Bunker Hill. Jaargang 2 (nrs. 4-8)(1998)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Menno Boon ~ 2 potten, 1 lelijk kind Ik zag twee potten en een lelijk kind, Ik dacht: de donor zal wel onbekend zijn En zo te zien een monsterlijke vent zijn Die daarvoor dus op deze wijze compensatie vindt. Die potten waren echt twee hele mooie vrouwen Ik dacht: verdorie, had de spermabank Nou niet wat kwaliteit staan op de plank, Zo'n lelijk kind, daar kan je toch onmogelijk van houden. Het kind zei: ‘Mama’, en ze keken allebei, Een deed er kiediekiediekiedie op z'n handje, Hij lachte, en ik zag een heel klein schattig tandje, En toen ik langsliep, ja verdomd, toen zwaaide hij naar mij. Ik zwaaide terug en zei: ‘Dag dames, wat heeft u een lekker kind, Wie dat niet ziet is of jaloers, of stekeblind’. Vorige Volgende