Braga: dichterlijke mengelingen. 1843(1842-1843)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De veroverde Stad. Vuur, vuur, bloed, bloed en vernieling. Corte Real. Hoe woedt de vlam, ô Vorst, die ze op uw stem ontstaken! Ze smoort den kreet uws volks in 't knettrend vuurgebruisch! En, als een sombre dag weêrspieglende op de daken, Schijnt ze in heur blijde vlucht te dansen op hun gruis! De Moord rijst op, gelijk een reus met duizend armen; Paleizen storten neêr tot één verzengend graf! 't Zwaard kent voor bruid noch gâ noch vaderhart erbarmen; En 't knersend raafgebroed vliegt op den lijkwalm af! De moeders sidderden ... hoe jammerden de maagden Om 't dorren van haar jeugd, haar groenen lentetijd! De wilde ruiteren, die door de tenten jaagden, Vertrappelden haar borst, door wonde en kus ontwijd!.. Zie! heel de stad ligt in een doodskleed neêrgezegen! Zie! alles buigt zich waar uw oorlogsbliksem trilt! De Priesters in 't gebed vergingen door den degen, 't Boek Gods weg werpende gelijk een ijdel schild! De kleene kinderkens, als lammeren der dalen Verworgd, bestierven 't, ja, nog drinkt het staal hun bloed... Uw volk, ô Calif! kust het stof van uw sandalen, Met gouden band gehecht aan uw almachten voet! (Victor Hugo, Orientales, XXIII.) Vorige Volgende