stuk aan wijsheid ontbreekt. Bij het herlezen van de bedrijven 3, 4 en 5 van Trommeln in der Nacht ‘befiel mich eine solche Unzufriedenheit, dass ich erwog, dieses Stück zu unterdrücken. Naar aanleiding van Im Dickicht der Städte merkt Brecht op dat het hem al bij de konceptie van het stuk duidelijk werd ‘dass es eigentümlich schwierig war, einen sinnvollen Kampf, d.h. nach meinen damaligen Ansichten, einen Kampf, der etwas bewies, herbeizuführen und aufrechtzuerhalten.’
Het is duidelijk wat de latere Brecht aan zijn eerste stukken hinderde. Niet het gebrek aan toneeltechnische ervaring, niet de gebezigde taal, niet de konstruktie maar het ontbreken van de politieke, d.w.z. marxistische strekking en de daarvoor geschikte dramaturgie. Brecht heeft al vroeg ingezien wat er in onze samenleving mis was maar heeft daar - evenals vele andere toneelschrijvers, dichters, prozaïsten in de twintiger jaren - nog geen politieke konsekwenties aan verbonden. Zijn grote held was oorspronkelijk Baal, de man die gewoon durft te doen waar hij zin in heeft. In hem zag Brecht zijn evenbeeld, vele zijner toneelfiguren lijken ook later nog op Baal, al komen zij dan tot het inzicht dat het misdadig is alleen maar voor de bevrediging van eigen wensen en driften te leven.
Ook Fatzer, de frontsoldaat (het Frontschwein, zoals men in die tijd zei), is een soort - proletarische - Baal. Een materialistische egoïstische vent die na drie jaren oorlog z'n buik vol heeft van het mensonterende leven aan het front, ver van thuis, misbruikt als kanonnevlees. Hij besluit derhalve te deserteren en het kost hem weinig moeite drie van zijn kameraden eveneens tot desertie over te halen. Ondanks zijn individualistisch- egoïstisch karakter beseft hij toch al iets van de oorzaak van hun ellende en trekt er zijn konklusies uit: ‘der erbfeind ist vorn und ist auch hinten...die uns herschicken das ist die burschoasie.’ Brecht heeft later de bedoeling gehad een koor in te lassen dat Fatzer zou aanmoedigen, ‘jetzt kannst du erkennen was zu tun ist für euch und alle soldaten welche gehorchende sind auch gegen euch wendet euch um und verwandelt den krieg der Völker den krieg der klassen und den weitkrieg in den bürgerkrieg also bleibet beisammen und tragt den krieg in euer eigenes land denn vor ihr euer bürgertum nicht vertilgt habt werden kriege nicht aufhören.’
Hier wordt de breuk zichtbaar die Brecht heeft gehinderd. Je kunt van een egoist als Fatzer niet zo makkelijk een pacifist en klassenstrijder uit overtuiging, door inzicht en politieke scholing maken. Hij wordt tot desertie en zelfs nog tot politiek inzicht gedreven uit zelfbehoud, uit materialistische overwegingen. En al geldt dat voor een groot aantal van politiek (marxistisch) bewuste arbeiders, - het kon nooit de sympathie hebben van de politiek geschoolde konsekwente pacifist Brecht. Brecht bevond zich zelf toen in een overgangstijd. Al schrijvende trachtte hij tot meer klaarheid te komen over zijn eigen motieven. Hij wil ‘deze arbeider’ laten onderzoeken wat allemaal voor hem en in hem verandert als hij van een objekt van de geschiedenis tot haar subjekt wordt, ‘unter der bedingung, dass dies nicht ein rein persönlicher vorgang ist, da er ja die klasse betrifft.’ In 1929: ‘ich der schreibende muss nichts fertig machen, es genügt, dass ich mich unterrichte, ich leite lediglich die untersuchung und meine methode dabei ist es, die der zuschauer untersuchen kann.’
