Bunker Hill. Jaargang 7 (nrs. 23-28)(2004)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Saskia Waterman subliminale man herhaal jezelf vierentwintig keer in één seconde en je komt ter wereld, een schuchtere tweede stem, aaneengeregen lichaamsdelen toevallige woorden, een fractie van een persoon een interval, voor de tijd uit bewegend een schokschouderende oogopslag naar de camera een gemonteerde naaktscène, dronken een onmogelijke harmonie van dierbare fragmenten ze houdt van je zoals ze je interpreteert abstracte liefde van een vluchtige dubbelganger met wie je geen synchroon gesprek kunt voeren: niet iedereen wordt daadwerkelijk geboren [pagina 47] [p. 47] zoet meisje mijn navel is een los knoopje gelegd in een zee van huid ankert een draaikolk aan vragen op de ruggen van mijn handen bewaart inkt twijfelende woorden ik vergeet altijd waar mijn mond is glasachtig lichaam op kamerwater mijn blik, een propje aluminium, smaakt zoet, de smaak van machinerie, patisserie, geheugensteuntjes. de vulling schijnt door wit glazuur besef smelt en stolt, ontleedt de zin in mijn hoofd. zei ik iets? [pagina 48] [p. 48] dak van de wereld ik woon op ooghoogte nu met meeuwen trams en bovenleiding maken fabrieksbliksem de schemering zit in buizen schakelt rood in, dan oranje ik vergis het wit naast mijn iris in het glas en de avond, vervuild door kamerlicht als een wolkje in de verte 's ochtends kom ik naar buiten straatverlichting waait dan weg met rook waarin versteende werelden in het verkeer opgaan. [pagina 49] [p. 49] droom in de zesde naamval terug op school, lange en trage trappen en hallen advent, het is nog kaal en grauw voor het eerste lesuur één kaars brandt al in de stoffige krans lokalen, gezichten, vriendschappen en pikordes waar je behaaglijk buiten staat een bakstenen gebouw van onvolgroeidheid, in een stadspark van alles wat je nog niet hebt meegemaakt ik was vaak te laat, geloof ik ik heb iets gemist: de spanning van niet op tijd verschijnen bij de juiste leraar angst staat op het lesrooster. leer het vervoegen in alle naamvallen tot je het opdreunt in je slaap tot het je op het schoolplein opwacht en nastaart de jongen die altijd een hoek voor je uit liep we hadden iets samen, alleen wist niemand het alle dagen dat ik naast je ging zitten in de adempauzes tussen de pijnlijke lessen en naar je dunne onderarmen keek liefde was nooit zo mooi als toen je het nog niet echt kende toen je het nog niet weg kon geven en het je lichaam veranderde als we spraken was het in de waterlichtjes langs de muren in huiswerk, antieke talen, een dialoog waarin werd verteld hoe een filosoof heengaat en uitleg over goden die door vernietiging het leven vooruit helpen. Vorige Volgende