Geschiedenis van Antwerpen, uitgegeven op last der Rederykkamer de Olyftak, 2de deel, 1ste stuk. Antwerpen, Van Dieren en Comp.
Jan de Eerste, drama in vyf bedryven, door Roelands en Verbruggen. Gent, Hoste, in-12, 1 fr.
De Fabelen van Lafontaine, door Hoofs vertaeld, in-18, 1 fr. 50 c.
Beginselen der algemeene natuurkundige aardrykskunde, door Dr Kreeke. Gr. in-8o met 4 kaarten, Nymegen, J.F. Thieme, 1 guld. 50.
Wereldgeschiedenis voor alle standen, van de vroegste tyden tot het jaar 1831, door Carl von Rotteck, naar den 5den druk, uit het hoogduitsch vertaald. Groningen, Römelingh, gr. in-8o, 2 guld. het deel, by inteekening.
(Er syn al vier deelen verschenen.)
Luxemburgische Gedichte und Fabeln von A. Meyer, nebst einer grammatischen Einleitung und einer Wörtererklärung der dem Dialekt mehr oder weniger eigenartigen Ausdrücke von Gloden. Brüssel bei Delevingne und Callewaert, 16, bls. xxxviii en 204.
(Een hoogst belangryk boekje. Wy behouden ons voor, in onse sesde afl. er meer van te jeggen.)
Zeitschrift für deutsches Alterthum, herausgegeben von Moriz Haupt. Fünften bandes, drittes heft., Leipzig.
(Dese aflevering, waarmede het vyfde deel van dit tydschrift, het beste van allen, die tot heden de duitsche oudheidskunde voor onderwerp hadden, gesloten wordt, brengt ons bls. 385 een oudvlaamsch dichtstuk ‘de deif (dief) van brugghe’ benevens gewigtige aanteekeningen over verscheiden andere, die de engelsche taalkundige G.W. Dasent in een papierhandschrift (no 29) der koninklyke boekery van Stockholm vond. Bl. 406 deelt hy een ander dichtstuk ‘de vos un de hane’ uit het niet min qelangryk manuscript no 126 derselfde bibliotheek mede.)
Maurerisches Herders-Album. Gedenkblätter an den Bundesbruder Johann Gottfried von Herder, zur Erinnerung an die Feier seines hundertjährigen Geburtstages, am 25 August 1844, herausgegeben von Br. Heinrich Künzel. Darmstadt, 1845.
(Dit werk, wiens opbrengst bestemd is, om mede de kosten van een nieuw opterigtende gedenkteeken voor Herder (in Weimar) te dekken, bevat seer belangryke narigten over desen ‘hoogepriester der humaniteit;’ als titelblad is aan hetselve het ontwerp van het gedenkteeken bygegeven. Daar het standbeeld op kosten der duitsche logies en der vrienden en vereerders van Herder sal worden opgerigt, soo hoopt het comité, dat ook Nederduitschland daarby niet sal terug blyven. Brieven en gelden gelieve men vrachtvry ‘aan de Commissie voor het standbeeld van Herder, Elsene-Vredestraat 428 te Brussel’ overtesenden)
Dr K.
Die Verbreitung des deutschen Volkes über die Erde, ein Versuch von W. Stricker Med. Dr. Leipzig, Mayer, bl. vi en 180, 8o, fr. 3,40.
Theophili presbyteri et monachi libri III seu diversarum artium schedula, opera et studio Caroli de l'Escalopier. Théophile, prêtre et moine, essai sur divers arts, publié par le comte Charles de l'Escalopier, conservateur honoraire de la bibliothèque de l'Arsenal et précédé d'une introduction par J. Marie Guichard. Paris, 1843, in-8o, lxxii et 314 pages.
(Met onregt schryft men de uitvinding van het schilderen met olieverwen aan Jan van Eyck toe. Dit staat vast door het voorgenoemde werk, hetwelk daarbenevens nog hoogstbelangryke aanteekeningen over glasschildering en menige andere kunsten bevat.)