Braga: dichterlijke mengelingen. 1843
(1842-1843)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij
[pagina 48]
| |
Treedt ge in den bloeienden gaard,
Gij zijt de roos aller rozen,
Lelie der lelies daar bij!
Huppelt gij rond in den dans,
Flux zweven alle gestarnten
Met en rondom u in 't rond.
Nacht! en zoo wierd het dan nacht!
Nu overschijnt gij den zachten
Lokkenden glans van de maan.
Lokkend en lieflijk zijt gij:
Bloemekens, maanlicht en starren,
Huldigen, zonne, slechts u!
Zonne, zoo wees dan ook mij
Schepster der heerlijkste dagen;
Leven en eeuwigheid is 't.
(Göthe.) |
|