Nadat hij tot de overtuiging was gekomen dat er tussen de mentaliteit van Fatzer en zijn didaktische bedoelingen een kloof gaapte, was hij in Fatzer niet meer geïnteresseerd. Hij was intussen immers ook afgestapt van zijn zuiver epische dramaturgie. Via Chinese voorbeelden kwam hij tot de dramaturgie van het Lehrstück, een parabolische, didaktische, dialektische methode.
De bekwame regisseur Frank-Patrick Steckel van de Schaubühne heeft met de hulp van een aantal deskundigen uit de notities van Brecht voor het Fatzer-stuk toch nog een afgerond en uniform geheel kunnen maken. Om die uniformiteit te kunnen bereiken koos hij de oorspronkelijke door Brecht gebezigde vorm, liet dus de nadrukkelijk belerende toevoegingen, vooral ook het koor weg. Daarvoor in de plaats liet hij het eerste tafereel twee keer, in twee verschillende versies spelen en zette hij iemand aan een tafeltje op het toneel die uit de notities van Brecht voorleest, zodat het publiek een indruk krijgt van de veranderingen die Brecht al had uitgewerkt of aangeduid. Bovendien heeft hij in het 75 pagina's omvattende gedrukte programma 3 door Brecht uitgewerkte taferelen gepubliceerd en nauwgezet rekenschap afgelegd van zijn werkwijze. Het programma bevat ook een groot aantal teksten en illustraties van onderwerpen die met de in het stuk over Fatzer voorkomende situaties en problemen verband houden.
Ik heb in mei een van de voorstellingen in de Schaubühne gezien. Op het toneel, dat zich over de hele breedte van de zaal uitstrekt, is een brede strook van de achterwand zwart geschilderd. Kogelgaten in de wand en een natte vloer die modder suggereert, duiden de oorlogssituatie aan. Met oorverdovend lawaai komt een levensgrote tank het toneel oprijden waarin de vier uitgeputte, aan het oorlogsgeweld rond Verdun ontsnapte soldaten zitten: Fatzer (overtuigend gespeeld door Wolf Redl), Büsching, Kaumann, Koch. De raad van Fatzer volgend geven zij zich niet over aan de vijand maar deserteren zij en duiken onder in de armoedige éénkamerwoning van Kaumann in Mühlheim a.d. Ruhr. In deze woning bevinden zich zijn vrouw Therese, die zich door hard werken erdoor slaat en Fanny, die haar brood verdient door tippelen. De deserteurs besluiten bij elkaar te blijven om gemeenschappelijk aan de opstand deel te kunnen nemen die Fatzer binnenkort verwacht. Hij belooft voor proviand te zorgen, brengt ook een keer wat koolrapen mee en slaagt erin iemand te vinden die hem en zijn kameraden, juist omdat zij deserteurs zijn, aan vlees wil helpen. Maar Fatzer doet dan ineens niet meer mee. Zijn baaiachtige levensdrift slaat om in doodsverlangen, hij doet een poging zich op te hangen, wordt door de anderen gered maar tenslotte toch door hen ‘terechtgesteld’, vlak voordat zij zelf eraan gaan. ‘jetzt musst du hin sein dieweil du krank geworden bist und schlecht’.
Het ‘verraad’ van Fatzer komt op mij niet voldoende gemotiveerd over en de bijfiguren zijn onvoldoende uitgewerkt, hebben weinig tekst en weinig speelmogelijkheden. Dat geldt ook voor de vrouw van Kaumann die door Fatzer wordt verleid. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Steckel zich te angstvallig aan de door Brecht pas gedeeltelijk uitgewerkte eerste konceptie heeft gehouden en vraag mij zelfs af of het stuk niet indrukwekkender was geworden als hij toch de Lehrstück- dramaturgie had toegepast, koor en tegenkoor had laten optreden en ook enkele andere later toegevoegde ideeën van Brecht had ver-