pen bloot te leggen. Haar analyse en haar ironie kunnen wreed zijn. Zachte dokters enz. vormde zeker haar leidraad.
Beryl Bainbridge
In Blaming (Chatto & Windus), haar laatste roman en maar 130-140 gedempte bladzijden bij elkaar, schrijft Taylor over een vrouw, Amy Henderson, van middelbare leeftijd, echtgenote van een bekend kunstschilder (geen Picasso). Tijdens een cruise naar Istanboel, die Amy afschuwelijk vervelend vindt, maar haar wat kinderlijke en zieke man niet, sterft de laatste plotseling. In deze situatie achtergelaten, d.w.z. met een dode man in Turkije, vindt ze steun van de kant van een plakkerige Amerikaanse, schrijfster van larmoyante, woelige en waardeloze romans. Later, naar Engeland teruggekeerd, waar ze als weduwe moet leren leven, faalt Amy nog een keer, door onvoldoende aandacht en liefde voor de Amerikaanse te tonen, een slordige vrouw die Amy met haar sterk ònEngels doen, helemaal niet aanstaat. Een situatie die tot een tweede tragedie leidt. Amy wordt achtergelaten met twijfels en schuldgevoelens, al zoekt ze...wat?...in een tweede huwelijk.
Hier, in deze wel kleine roman, worden de onbenullige dingen van het deftige leven (smoked salmon sandwiches) naast de grote maar verborgen -verborgen uit fatsoen, uit zelfbeheersing- dingen (morele verantwoordelijkheid, angst en schuldgevoelens) koeltjes neergelegd. Het effekt is inderdaad als van een ontleedmes, dat men aan het werk ziet, vooral in woorden die telkens weer en onverwacht aan het eind van de zinnen worden toegevoegd. B.v. als Amy tegen de Amerikaanse zegt: ‘I read one of your books’, schrijft Taylor: ‘Amy looked as if she thought this a matter for congratulation; indeed she did think so.’
En nu Beryl Bainbridge! En een heel ander Engeland. Het Engeland van de onderste laag van de ‘upper-lower-middle-class’, meestal in de buurt van Liverpool.
Bainbridge, ex-actrice, heeft nu gewoonweg geschitterd door haar voorstelling, in vijf korte romans, van scènes voornamelijk uit het leven van dit volk, dat ze zo goed kent en wiens alledaagse, pittoreske taal en emotie's ze dermate accuraat weergeeft, dat je het als lezer bijna als miraculeus ervaart. Het idioom kent ze zo goed en dit is ook dermate eigenaardig en subtiel, dat ik niet begrijp hoe de bewonderingswaardig ondernemende Arbeiderspers, het in het Nederlandse durft te brengen. De verhaalproblemen zijn immens. Vooral omdat vrijwel alles van de hantering van dit idioom afhangt. Niettemin zijn de eerste twee Bainbridge-romans al in het Nederlands verkrijgbaar.
Elizabeth Taylor
foto: Jeremy Bauer
In Nederland kent men nog niet de beroemde Engelse t.v.-reeks: Till Death Do Us Part van Johnny Speight, met Alf Garnet als de vader in de hoofdrol. Sinds jaren is Garnet hierdoor een nationaal begrip geworden. Maar hier kent men wel de t.v.-reeks All in the family, met Archie Bunker als de vader - d.w.z. de Amerikaanse imitatie van de Engelse show. Als men zich nu All in the family in een Engelse enscenering voorstelt, met Engelse types uit het volk als de figuren, en dit alles tot het niveau van kunst verheven, dan heeft men tenminste enig idee van het werk van Beryl Bainbridge.
In A Quiet Life (Duckworth) tekent ze scènes uit het leven van Alan, een stille, saaie jongen, een schooljongen nog, wiens ouders (ieder op z'n eigen manier totaal crazy) in een staat van nooit aflatende oorlog met elkaar leven. Bijna alles neemt plaats binnen de muren van hun huis, dat veel te klein is om al de hevige maar futiele emotie's te herbergen. (Het huis vormt een mooi symbool voor het sociale milieu.)
Het leven van de geduldige Alan, die eigenlijk een sul is, die niets liever dan een ‘quiet life’ wil leiden, wordt nog lastiger gemaakt door een hysterische jonge zuster, die ook eigenlijk balfgek is. Deze heeft clandestine ontmoetingen in de duinen met een duitse krijgsgevangene (de tijd is omstreeks 1946) en wil graag verkracht worden. Wat haar toch niet lukt, want niets lukt de figuren van Bainbridge.
Je zou deze roman ‘dolkomisch’ kunnen noemen, ware het niet dat het boek tegelijkertijd een ijzingwekkend portret is van een eigenlijk triest bestaan, zowel sociaal als geestelijk gezien -(in Nederland denk aan recent werk van Heere Heeresraa). Hier is alles frustratie, wat op een grandioze manier door de figuur van Alan's vader wordt uitgebeeld.
Een kleine roman die, zoals die van Elizabeth Taylor, dat eigenlijk niet is. Hier zijn twee Engelse milieus accuraat en met expertise getekend - twee levende, onderhoudende stukken sociologie. Bij Taylor: glimlachen, nu en dan een tikje zuur. Bij Bainbridge: hardop lachen, en direkt daarna: huiveren.
En dus, daar men nauwelijks in de tegenwoordigheid van lijken glimlacht (zuurtjes of anders) of hardop lacht, kan eenvoudig de Engelse roman niet dood zijn. Q.E.D.