| |
| |
| |
Kees 't Hart
Het proefschrift
14 januari 2002
Geachte Mevrouw Hobert,
Dank voor uw brief. Ik ben bereid uw vragen te beantwoorden maar het is mij nog niet duidelijk wat u precies met deze informatie van plan bent te doen. Ik begrijp uit uw brief dat u een proefschrift wilt schrijven over de relatie tussen jeugdwerk en het meer volwassen werk van schrijvers. Niet duidelijk is wat u precies wilt onderzoeken, uw opmerkingen over ‘de wisselwerking tussen idee en daad’ en ‘het toenemend verlangen naar wanhoop’ in mijn werk kan ik niet helemaal plaatsen. Wilt u ook de toenemende wanhoop in het volwassen werk van andere schrijvers onderzoeken? Wilt u aantonen dat in actueel literair werk sprake is van toenemende wanhoop? Het is mij niet allemaal duidelijk.
Met vriendelijke groet, Kees's Hart
1 februari 2002
Beste Mevrouw Hobert,
Uw vriendelijke woorden over mijn vroege werk stel ik op prijs, dat begrijpt u wel. Toch meen ik u ervan te moeten weerhouden mijn eerste verhaal uit de bundel Vitrines op te vatten als een poging ‘toenemende wanhoop’ te overschreeuwen. Het onderwerp van uw proefschrift wordt me steeds minder duidelijk. Ik probeerde in dat verhaal iemand toegang tot de wereld te laten krijgen. U vat ‘Warenhuis’ op als een kinderlijke fantasie over een bordeel, waarin ik mijn latente homoseksuele gevoelens probeer te onderdrukken. Er komt inderdaad af en toe het woord ‘bordeel’ in voor, maar dat was alleen als grap bedoeld. Ik verzeker u
| |
| |
ervan dat ik op geen enkele manier een ‘warenhuis’ altijd als een ‘bordeel’ zie. Nog nooit ben ik in een bordeel geweest. U moet dit woord als een metafoor zien, een beeld, meer niet. Ik krijg het gevoel dat u mijn werk opvat als een geheime boodschap over mijn leven waaruit u ook mijn seksuele voorkeuren kan afleiden. Daar kan geen sprake van zijn, met het warenhuis had ik ‘de wereld’ zelf voor ogen, dat klinkt uiteraard uitermate pretentieus maar toch speelde destijds dit soort ideeën door mijn hoofd. Uw opvattingen gaan in ieder geval al mijn oorspronkelijke intenties te buiten, ik voel er niet veel voor uw vragen te beantwoorden wanneer u deze richting in blijft slaan. Er is geen sprake van dat ik in mijn allervroegste jeugd tijdens een vakantie in Venlo getuige ben geweest van een seksueel misdrijf. Wij zijn nooit met vakantie in Venlo geweest, ik gebruik die plaats in mijn werk wel vaker, zonder er iets mee te bedoelen, ik heb dan een plaatsnaam nodig en dan neem ik de eerste de beste die me invalt. Destijds was het Venlo. Ik geef toe dat het merkwaardig is dat die plaats ook in ander werk voorkomt, u noemt Blauw Curaçao en De Revue. Daar heeft u een punt. Uw opmerking dat het wel erg toevallig is dat ik de bekerwedstrijd VVV-Heerenveen in het seizoen 2000-2001 gemist heb en in Het Mooiste Leven... probeer te verdoezelen, slaat echt nergens op. Het is waar dat dit de enige wedstrijd is die ik in het seizoen gemist heb, maar ik moest die avond naar een feestelijke vergadering van Hard Gras, Henk Spaan kan het bevestigen, het had niets te maken met mijn door uw veronderstelde ‘hardnekkige poging het verleden uit Venlo te ontkennen’. Natuurlijk is er sprake van wanhoop in mijn vroege werk, dat kan ik moeilijk ontkennen, maar waarover, dat weet ik zelf absoluut niet meer. En eerlijk gezegd wil ik het niet weten. Ik dring erop aan dat u uw intenties nog een keer aan mij uitlegt.
