Hoe een man zijn begerige vrouw op het rechte pad
houdt
Een goede vrouw vormt een goede man en een goede man vormt een goede
vrouw. Waar de een de ander op de goede weg houdt, komen twee zielen samen.
Een koopman en zijn mooie jonkvrouw speelden eens een spelletje
schaak toen er een verwaande Duitse Hanzekoopman voorbijkwam. De vrouw had hem
nog maar nauwelijks gezien of ze begon haar man al te vertellen over zijn
prachtige kleren en dure sieraden. Hij zei: ‘Dat is een van mijn
compagnons. Ik zou hem eens bij ons te eten moeten vragen. Maar nu moet ik
ervandoor en ik kom niet eerder terug dan overmorgen.’ Hij riep daarop
het dienstmeisje heimelijk bij zich en zei: ‘Luister naar me, ik doe net
alsof ik op reis ga. Breng deze brief naar uw vrouwe en zeg dat ik die
Hanzekoopman ben en dat ik haar, omdat ik haar bemin, graag vandaag voor het
eind van de middag zou willen spreken.’ Het dienstmeisje sprak:
‘Lieve heer, dat zal gebeuren.’
Ze ging naar haar vrouwe. Zij las de brief en deze beviel haar wel.
Ze zei: ‘Laat deze man maar komen, maar niet voordat het donker is. Leg
een haan en ander gebraad op het vuur, spoel de flessen om en haal wijn. Mijn
man is weg; hij komt niet snel terug. Lijsken, breng die jonge kerel
hier!’
Lijsken haastte zich naar haar meester. Net als de Hanzekoopman trok
hij mooie kleren aan en deed dure sieraden om.
De goede man zat achter de gordijnen in de kamer en zei:
‘Blaas vlug de kaars uit. Niemand mag immers iets van ons afweten.’
Ze maakten pret, aten en dronken. Daarna gingen ze naar bed om te slapen. Hij
snurkte en liet scheten. De vrouw was hierover hoogst verbaasd: ze dacht een
goede aan hem te hebben. Maar hij draaide zich om en wierp zijn achterste in
haar schoot. 's Nachts lag hij met zijn mond naar haar toe. Hij rochelde aan