gelaten, bragt in 1496 het eerste berigt van een bitter smakend kruid, dat, aengestoken en voor den neus gebragt zynde, bedwelmend werkt. Romanus Pane noemt dit kruid Cohoba en later Tohoba.
In 1536 begonnen de negers in de west-indische plantingen deze plant gansch rauw te rooken. Ten gevolge van het overvloedig en te gelyk onmagtig gebruik, stierven geheele stammen uit.
In 1559 zond Jan Nicot, fransche gezant by het portugeescho hof, het eerste zaed naer Parys (sedert dien tyd werd het genoemd herba Nicotiana). De groote prioor uit het huis van Lotharingen was zulk een hartstogtelyk vriend van het tabakrooken, dat hy de gedroogde plant in de, kamers van zyn paleis liet branden in stede van reukwerk. Te zyner eere noemde men het welriekende kruid herbe du grand-prieur. Later werd eerst de naem van tabak ingevoerd, van het eiland Tabago, waeruit de plant eigentlyk stamt.
In 1585 verwisselden eerst de Engelschen met de Indianen glaspeerlen tegen aerden pypen, die later algemeen in Europa gebruikt werden.
In 1604 verbandde Jacob I in Engeland verscheidene edellieden van zyn hof, omdat zy het waegden in zyne tegenwoordigheid een snuifken te nemen.
In de eerste jaren der turksche beheersching in Konstantinopel, rookte een wachter van den harem in de binnenste vertrekken des seraglio's, viel er echter by in slaep en werd door den dwerg des sultans aengetoond. Ter straffe werd hem de pyp door den neus gestoken, en de ongelukkige onder zweepslagen, door de gansche stad gevoerd.
In 1631 komt de tabak eerst met de zweedsche troepen naer Oostenryk. De zweedsche soldaten waren zoo zeer aen het kauwen van den tabak gewoon, dat zy, by gebrek aen denzelven, ook gedroogde boombladeren van allen aerd kauwden.
In 1634 werd de tabak in Rusland streng verboden. Verscheidene hofbedienden verliezen den neus, dewyl zy overtuigd werden van overtreding des gebods.
In 1685 begonnen de dames van het fransche hof elkander zoo genoemde bonbons de tabac aen te bieden. De snuif werd toenmaels als pastilles bereid. Men hield de kleine ronde dingens voor den neus, en de aengename keteling die daer door werd te weeg gebragt, verleidde later de beroemste maitressen der koningen van Frankryk. Mme. de Pompadour vond zelfs eene soort van tabac uit, Essence du tabac Pompadour, die veel gekocht werd als dienstig pour corriger la mémoire.
In 1690 kondigde Paus Inocentius XII eene bul af, door de welke in den ban der heilige kerk verklaerd werden, alle degene, die in de kerk zouden snuiven of op hoe genaemd welke wyze, tabak gebruiken,
In 1692 werden 5 moniken in San Jago ingemetseld, omdat zy gedurende de godsdienst by nacht op de koor, kleine met tabak gevulde papierkens aengesteken hadden. Waerschynlyk de eerste cigarren die er in de rookers wereld voorkwamen.
In 1740 herriep Paus Benedictus de bul van Innocentius XII, omdat hy zelf uitermate snoof. Volgens de berigten van zyn geheimschryver, den abt Albertus de Monte Albano, behoefde paus Benedictus dagelyks 12 faceten-zakdoeken. Sedert dien tyd is de tabak algemeen verspreid.