Bunker Hill. Jaargang 2 (nrs. 4-8)(1998)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Martin Bouwman ~ Zijwielen (Voor Marius) Zoals ik als een levend ding mijn fiets zag staan, uren sleutelde, het zadel aaide, alles glom voordat ik slapen ging. Zo werk ik nu aan materiaal dat ik 's nachts van zolder haal: steunwielen achter. Ik leun te zeer op wat is vervlogen. Maar ook dit zal gesmeerd lopen. Ik wil de afstand dichten. Doodmoe, maar in extase op de Mont Ventoux, in vrije val beneden komen. En hier naast jouw eerste trage trappen ‘naar de ijsboer toe’. Als je met je zoete zomermond welterusten zoent, weet ik de top heel ver achter de open ramen. Maar jij, ik en de jongen in mij vallen even samen. [pagina 13] [p. 13] Avondzon Voor jou staat alles zo vast, gaan zaken zo doodgewoon door in de vertrouwdheid tussen de gootsteen en de keukenkast. Zit er een groen seizoen te dringen, je leest het aan het late licht dat, gefilterd door het glas-in-lood, de wand bespeelt met roze en rood. ‘Kijk, hij komt nu al op de kammenbak,’ je rekent me wel even voor. ‘Ja, deze week haalt-ie 't petroleumstel nog met gemak.’ Een kind dat bij jou de was kan helpen doen. Het draait de wringer, zingt hetzelfde lied - weet dan nog niet. Ik heb ook dat lied gezongen. Nog zijn er flarden van die melodie. De woorden zijn verloren in het grotere dat in mij is gedrongen. [pagina 14] [p. 14] Groetjes uit de Cevennen Ze zijn bij mij tegen de lamp gevlogen, nu ik me in het duister hier alleen bedrink. Ik red hun natte vleugels met mijn lamme pink. En leg ze bij het suizend gas te drogen. De maan komt op als een volle dame. Ja, ook wij dansten samen een gat in de nacht. Maar geen liefde die van haar eigen vuur genas. Ik drink, en wacht - en proef van nachtvlinders de fijne as. [pagina 15] [p. 15] Impasse Zoals het paard dat vaststaat in de sloot. En dieper zinkt bij bewegen. Een huivering brengt te veel angst als rimpeling tot leven. Vorige Volgende