Met vriendelijke groet, Kees't Hart
4 maart 2002
Beste Mevrouw Hobert,
Ik geef toe dat ik vroeger een keer aan een jonge vrouw een oranje corsage heb overhandigd, maar ik weet niet meer wie het was. Ik raad u sterk af uw onderzoek uit te breiden naar mijn oude klasgenoten van de middelbare school. Ik wil daar niets mee te maken hebben. Ik wijs u erop dat in Blauw Curaçao het bezoeken van reünies danig belachelijk wordt
| |
| |
gemaakt. De opvatting dat ieder literair werk uiteindelijk terug te brengen is tot de verwerking van een trauma is me bekend maar ik wil u wel wijzen op de vele bezwaren die daartegen van allerlei kanten zijn ingebracht. Literatuur berust hoofdzakelijk op verbeelding, ik geef toe dat dit een hopeloos cliché is, maar wijs u er voor de zekerheid toch even op. Het lijkt me niet de bedoeling dat u zo grondig in mijn verleden gaat wroeten. Ik raad u dit ten sterkste af. Misschien zou het goed zijn dat we elkaar een keer ontmoeten, dan zouden we in een rustige sfeer met elkaar kunnen overleggen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk wat u wilt. Met vriendelijke groet, Kees 't Hart
5 maart 2002
Zeer Geachte Heer,
Kort geleden werd ik door Mevrouw drs. H.J. Hobert benaderd of ik mee wilde werken aan een proefschrift over de relatie tussen mijn vroege en meer actuele werk. In eerste instantie ben ik op haar verzoek in gegaan, maar uit correspondentie met mevrouw Hobert werd me niet precies duidelijk wat haar bedoeling is. Zij noemde u als haar promotor. Wellicht kunt u mij nadere informatie over haar en haar onderzoek geven, ik heb het gevoel dat zij vooral in mijn privéleven is geïnteresseerd en dat zij verbanden legt die bijzonder vergezocht zijn. Hoogachtend en met vriendelijke groet, Kees 't Hart
8 maart 2002
Beste Mevrouw Hobert,
Uw laatste brief heeft me enigszins gerustgesteld. U zegt een aantal rake dingen over De Revue en u spreekt uw waardering voor dit werk wel zeer bloemrijk uit, ik kreeg het gevoel dat u het goed kent. Ik stel uw ijver op prijs, u bent de eerste die erachter is gekomen dat het adres waar ik destijds in Amsterdam woonde de Onbekende Gracht was, direct achter Carré. Ik heb die naam niet in mijn roman gebruikt omdat ik meende dat lezers me niet zouden geloven. Onbekende Gracht, een dergelijk adres is te symbolisch, dat gelooft niemand en dus zou mijn hele roman ongeloofwaardig worden. Wel vind ik het overdreven dat u onder valse naam het pand heeft betreden, dat was niet nodig geweest. Uw beschrijving van
| |
| |
het trappenhuis deed me wel goed, er is blijkbaar nog niks veranderd. Toch lijkt het me inderdaad goed dat we elkaar spoedig ontmoeten. Graag zie ik u aanstaande dinsdag in Amsterdam, het door u voorgestelde adres ken ik goed.
