duidelijk is wie bij Theo op bezoek is, en of iets al eerder gebeurd is of niet. Kortom ik wil de lezer een klein beetje in de toestand van verwarring brengen, waarin geen voortgang meer is.
Maar daarmee ontnam ik mijzelf het instrumentarium waarop ik altijd bestek maak. Verschillende anekdotes en gesprekselementen op verschillende plekken geprobeerd, afgekeurd, terug laten keren, een keer te vaak terug laten keren... Alles eerst met de hand, daarna te vroeg op de tekstverwerker, weer overgeschreven met de hand, gecorrigeerd, de stapels raakten door elkaar. Klopte de schaakpartij, die ik van een schaakvriend, een zeer sterke speler, met zijn toestemming had ‘geleend’? Ik maakte er een nieuw slot aan - de echte partij eindigde in remise -, maar raakte de verandering kwijt, moest het slot opnieuw reconstrueren. Vervolgens vond ik het oude nieuwe slot terug. Ik raakte in de toestand waarin ik Theo had gebracht en mijn lezers wilde brengen. Wel eerlijk, in zekere zin. Waarom het katje van Elvira en Kessié min of meer hetzelfde droomt als later, of eerder, Elvira zelf? Geen idee, omdat de elementen samen een soort ritme vormen?
Ik stond voor het verhaal zoals een abstract schilder voor zijn doek. Waardoor laat die zich leiden? Door vage overwegingen omtrent evenwicht, dramatiek... Door afstand te nemen, weer dichterbij te komen, soms volgens plan een lijn te trekken, soms in een opwelling iets weg te poetsen, veranderde het ding voortdurend.
Maar anders dan in de fase waarin ik de teloorgang van Theo Waals beschreef in zijn schrijverkattenkamertje, bleef ditmaal, hoewel ik vaak wanhoopte in mijn zelfgeschapen en half gewenste chaos, een gevoel van vertrouwen in de goede afloop bestaan. Op grond waarvan? Als ik op deze vraag een zinnig antwoord had zou de literatuur zeer geholpen zijn.
Opeens kreeg ‘Verhaal zonder voortgang’ zijn... beslag? Hoe moet je het zeggen? Het is of je aan het wad staat bij eb. Het ene moment kijk je uit over een zilveren watervlakte. Je rookt een sigaartje en plotseling zijn er zandbankjes, golfjes die níet bewegen... ze sluiten zich aaneen tot grijze eilandjes, het water haast zich weg door brede geulen, dat worden beekjes, en de zee van een uur geleden is land.
Zoals eb het wad overkomt, zo overkwam af zijn deze tekst. Ik merkte dat ik geen verbeteringen meer kon bedenken, het verhaal werd stijf... Ik wilde nog een los fragmentje weghalen, het lukte niet meer, het was onderdeel van de compositie.