Er was eens een draak... (in) het Bangedierenbos
Dolf Verroen
Vrijwel op hetzelfde moment zijn er bij twee verschillende uitgeverijen een boekje verschenen met hetzelfde thema: bij Leopold Er was eens een draak... door Kenneth Grahame en bij Kosmos Het bangedieren bos door Willem Wilmink, die door zijn teksten voor de Stratenmaker-op-zee-show al van zich heeft doen spreken. Beide boeken hebben een ongewoon onderwerp met elkaar gemeen: namelijk een draak die niet gevaarlijk is.
In het boek van Grahame (beeldschoon geillustreerd door Ivo de Weerd en goed vertaald door Erie Spoelstra) woont de draak op een heuvel en als hij uit zijn hol komt leest hij een bevriend jongetje zijn gedichten voor. Maar hoe vreedzaam een dichtende draak ook is, de mensen in het dorp aan de voet van de heuvel, zijn er niet van af te brengen dat een draak altijd een boosaardig beest is dat vuur spuwt en als ze dan eindelijk Sint Joris hebben gehaald om de draak te verslaan, spelden zij hem in hun onschuld van alles op de mouw en wordt het de heilige pas door het jongetje duidelijk dat deze draak een aardige draak is. Maar dat mag natuurlijk niet. Er moet verslagen worden. Om de schijn te redden voeren Sint Joris en de draak dus een schijnvertoning op, waarmee ten slotte iedereen gelukkig is en die eindigt in een avondfeest waarvan de draak de hoofdpersoon is. Een kostelijk boekje (voor alle leeftijden) met veel humor en (scherpzinnige) ironie geschreven. Bijzonder boeiend.
Desondanks vind ik Het bangedierenbos van Willem Wilmink nog leuker. Maar deze vergelijking dringt zich uitsluitend aan mij op omdat ik beide boekjes achter elkaar (en niet tegelijkertijd) gelezen heb en omdat ze beide het vriendelijke draak tot onderwerp hebben, want het vergelijken van boeken en mensen acht ik onzinnig en uit den boze. (Maar ik geloof dat ik Willem Wilmink wat leuker vind omdat hij boosaardiger is dan Grahame en boosaardigheid vind ik een eigenschap die de mens en vooral de schrijver siert.)
In Het bangedierenbos is het overigens niet alleen een draak die verslagen moet worden. Als Lena, een meisje dat met haar ouders tijdens de vakantie in een dorpshotelletje logeert, in het bos een konijn ontmoet met een bril op en een broek aan, hoort zij dat de dieren zich bedreigd voelen door De Grote Gevaren. Natuurlijk probeert Lena deze op te sporen en te ontzenuwen en natuurlijk lukt haar dat. Want eigenlijk blijken alle gevaren denkbeeldig te zijn, al vindt Drab de Draak, die op het eind van het verhaal op Lena verliefd wordt, het ontzettend fijn om af en toe voor zijn plezier op vuurspuwende wijze eens een weekendhuisje in de fik te steken ‘omdat het toch geen weekend is’ en al zijn de Struikrovers Z.G. (zonder genade) wel degelijk echt dieventuig en al... enzovoort. Wat het meest opvallende in dit verrukkelijke boek is: het ontbreken van iedere moralistische tendens. Wilmink beschrijft de feiten zoals ze zijn, de gebeurtenissen zoals ze gebeuren en voegt daar niets aan toe. Hij lijkt mij de eerste in Nederland. Wat mij verder in dit bijzonder persoonlijk geschreven verhaal - tot mijn verbazing - opviel, dat het een echt sprookje is. De kabouters en sprekende dieren zijn er niet met de haren bij gesleept door een oude elf die ook eens een sprookje wilde schrijven, nee, ze zijn er echt. Ondanks het feit dat het een verhaal is met grote werkelijkheidszin (de visie op mensen en de maatschappij) met humor en nuchterheid geschreven, is het op de mest natuurlijke manier een sprookje geworden.
Het bangedierenbos (met erg mooie tekeningen geillustreerd door Heidi Daamen) behoort voor mij tot de allerbeste kinderboeken.
Ik vrees dat Willem Wilmink wel eens een groot schrijver zou kunnen zijn.
WILLEM WILMINK: ‘Het Bangedierenbos’
illustraties: Heidi Daamen
Kosmos 64 blz. 9,90 |
ill. uit. Ex was eens een draak (door Ive de Weert getekend)