Onderschatting & Overschatting
Arthur van Schendel
Laatst, bij mijn oom Theofilus aan de tafel zittende, verwonderde ik mij telkens wanneer ik hem aanzag hoe hij, die toch bijna honderd jaar oud moest zijn, nog altijd zijn genoegen, behalve in wijn, in boeken vindt. Wij hadden gesproken over de oorlogen, den hongersnood, de kwalen en andere rampen die onlangs de wereld geteisterd hadden, daarna had hij, ik meen uit hoffelijkheid jegens mij, ook het een en ander over letterkunde gezegd. Het was laat geworden, ik stond op om hem een goeden nacht te wenschen, maar hij riep om een kan van zijn oudsten manzanilla, hij wees mij weer te gaan zitten en hij sprak:
Ik wil je nog vragen naar je oordeel over een zaak die mij vandaag heeft beziggehouden, de enquête betreffende de waardeering van boeken. Omtrent het begrip van waarde in het algemeen heb ik niet meer zekerheid verworven dan toen ik een jongen was. Wat dunkt je? Zooals je weet waren er in ons geslacht altijd rijkaards en leergierigen. Een van onze voorvaderen, Arct., Fr., Esm., geboren 1489, gold voor een zeer vermogend man, hij kocht al wat hij wenschte en dat was meer weelde dan men in Woensdrecht ooit gezien had. Ik heb een opgave van zijn bezit gevonden en ik heb berekend dat het in 1534 twee kilogram goud bedroeg. Welnu, ik bezit in 1934 honderd kilogram daarvan en ik kan bij langen na niet alles koopen wat ik wensch. Diezelfde Arct., Fr., Esm. leerde lezen uit een abc-boek, daar in de kast, gedrukt te Antwerpen in 1499, zijn vader betaalde er twee pond Vlaamsch voor. Ik heb het lezen geleerd uit een abc-boek, gedrukt te Amsterdam in 1793, het kostte twaalf stuivers. Mijn achter-kleinzoon leert het lezen niet meer uit een boek. Overweeg de verschillen.
Indien ik aan het hof van den graaf van Toulouse had geleefd zou ik iederen dag een gebraden kip en een gevulde beurs gekregen hebben, bovendien de lonkjes van schoone dames, want ook ik kan aardige versjes maken. In de 19e eeuw leefden er tientallen die mooiere verzen maakten dan de knapste minnestreel en die toch geen korst te knagen hadden.
Onlangs bood een boekverkooper mij de volledige werken van Hartmann aan en ik achtte het een voorrecht ze voor een daalder in mijn bezit te krijgen. Die boekverkooper vertelde mij: Deze zelfde werken zijn aangeboden aan zeker opperhoofd op het Bismarck-eiland, die er zelfs geen pisang voor wilde geven. U begrijpt, zeide hij, dat de waarde van een boed over het onbewuste wisselt naar plaats en tijd, en bijgevolg ook de ook de bepaling daarvan. Ja, antwoorde ik, dat heb ik wel begrepen.
Wat plaats betreft, waarde neef, ik heb mij soms verwonderd waarom Ruusbroeck in de Nederlanden niet een mate van glorie ontving evenredig aan die welke Dante in zijn vaderland ten deel viel. Verschil van plaats, denk je? ver-