Met vriendelijke groet, Kees 't Hart
Aan: h.j.hobert@wanado.nl
16 maart 2002
23.45 uur
Beste Hilde, Ik kwam behoorlijk aangeschoten thuis zeg, haalde nog net de laatste trein, jezus, jij kan me er wat van, ik moest echt hard lopen om nog op tijd te komen en heb de hele reis naar Leeuwarden in de trein zitten slapen. Zo dronken als een tor. Wat een bak met die ober! Kende jij hem echt niet? Hij zat wel de hele tijd naar je te lonken, maar dat ben je misschien wel gewend. Dat proefschrift van je, dat wordt nooit wat, maar op mij kun je rekenen. Op het laatst wilde je nog iets aan me vragen, geloof ik, maar toen kwam die ex van je erbij zitten, weet je nog wel, daar moet je het nog maar eens over hebben. Fantastisch dat je zoveel over Frank Zappa weet, ja, de gto's die ken ik ook, ik heb een plaat van ze. Hartelijke groet, Kees
Aan: h.j.hobert@wanado.nl
17 maart 2002
12.27 uur
Hoi Hilde, Ik vind mijn oudere werk niet ingehoudener dan mijn tegenwoordige, ook nu maak ik allerlei omtrekkende bewegingen, dat heb ik je wel verteld. Eigenlijk is De Neus van Pinokkio mijn meest emotionele werk, het meest wanhopig, zou jij het noemen, daarin komt mijn woede echt het beste van de grond. Nee, Althusser, die staat niet voor mijn vader, jij altijd met je Freudiaanse gezoek, kijk maar eens naar Lacan, daar heb je meer aan. Het was wel een leuke middag gisteren. Misschien heb je toch gelijk dat ik erg graag een keer naar een bordeel wil, het komt overal in mijn boeken voor, laat mijn vrouw het maar niet horen. Ik vind je gedichten trouwens wel goed, al vind ik wel dat je erg bezig bent met Nederlandse schrijvers. Is het je al opgevallen dat het alleen mannen
| |
| |
zijn? Al die sonnetten, zijn ze dat wel waard? Maar schrijven kun je. Daag!! Kees (heeft die ober nog contact met je opgenomen, hij zou toch nog guitaar bij je komen spelen?)
Aan: hjhobert@wanado.nl
17 maart 2002
23.45 uur
Beste Hilde, Ja, die eerste scène uit ‘Zwembad’ is echt gebeurd, ik heb op een dag, ergens in 1990 een rare optocht door Leeuwarden zien trekken, daar is alles mee begonnen, maar heeft het wel zin deelnemers aan die optocht op te sporen? Ik kende er niemand van, dus dat zal niet meevallen. Nou, wie weet helpt het om die advertentie in de Leeuwarder Courant te zetten. Het is jouw proefschrift, dat is geen punt, maar of het ergens toe gaat leiden, lijkt me sterk. Stuur je voortaan je emails naar mijn andere adres, het eerste was op mijn werk, hier komt het: chart@leeuwarden.nl. Dat je promotor je toch steunt bij dit proefschrift verbaast me, of vertegenwoordigt hij een nieuwe richting in de literatuurwetenschap? Ik hou het allemaal niet meer zo erg bij. Ken je echt al die schrijvers? Hartelijke groet van Kees
Aan: hjhobert@wanado.nl
18 maart 2002
01.30 uur
Hilde, Dit lijkt me geen goed idee. Ik ben gewoon bang voor bordelen, dat moet je toch snappen, zelfs als het alleen maar om een rondleiding gaat. Straks komt er zo'n vreemde mevrouw ineens bij me praten, het lijkt me niks, ik ga dan gelijk aan seks zitten denken, terwijl zij misschien alleen een praatje komt maken. Ik snap niet waarom je hier Frank Zappa bij haalt. Wat kan mij het schelen dat die volgens jou bordelen bezocht. Je zegt dan wel dat er absoluut niets verplicht is maar ik denk niet dat ze veel behoefte hebben aan rondkijkers. Kijkers zijn zeikerds! Vooral in de Wereld van het Bordeel. Of niet soms. Daag!
| |
| |
Aan: hjhobert@wanado.nl
18 maart 2002
00.40 uur
Nee, er kan geen sprake van zijn. Zet het maar uit je hoofd.
