en ik het gevoel kreeg dat we ieder moment met begraafplaats en al van de helling konden afschuiven, hup, het meer in, leek het mij verstandig ervandoor te gaan. Een welwillende automobilist pikte mij op en bracht mij tot de rand van Montreux, waar zijn motor in het wassende water afsloeg en ik me gedwongen zag afscheid van hem te nemen. Wadend bereikte ik het Palace Hotel, waar ik mij geheel doorweekt naar de bar spoedde. Garçon! Drei martini!
Het enige lichtpuntje kwam toen ik de voor de liefhebber zeer herkenbare vlakgommetjes ontdekte die verkocht werden door een grote kantoorboekhandel aan de promenade langs het meer. Toen ik informeerde of dit misschien de plek was waar Nabokov zijn potloden en gummetjes had gekocht, werd mij verzekerd dat de popgroep Korsakov inderdaad een Zilveren Roos had gewonnen.
Nadat ik mijn transactie met Sarah Mandelstein had bevestigd met het tekenen van een cheque, $69,50 per blauwtje, een schijntje, heb ik haar gevraagd of ze zin had die avond met me uit eten te gaan. Ze opteerde voor een bescheiden restaurant achter Washington Square waar we een voortreffelijke roodbaars aten en in een geanimeerd gesprek, Bartleby! Person! Mad Hatter!, de basis legden voor onze vriendschap, die er weer toe leidde dat ze mij op de laatste winterse dag van het jaar 2000, een vrijdag, om een uur of half drie 's nachts zenuwachtig uit bed belde.
Over de oceaan heen fluisterde ze me in het oor dat ze op het punt had gestaan om naar haar ruime en elegant ingerichte appartement in Brooklyn Heights te vertrekken toen de oude Horowitz was binnengekomen. Hij had haar een mahoniehouten kistje overhandigd en gevraagd het op te bergen in de kluis op zijn kantoor, die schuilging achter een vroege Pollock die hij, een jongeman nog, niet lang na de dood van Pollock had overgenomen van de kruidenier op Long Island waar de schilder, op de lat uiteraard, zijn drank kocht. Toen de rekening de grens van het aanvaardbare had overschreden, betaalde Pollock met een schilderij. Er bestaat een foto waarop we de schilder en de kruidenier tussen de rekken met Brillo en Campbell Soup zien staan en de stralende number 7 in het aangrenzende keukentje aan de muur zien hangen. Ongeveer een week na Pollocks noodlottige ongeval kwam het doek op de markt en sloeg Horowitz de slag, waarachter Sarah nu het manuscript had opgeborgen dat haar zo in vervoering had gebracht dat ze nauwelijks uit haar woorden kon komen.
‘Het is hier nog tot maandagmorgen,’ zei ze ademloos. ‘Stap dus nu,