Het verzet tegen het vegetarisme en de onopgeloste tegenstelling
maarten 't hart
Als mijn vader een gekookt ei voorgezet kreeg, nam hij, waar hij ook was, het ei met de rechterhand op en sloeg het, de puntige zijde naar zijn gezicht toegewend, op zijn voorhoofd kapot. Dit was zijn manier om een begin te maken met het pellen van een ei en wellicht ontstaan als een grap of uit het verlangen om anders te doen dan anderen, een verlangen dat zijn gehele gedrag beinvloedde. Maar in de loop der jaren was het een volkomen stereotype reaktie geworden op de prikkel gekookt ei, een ingeslepen vast motorpatroon. Hij kon niet anders meer. Het opvallende is dat mensen, naarmate zij ouder worden, steeds meer van deze vaste motorpatronen gaan vertonen. Blijkbaar is er in het menselijk organisme min of meer vastgelegd dat handelingen die vaak herhaald worden steeds uniformer gaan verlopen, steeds meer als onvermijdelijke reaktie optreden op een prikkel. Niet alleen dichten is afleren, zoals Bloem zegt, maar leven zelf. Vooral als je zelf nog kind bent, valt je op hoe'verstard' de wereld der volwassenen is, in daad maar ook in woord. Hoe vaak hoor je niet geijkte uitdrukkingen als reaktie op krantenberichten. ‘Ze moesten ze allemaal ophangen’. Ook dit soort formules zijn geworden tot vaste reaktie-patronen op bepaalde prikkels (het verslag van een kaping, een moord etc.) In de romans van Dickens zijn honderden van deze vaste motorpatronen van mensen beschreven, één van de redenen waarom je, als je de romans van Dickens leest, voor enige tijd de wereld kan zien met de onbevangenheid van een kind, iets dat niet hoog genoeg geschat kan worden.
Maar niet alleen een verouderend menselijk organisme vertoont hoe langer hoe meer stereotype gedragingen, ook de evoluerende diersoort waarvan het milieu gelijk blijft, gaat hoe langer hoe meer vaste, gefixeerde gedragspatronen vertonen. Ook op het gebied van gedrag is de ontogenie vaak een recapitulatie van de fylogenie. Hoe constanter het uitwendig milieu, des te meer reflexmatige verstarring. Een zeer constant milieu is de zee maar het meest constante milieu in het dierenrijk is het milieu van de parasiet, het dier dat in bloed, darmen, longen of spieren van een ander dier leeft. Als je in een spier zit, hoef je je geen zorgen te maken over verandering van temperatuur of vochtigheidsgraad, geen angst te hebben voor roofvijanden. Bij parasieten is inderdaad vaak een mate van verstarring te vinden die bij bijna geen enkele andere diersoort voorkomt. Waarom die verstarring? Economie van het organisme? Een simpel gevolg van de tweede hoofdwet van de thermo-dynamica? Het is niet zo eenvoudig om hier antwoord op te geven maar iedereen kan wel begrijpen dat reflexmatig kunnen handelen toch ook grote voordelen met zich meebrengt. Stel je voor dat je, elke keer als je wilt gaan fietsen, eerst weer zou moeten bedenken hoe je moet opstappen: eerst de voet aan de trapper of eerst de hand aan het stuur, eerst de buik na voren of het hoofd omhoog.
Het grappige van al dit soort handelingen waarbij je niet meer hoeft na te denken, schaatsen, fietsen, zwemmen, is dat je ze nooit meer verleert of afleert - ze zijn, zoals dat heet, irreversibel aanwezig. Ze zijn, eenmaal aangeleerd, net zo sterk in het organisme verankerd als een starre, instinctmatige handeling in een insect.
Het paradoxale is nu dat het werk van Dick Hillenius, door zovelen aangevallen omdat hij zo gemakkelijk van dier naar mens zou redeneren, juist op het gebied van instinctief gedrag, het meest krachtige verzet levert tegen instinct, sleur, reflexmatig handelen dat mij bekend is. Alles wat hij jeeft geschreven is een doorlopend protest tegen verstarring, vastraken, vastzitten, tegen geconditioneerd reageren op prikkels. Men kan het soms al uit de titels van zijn werken aflezen. Tegen het Vegetarisme is niet een schotschrift tegen planteneters maar een verzameling gedichten, aforismen en essays tegen een geworteld, plantaardig bestaan. En wanneer ontstaat dat verstarde bestaan? Als men in veiligheid wil komen, rechtlijnig wil gaan leven. Vandaar die Groeiende onwil om ooit nog in veiligheid te komen,vandaar Een klein apperaat tegen rechtlijnigheid . Het is zeer vruchtbaar om het werk van Hillenius vanuit dit gezichtspunt te bestuderen: men kan dan het verzet tegen het vegetarisme, dat is tegen het instinct, de reflex, de sleur, overla ontdekken, soms tot in zeer wonderlijke vertakkingen. Eén van de vreemdste vertakkingen is wel de opmerking op pag. 125 van Tegen het Vegetarisme dat het in een rijdende trein niet mogelijk is de blik gelijk mee te laten gaan met de snelheid van de trein. Ieder mens die dat leest, roept verbaasd uit: maar waarom zou dat moeten? De blik laten rusten is echter al een eerste begin van vastzitten, van vegetarisme, een eerste aanzet tot worteling. Ook de lof van het slechte geheugen, tweemaal gezongen in Tegen het Vegetarisme, moet begrepen worden tegen deze achtergrond. Immers: een goed geheugen is de basis voor een plantaardig bestaan. Wie onthoudt hoe hij vroeger op bepaalde prikkels heeft gereageerd, verliest zijn onbevangenheid, raakt geconditioneerd. Bij Hillenius wordt het verzet tegen het vegetarisme ook in verband
gebracht met creativiteit. Creativiteit zou volgens Hillenius meestal het product zijn van een slecht geheugen. Maar Mozart was in staat om na eenmaal luisteren een heel werk van Allegri op papier te zetten, een fenomenale prestatie van het geheugen, en toch is Mozart ongetwijfeld het meest creatieve genie dat ooit geleefd heeft.
Hetzelfde verzet tegen het instinct proef ik in de opmerking in Het Romantisch Mechaniek (32) dat er per individu geen ‘joy for ever’ bestaat. Zou dat wel bestaan, zou één individu een leven lang van één bepaalde vrouw, één bepaalde dichter, één bepaalde componist houden dan zou dat ook al weer duiden op plantaardigheid, vastzitten. Ook