18 maart 2002
Zeer Geachte Heer,
Bedankt voor uw lovende woorden over mijn werk, ik heb het idee dat u er zich sterk in verdiept heeft en waardeer het zeer dat u over mijn Franciscusobsessie zo vriendelijk schrijft, dat is bij anderen wel eens anders. Ook stelde u mij gerust wat Mevrouw Hobert betreft, ik begrijp dat zij een zeer serieus proefschrift schrijft waarin zij aansluiting zoekt bij nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het werk van David Parker kende ik nog niet, ik heb het via Amazon.com direct besteld. Overigens heb ik al met mevrouw Hobert kennis gemaakt en ze wist me te overtuigen van haar serieuze bedoelingen. U kunt ervan verzekerd zijn dat ik zal meewerken.
Met vriendelijke groet, Kees 't Hart
Aan: hjhobert@wanado.nl
19 maart 2002
00.45 uur:
Nee, ook niet als het 's middags is. Ik wist trouwens niet dat bordelen 's middags al open gingen. Verder gaat het goed met me. Kees (binnenkort stuur ik je per post de antwoorden op je vragen)
Aan: hjhobert@wanado.nl
22 maart 2002
23.45 uur
Lieve Hilde, Ik heb niks principieels tegen bordelen, maar ik vind dat je nu een beetje begint te zeuren.
| |
| |
23 maart 2002
Hallo Hilde,
Bijgesloten vind je de antwoorden op je vragen. Het meeste spreekt van-zelf, ik ben maar niet op alle ranzige details in gegaan, daar had ik geen zin in. Ik denk dat mijn seksleven bijzonder gemiddeld is, denk je ook niet? Eerlijk gezegd heb ik er nooit over nagedacht of mijn romanfiguren er een seksleven op na houden. Wat haal je je toch een rare ideeën in je hoofd. Misschien is het wel juist dat in mijn vroege werk mijn figuren minder wanhopig zijn dan later. Je blijft wel hameren op die wanhoop, vind ik. Ik voel er niks voor mijn werk onder een of andere noemer te zien ondergebracht. ‘De Wanhoop bij Kees 't Hart’ of zoiets. Gadverdamme, ik ga liever gewoon dood. Dat doe je toch niet hè? Ik kan er toch verzekerd van zijn dat alles anoniem in je proefschrift terecht komt? Hartelijke groet, Kees.
Aan: hjhobert@wanado.nl
28 maart 2002
00.45 uur
Beste Hilde,
Ik dacht eigenlijk al de hele tijd dat er zoiets zou komen. Ik had het kunnen weten toen je over de gto's begon in dat café. Ik weet niet hoe ik hier op moet reageren. Je bent gewoon een rare gestoorde gek, ik dacht het wel, die ene ober wist het blijkbaar, hij zat steeds maar grappen over je mond te maken, weet je nog? En ik maar lachen en denken dat het over iets anders ging. Nu snap ik ook waarom je me in een bordeel wilde hebben, daar had je al een afgietsel willen maken. Weet die hoogleraar van je hiervan? Groet van Kees.
Aan: hjhobert@wanado.nl
29 maart 2002
00.05 uur
Lieve Hilde, Ik denk nog steeds niet dat ik het doe, ook niet nu je zegt dat ik helemaal niet klaar hoef te komen. Je schrijft er wel zakelijk over, zeg. Ja, natuurlijk weet ik alles van de gto's, dat heb ik je toch al verteld. Ik
| |
| |
denk dat ik er meer vanaf weet dan jij want ik bezit de plaat die ze ooit samen met Frank Zappa gemaakt hebben. Girls Together Outrageously. Wist je dat die nu een paar duizend dollar waard is? Laat eerst maar eens horen van wie je al een afgietsel hebt. En hoe het gaat. Misschien is het niet nodig dat jij er eerst aan zuigt tot hij stijf is, er zijn allerlei manieren om een stijve te krijgen, dat hoef ik jou niet te vertellen, denk ik. Zou ik het hier thuis niet zelf kunnen doen? Ik denk trouwens niet dat ik dit helemaal aan mijn vrouw kan uitleggen, zo van: nee, ik hoef niet in haar mond klaar te komen, ze zuigt er alleen maar even op tot hij stijf is en dan maakt ze er een afgietsel van. Ze is niet preuts hoor, maar dit gaat wat ver. Een beetje moet ik er wel weer om lachen. Hilde Hobert: de plastercaster van Nederland!! Werkten al die schrijvers zomaar mee? Wat een grap zeg. Hartelijke groet (jij bent me er eentje)
