Wilhelm II. Werd die naam gebruikt door de Deense schrijver Bendrich Torsvan of inderdaad, zoals nu algemeen wordt aangenomen, door de Duitse publicist Ret Maruth? En wie was die Ret Maruth dan wel?
Ook Ret Maruth is met alle waarschijnlijkheid een pseudoniem. De werkelijke naam van de burger achter het schrijvers-pseudoniem B. Traven, achter het acteurs-pseudoniem Ret Maruth lijkt nooit te achterhalen. En toch is die biografische werkelijkheid, gezien het werk, interessant.
B. Traven, mysterieus als hij is, staat immers te boek als dé schrijver van het Mexicaanse proletariaat en zijn revolutie, als een fel antikapitalistisch auteur; kortom als een held van revolutionaire bewegingen.
De schaarse biografische gegevens maken weinig duidelijk. Die Ret Maruth moet van 1917 tot 1920 in München een als aggressief getypeerd tijdschrift - Der Ziegelbrenner - hebben uitgegeven, hij zou tijdens de zgn. Räterrepublik ter dood zijn veroordeeld (waarom?); zijn geslaagde vlucht voerde hem dan naar Mexico. De ene bron dicht hem een Sloweense herkomst toe (ca. 1883), de ander een Amerikaanse (ca. 1900); en dat is toch merkwaardig voor een auteur wiens boeken aanvankelijk in de Duitse taal verschenen, in miljoenenoplagen, en vervolgens in zo'n vijftien talen werden vertaald.
Er zijn, binnen het gebied van de literatuurbeschouwing, mensen voor wie dit alles geen boodschap is. Zij beschouwen een tekst als zodanig, als tekst, los van de auteur en zijn persoonlijke inbreng en achtergrond. Een dergelijke tekstbeschouwing voert tot dingen als computer-linguïstiek; tot taai-filosofieën die met literatuur weinig meer van doen hebben. Die mensen hebben met Traven dan ook geen enkel probleem. Ik wel. En omdat ik te weinig omtrent Traven kan achterhalen, blijft mijn kijk op zijn werk speculatief: ik weet niet of het beeld dat ik van Traven wil schetsen juist is, zodat ik mijn eigen conclusies op losse schroeven zet.
In zo'n geval kan ik mij het beste aansluiten bij wat ‘men’ omtrent Traven heeft achterhaald. Dus neem ik aan dat achter het pseudoniem B. Traven het pseudoniem Ret Maruth schuilt, een Duits acteur en publicist die omstreeks 1920 Duitsland ontvluchtte, óf om zijn lijf te redden, óf gedesillusioneerd, óf beide, die naar Mexico vertrok, en zich daar ontpopte als een boeiend verteller in een reeks van zeer lezenswaardige romans.
Romans die ‘sociaal bewogen’ worden genoemd. Jacques den Haan typeerde Traven als ‘de spreekbuis van de stem- en rechtelozen die ook in onze eeuw de machteloze slachtoffers zijn van uitzuigers zonder geweten.’
Maar vooral ook, zoals blijkt nu ik met de grootst mogelijke geboeidheid drie van zijn opnieuw in het Nederlands vertaalde romans heb gelezen, vooral ook, al heb ik dat nog nergens gelezen, romans van een machteloos auteur. Van een cynische fatalist van het soort zoals Karl Kraus en Kurt Tucholsky dat waren. Geen verbeteraar, geen held, geen revolutionair. Alleen (tussen aanhalingstekens) een schrijver van de smerigheden van de menselijke samenleving.
Uit literair oogpunt lijkt Traven bovendien geen groot stilist. Hij is een verteller die zijn verhaal soms onderbreekt met de meest onverwachte, buiten het kader van het verhaal liggende simplificeringen die ahw. die aandacht van de lezer vast moeten houden; aldus het tegenge- stelde, namelijk een zekere irritatie, bereiken. Om een voorbeeld te geven: De mars naar het oerwoud wordt beschreven hoe op vunzige wijze geworven Mexicaanse arbeiders (meestal kleine boeren) door het oerwoud trekken naar de kampen waar de mahoniebomen worden geveld. Alsof Travens beschrijving niet suggesstief genoeg is, zegt de schrijver op gegeven moment dat zo'n tocht niet te vergelijken is ‘met de feestelijke optocht van een schuttersvereniging. Wie het zich zo voorstelde’, vervolgt hij, ‘maakte van het werkelijke leven een droombeeld.’
Omslag: joost v.d. woestijne
Zit je maw. midden in de verschrikkingen van die Mexicaanse boeren, en dan krijg je een schuttersvereniging op je dak: veg is de inleving, de (mee-)beleving. Weg is de gemoedelijke horror. Er zitten in het werk van Traven voortdurend dergelijke verwijzingen naar ‘droombeelden’. Dat kan niet anders dan een tetekenis hebben. De lezer wordt telkens weer van zijn stof vervreemd. Is Traven misschien toch een stilist?
Bruno Traven is mi. onmiskenbaar en Duits auteur. Dat blijkt uit vele van die tussenvoegingen. En wat voor een auteur?: in een literair naslagwerk (Klaus Günther Just: ‘Von der Gründerzeit bis zur Gegenwart. Die deutsche Literatur der letzten hundert Jahre’) vond ik het gegeven dat Travens eerste boeken in het Büchergilde Gutenberg werden gepubliceerd, een reeks die zich in de jaren twintig op een ‘nieuw’ lezerspubliek in de arbeiderskringen richtte.
Over welke tijd gaat het hier? De eerste romans van B. Traven - Das Totenschiff en Die Baumwollpflücker - verschenen in 1926. Hitler was de nederlaag van zijn Putsch al weer te boven, de sociale en politieke crisis in Duitsland had immense afmetingen aangenomen. Wie mbt. die tijd over Duitse arbeiders spreekt, heeft het over werklozen, over paupers. En op een deel van dat publiek richtte Traven zich; vanuit Mexico.
Zijn zijdelingse vergelijkingen met Hannibal