Bunker Hill. Jaargang 2 (nrs. 4-8)(1998)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Jan Baeke ~ De boodschap van dit alles Op weg naar een verregende maandagavond in de wind die een dier versnelt zichzelf met z'n handen makend als de flessen de man. Hij doet het licht aan in de keuken en gaat zitten. Op tafel zijn de flessen goed gezelschap hetgeen het beste is van deze avond en dat hij haar wekt, haar naam niet te vergeten dat hij het vallen van de avond oefent en slaagt. De boodschap van dit alles is eenvoudig. Er is altijd een reden om de rest van de week te begroeten maar meer nog zie hoe alles wordt vervangen: het licht het goede van de flessen in de keuken de smaak van de wind het langzaam uitdijende fornuis dat hij het is, die wij volgen. [pagina 7] [p. 7] De loop der dingen Het lag allemaal besloten in de wolken. Niet de wolken maar de oprijlaan, de hal, de tapijten. Een wijze die nooit teleurstelt van buiten naar binnen. Toen je wegliep uit wat leeggeruimd was leek het mogelijk het kleiner worden van de bewoners in de juiste volgorde te zien. Je komt ze tegen in de hal. Je glimlacht, zegt vertraging op de woorden waar je bleef en tezelfdertijd in de loop der dingen blijft onduidelijk of ze van steen zijn de boeketten en het theeservies de uitgestoken handen de kleiner wordende handen het punt daartussen. [pagina 8] [p. 8] De landmeter Het heeft hem niet verbaasd dat in de akkers de geesten van zijn voorvaderen schuilen. Hij kan hun grillen meten maar hij meet de lengte van het veld de oppervlakte en de afstand tot het meisje dat het veld voorbijloopt. Hij kan ieder getal dat hem bereikt voor eten ruilen of voor de naam van het meisje. Hij staat op als de akker zijn gewicht moe is en uit het zand vermaningen opstuiven. Mijn geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens omdat hij ook vlees is. [pagina 9] [p. 9] En iemand net als hij neemt zijn instrumenten op zijn rug en groet het meisje. En iemand net als zij lost op in de zichzelf gelijke akkers. Hij zou zijn voorvaderen willen vragen maar zij houden zich doof in het zand dat steden dragen kan en voetstappen zich voorzichtig verwijderend. Hij legt zijn meters uit en geen keert terug in zijn met aarde besmeurde handen. [pagina 10] [p. 10] Niets ontbreekt de buitenwijken Hij heet Pete en zo ziet hij eruit. Zijn ouders noemden hem Thomas. Hij is bruin en gespierd en zijn haar komt net onder de douche vandaan. Waar hij woont valt zijn lichaam niet op alleen ons, die hem zien en het zelf niet bezitten. Hij is rots en speelgoed tegelijk. Hij speelt de levens van grote denkers, Amerikaanse denkers met een huis aan het strand. Hij zwijgt wat zij gezegd hebben. Zo zijn de stemmen verdeeld. Zij heet Kelly omdat zij een bril draagt maar Charlie als zij haar kinderhaar over haar volwassen rug laat hangen. We moeten haar bewegingen niet verkeerd begrijpen. Zij speelt op de rotsen, maar schrijft Franse of Duitse woorden in het zand ‘Madame möchte gern Chablis’. [pagina 11] [p. 11] Ze kent het getij. Ze kent de adressen van alle grote denkers. Niets ontbreekt de buitenwijk waar Pete en Thomas en Kelly en Charlie en Jack en Cindy gewone namen zijn. Zon en schaduw vullen de ruime straten. Overal de juiste lach, dezelfde woorden die bij gunstige belichting monden aan monden beloven. Sommigen begrijpen dat. Anderen bellen aan. Je moet nooit denken dat ze thuis zijn als je aanbelt. Wie eenmaal zijn huis deelt met grote Amerikaanse denkers zit meestal in de bioscoop te slapen in het bijzijn van een man of een vrouw met een onbegrijpelijke naam. Vorige Volgende