Aan: hjhobert@wanado.nl
2 april 2002
00.50 uur
Lieve Hilde, Het lijkt me al met al een behoorlijk smerig gedoe, met dat natte gips en dan moet ik hem daar in steken. Ik was toch wel verbaasd over de schrijvers die je al zo gek hebt gekregen. Dat Willem Brakman hieraan mee gedaan heeft, dat verbaasde me. Niet van Kees van Kooten, Harry Mulisch en Nanne Tepper, die zie ik hier wel toe in staat. Ook niet van Jeroen Brouwers, Cees Nooteboom en Remco Campert. Je hebt trouwens nog lang niet iedereen. Waarom wilde je ook een afgietsel van die van mij? Moet ik me hierover vereerd voelen? Ik heb trouwens Thomas Rosenboom even opgebeld en gevraagd of hij jou kende. Hij ontkende in alle toonsoorten. Nog nooit van je gehoord. Die Thomas, gewoon blijven ontkennen. Ik wil toch wel meewerken, ik moet me maar eens over al mijn bezwaren heen zetten, vind je niet? Zeg maar wanneer het je het beste uitkomt. Laten we het maar zo gauw mogelijk afronden, ik krijg er eerlijk gezegd behoorlijk de zenuwen van, niet van je mond, maar wel van de gedachte aan dat gips. Zou er al iemand rondlopen die afgietsels van de vagina's van schrijfsters aan het verzamelen is? Of sla ik nu door? Hartelijke groet Kees
| |
| |
Aan: hjhobert@wanado.nl
3 april 2002
23.50 uur
Ik ben er komende woensdag. Fris gewassen (hahaha). Groeten, Kees
Aan: hjhobert@wanado.nl
8 april 2002
00.10 uur
Lieve Hilde, Het viel me allemaal behoorlijk mee, maar het was toch wel een gedoe. Jammer dat het de eerste keer mislukte, al geef ik toe dat ik het ook weer niet al te jammer vond omdat je nu nog een keer met je mond, nou ja, je weet wat ik bedoel. En het was inderdaad smerig met al dat gips, het zat overal. Is het een mooi afgietsel geworden, ik kom er nog wel eens naar kijken. Vond je dat ik me al met al netjes gedroeg? Het viel wel mee hè. Ik vond het mooi dat je het allemaal zo ontzettend serieus opvatte en zo heel precies werkte, dat je dus pas met gips ging werken toen ie op z'n allerhardst was. Daar heb ik wel om moeten lachen. Je trok er echt een halfwetenschappelijk gezicht bij. En wat staan ze er mooi bij, in je kast. Ik heb ze in de gauwigheid niet geteld, maar ik denk dat je er al ruim twintig hebt. Hoeveel ga je er maken? Hartelijke groet van Kees
Aan: hjhobert@wanado.nl
10 april 2002
00.45 uur
Lieve Hilde, Ik probeer je al een paar dagen op dit emailadres te bereiken, maar ik krijg steeds een bericht dat er ergens een error is gemaakt, weet ik veel wat. Heb je een ander emailadres? Laat even weten welk. Groeten van Kees
8 mei 2002
Beste Hilde,
Je laat via je emailadres niets van je horen, en mijn vorige twee brieven zijn als ‘onbestelbaar’ weer bij me terug bezorgd. Ik ben erg benieuwd
| |
| |
hoe het afgietsel er nu uiteindelijk uit is komen te zien. Ben je verhuisd? De telefoon neem je ook niet op. Ik hoop dat je nog iets van je laat horen. Die promotor van je kan ik nergens meer bereiken. Hoe staat het met je proefschrift? Stuur je me daar nog een exemplaar van als het af is? Hartelijke groet van Kees 't Hart |
|