, dan draag ik je, of: Moriaantje zo zwart als roet ging uit wandelen zonder hoed en de zon scheen op zijn bolletje, daarom droeg hij een parasolletje.
Kinderen vinden ze heerlijk, deze versjes. Zij zijn niet alleen gefascineerd door klankpatroon en ritmiek, maar volgens mij ook door de ongelooflijke directheid, het voor grote mensen zo kenmerkende verhullende, ontbreekt er helemaal aan.
Het is daarom bijzonder goed dat illustratoren deze rijmpjes te baat nemen om ‘eigen’ boeken te maken en het is erg verheugend, dat er uitgevers zijn die dan ook uitsluitend met de allerbeste illustratoren willen werken.
Zo heeft van Holkema en Warendorf bijvoorbeeld alles in de wind, een verzameling liedjes en versjes uitgegeven van de jonge illustrator Ivo de Weerd, die naam maakte met het enige jaren geleden door Lemniscaat uitgegeven prentenboek Bennie en zijn ganzen.
Ivo de Weerd heeft bij deze versjes prachtige tekeningen gemaakt, kleurenplaten waar je niet op uitgeken raakt. Tegelijkertijd echter laat hij, ondanks een zekere gedetailleerdheid, ongelooflijk veel aan je verbeelding over. Een boek dat bijzonder op je fantasie werkt en zeker ook een bezit is voor mensen zonder kinderen. Er zit een muzikale bewerking bij van Herman Broekhuizen. Waarom is mij niet helemaal duidelijk, omdat deze geen bruikbare pianobewerking is.
Van Ton Hoogendoorn zijn er maar liefst twee boeken met versjes verschenen: namelijk 100 oude rijmpjes dat bij Cantecleer is verschenen. Hij heeft veel meer onbekende rijmpjes er bij en hij heeft, in tegenstelling tot Ivo de Weerd, geen kleurenplaten gemaakt, maar losse tekeningen, zowel in zwart wit als in kleur, die tussen de tekst door verspreid staan.
Ook al een boek om te hebben, evenals trouwens zijn door Vroom en Dreesmann uitgegeven Oude kinderliedjes, waarin uitsluitend kleurenplaatjes voorkomen, die kinderen (en grote mensen) bijzonder zullen aanspreken. In dit boekje staan overigens alleen liedjes, om te zingen, met de muziek van (Ad Oomen) dus er bij. Erg leuk. De keuze van versjes is overigens niet van Ton Hoogendorn zelf, maar in 100 oude rijmpjes van Alice Bergers en in Oude kinderliedjes van Alice Bergers en Liesbeth Kuitenbrouwer. Fijne verzamelingen, alle twee.
Rijmpjes en versjes uit de nieuwe doos door Han. G. Hoekstra zijn eigen, nieuwe versjes, die werden aangevuld met versjes uit zijn in 1947 verschenen bundel Het verloren schaap, De ijsmuts van oom Karei (1948) en Versjes uit de grabbelton (1953). Een verrukkelijk boek met verrukkelijke teksten. Het is in 1952 al eens verschenen en heeft toen vier drukken gehaald. Geen wonder! Het zijn versjes waar je een heel leven mee toe kunt, spiritueel, poëtisch, spitsvondig en tegelijkertiid van een enorme eenvoud. Als dat nog niet aanspreekt!
Ook de plaatjes van Fiep Westendorp zijn erg mooi. Ze zijn altijd onmiddelijk te herkennen. Soms denk ik wel eens dat ik er ook een beetje bezwaar tegen heb, omdat er zo weinig op te kijken is. Maar dat is in dit boek zeker niet. Leg het niet op je tafels, want je houdt niet meer op met kijken en... lezen.